Prof Dr Roland Pierik (R.)

Roland Pierik is vakhoogleraar Rechtsfilosofie aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en voorzitter van de capgroep Grondslagen van het Recht.

Het onderzoek van Roland Pierik draait om de vraag hoe constitutionele liberaal-democratieën moeten omgaan met gevallen waarbij grondrechten botsen, of conflicten tussen grondrechten en andere centrale idealen binnen constitutionele democratieën: de rechtsstaat of democratie. Hij bestudeert grondrechten zowel als rechtsfilosofische concepten, maar ook als juridisch afdwingbare rechten zoals ze zijn geformaliseerd in constituties en mensenrechtenverdragen, in het bijzonder het EVRM.

Op 1 december 2023 heeft Prof. Pierik zijn inaugurele rede uitgesproken, getiteld: "Convention Constitutionalism: on the Necessity of Judicial Review for Democratic Governance."
 

Abstract
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is veel bekritiseerd omdat het zich te veel zou bemoeien met nationale democratische besluitvormingsprocessen. Sommigen stellen dat de ongekozen activisten in toga in Straatsburg zich niet zouden moeten bemoeien met democratische beleidsbeslissingen die op nationaal niveau zijn genomen. Deze inaugurele lezing analyseert deze praktijk van op rechten gebaseerde rechterlijke toetsing door het Hof in Straatsburg. 

Het eerste deel presenteert een algemene juridisch-filosofische achtergrond. Het legt uit dat republikeinen, die het belang van de democratische manier van zelfbestuur benadrukken, voorstander zijn van zwakke vormen van rechterlijke toetsing. Liberalen, die prioriteit geven aan de grondwettelijk beschermde grondrechten, zijn voorstander van sterke rechterlijke toetsing.

In het tweede deel wordt deze conceptuele gereedschapskist gebruikt om de rechterlijke toetsing zoals die door het Hof van Straatsburg sinds zijn oprichting in 1959 wordt uitgeoefend, te beschrijven en te analyseren. Moeten we het opvatten als sterk, zwak of als iets daartussenin? Ik concludeer dat dit het beste begrepen kan worden als een afgezwakte vorm van sterke rechterlijke toetsing.

Het derde deel biedt een normatieve bespreking van het Straatsburgse Hof in de context van het opkomende Europese constitutionele landschap. Het begint met de vaststelling dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in de eerste plaats een samenwerking is van Partijstaten die overeenkomstige grondwettelijk-democratische projecten nastreven. Dit deel onderzoekt de rol van rechterlijke toetsing door het Europees Hof in de voortdurende dialoog met de Partijstaten bij het verstevigen van een ‘Conventie-constitutionalisme’ door de verdere versterking van een Europese consensus over de inhoud en betekenis van de Conventierechten. 

Deze horizontalisering van constitutionele autoriteit – de verschuiving van 'constituties' naar 'grondwettigheid' – verbreedt het gezag van constitutionele waarden en grondrechten, omdat ze niet langer slechts afhankelijk zijn van de bekrachtiging door een onafhankelijk volk, maar ook collectief worden bekrachtigd door gelijkgestemde volkeren in de gemeenschappelijke onderneming van het Conventiesysteem.

Recente publicaties: