Universiteit Maastricht en Universiteitsfonds Limburg/SWOL

Vol verwachting klopt een (donor)hart

Dankzij een harttransplantatie heeft Rogier Veltrop, onderzoeker aan de Universiteit Maastricht, een levensbedreigende ziekte overleefd. Hij wil zijn ‘bonusjaren’ optimaal benutten door bij te dragen aan een nieuwe behandeling van hart- en vaatziekten. Zijn bijzondere promotieonderzoek is veelbelovend.

 ‘‘Toen ik wakker werd na mijn harttransplantatie, voelde ik naast pijn vooral ongeloof. Ik ging er namelijk van uit dat ik de operatie niet zou overleven, zo slecht was mijn lichaam eraan toe. Ervoor had ik al min of meer definitief afscheid genomen van familie, vrienden en ziekenhuispersoneel. Pas toen ik zeker wist dat de operatie helemaal was geslaagd, maakte het ongeloof plaats voor opluchting. Ik kreeg een tweede kans op leven!’’

Een gevreesde diagnose

De aanleiding voor Rogier Veltrops transplantatie is laminopathie, een genetische aandoening die bij hem ernstige hartproblemen veroorzaakt. Diverse familieleden zijn er al aan overleden. Veltrop wist echter lang niet dat hem iets mankeerde. ‘‘Ik was jong, fit, volleybalde op hoog niveau en wilde de wetenschap in, volgde een promotietraject in Amerika. Tot ik wel erg snel moe werd. Vermoeidheid duidt mogelijk op hartfalen, dus ging ik terug in Nederland voor de zekerheid langs de huisarts.’’ Na vele doorverwijzingen kreeg hij uiteindelijk de gevreesde diagnose.

Daarna gaat zijn gezondheid snel achteruit. Steeds vaker kampt Veltrop met hartkamerstoornissen, boezemfibrilleren en hartstilstanden. Meerdere malen kijkt hij de dood in de ogen. ‘‘In mijn slechtste periode kon ik mijn veters niet meer zelf strikken en slechts 50 meter lopen. Een harttransplantatie werd mijn laatste hoop.’’ En die hoop wordt werkelijkheid in 2015. (Tekst gaat verder onder de foto.)

Milou Schreuders (tekst), Paul van der Veer (fotografie)
rogier_veltrop

Onderzoek naar corona

Zijn herstel en revalidatie verlopen buitengewoon voorspoedig en Veltrop wil graag verder met zijn promotietraject. Hij doet onderzoek naar een onderwerp dat in de westerse wereld dan nog weinig prioriteit heeft: coronavirussen. ‘‘Het eerste coronavirus, SARS, was vooral ‘iets uit Azië’. Er werd wel wat onderzoek gedaan, maar niet op grote schaal. Voor mijn promotie bekeek ik bijvoorbeeld hoe het virus binnendringt in een menselijke cel. Overigens hadden we als onderzoekers toen al het vermoeden dat een nieuw coronavirus, mede door de toenemende globalisering, ook buiten Azië voor grote problemen zou kunnen zorgen.’’

Veltrop heeft zijn promotietraject rondom coronavirussen nooit afgemaakt. Na zijn harttransplantatie mocht hij niet verder; hij was al te lang uit de roulatie. ‘‘Volg een nieuwe master en begin elders opnieuw, luidde het advies. Natuurlijk heb ik eerst flink gebaald. Maar zo kreeg ik wél alsnog de kans om me te verdiepen in hart- en vaatziekten en kon ik iets betekenen voor medepatiënten!’’ En daarin lijkt hij inmiddels te slagen.

Van bloedcel naar stamcel

Veltrop is derdejaars promovendus aan zowel Uniklinik RWTH Aachen als de Universiteit Maastricht; in Maastricht doet hij onderzoek op de afdeling Biochemie, bij onderzoeksgroep CARIM. Zijn onderzoek is nog niet voltooid, maar levert nu al veelbelovende resultaten op. Veltrop: ‘‘Ik ben erin geslaagd om, vanuit een buisje bloed van patiënten, persoonlijke stamcellen te maken. De stamcellen kan ik vervolgens veranderen in kloppende hartcellen op maat. Deze hartcellen geven allerlei nieuwe informatie over de patiënt, bijvoorbeeld over aanwezige hart- en vaatziekten en andere afwijkingen. In vervolgonderzoeken ga ik met teamgenoten zoveel mogelijk verschillende ‘zieke’ en ‘gezonde’ hartcellen bestuderen, zodat we beter inzicht krijgen in diverse aandoeningen. Daarnaast kunnen we op de cellen experimenteren met behandelingen. Alle kennis willen we verzamelen en uitwisselen met andere onderzoekers via een wereldwijde database.’’ (Tekst gaat verder onder de foto.)

rogier_veltrop

Baanbrekende behandeling

De hartcellen uit Veltrops promotieonderzoek vormen mogelijk ook de basis voor een nieuwe behandeling die hart- en vaatziekten daadwerkelijk geneest. Enthousiast legt hij uit: ‘‘We gaan onderzoeken of de cellen in de toekomst kapotte en zieke delen van een hart kunnen vervangen. Een chirurg haalt het hart dan uit het lichaam, repareert het via de nieuwe cellen, en plaatst het weer terug.’’

Hoe baanbrekend is deze aanpak? Veltrop: ‘‘Op dit moment is er meestal alleen sprake van symptoombestrijding bij hart- en vaatziekten, bijvoorbeeld met bloedverdunners, bloeddrukverlagende medicijnen of zelfs een donorhart. De nieuwe behandeling biedt echter een concrete oplossing, die ook nog eens patiëntspecifiek en snel is. We zijn trouwens ook in staat om andere cellen maken, bijvoorbeeld voor de lever of longen, dus we kunnen wellicht nog meer mensen helpen. Er is nog jaren aan vervolgonderzoek nodig, ook na mijn promotie, maar ik verwacht dat dit soort behandelingen over ongeveer 10 jaar mogelijk realiteit zou kunnen zijn!’’

Geen bucketlist

Wrang genoeg maakt Veltrop de introductie van de behandeling misschien niet meer mee, want mensen met een donorhart leven gemiddeld nog 10 tot 15 jaar. Onlangs heeft hij zijn vijfde ‘transplantatieverjaardag’ gevierd. Wat doet die beperkte levensverwachting met hem? ‘‘Ik ben kritischer geworden op mijn tijdsindeling. Een bucketlist heb ik niet, maar ik zou nog graag professor worden in Maastricht. Verder wil ik vooral plezier hebben, in mijn werk, maar ook in volleybal, dat ik sinds 2016 weer heb opgepakt via Stichting Sport en Transplantatie. Ik hoop nog eens met mijn team naar de World Transplant Games te gaan; we zijn al twee keer geweest en hebben toen een gouden en zilveren medaille gewonnen. Dat smaakt naar meer!’’

Hoe ervaart Veltrop de coronacrisis? ‘‘Ik vind het een spannende tijd, aangezien ik vanwege mijn donorhart tot de groep met risicopatiënten behoor. Ondanks alle versoepelingen blijf ik me dan ook strikt aan de maatregelen houden. Ik verwacht dat er op termijn, naast een vaccin, ook een ‘corona-griepprik’ wordt ontwikkeld, waardoor het aantal (ernstig) zieken en sterfgevallen afneemt en er meer ruimte komt voor het ‘oude normaal’. We gaan corona dan zien als iets wat bij de samenleving hoort, net zoals bijvoorbeeld griep en verkoudheid. Maar wat er ook gebeurt, ik maak er het beste van. Het leven heeft mij geleerd: leef bewust, wees zuinig op je lijf, relativeer, neem niets voor lief. En doe zoveel mogelijk waar je hart sneller van gaat kloppen…’’

Lees ook

  • Frans Verhey, hoogleraar Ouderenpsychiatrie en Neuropsychiatrie is trots op wat er met het Alzheimer Centrum Limburg is bereikt en op het team dat werkt vanuit één visie: mensen met Alzheimer perspectief op kwaliteit van leven bieden. “Te vaak wordt Alzheimer gezien als een afschuwelijke, dodelijke...

  • Anne Roefs heeft een Vici-subsidie ​​van € 1,5 miljoen ontvangen . De hoogleraar Psychologie en neurowetenschappen van abnormaal eetgedrag, heeft meerdere malen getwijfeld tussen een carrière als wetenschapper of topkok. Inmiddels is ze gepassioneerd over haar wetenschappelijk onderzoek naar...

  • In het Vidi-project van Ann Meulders, hoofddocent Experimental Health Psychology, ligt de focus op een bewezen voorspeller van chronische pijn: pijnvermijding. Een belangrijk mechanisme achter de generalisering hiervan is onzekerheid over toekomstige pijn. Dit toont haar promovenda Eveliina Glogan...