In memoriam Amanda Kaas

Wij zijn diep geraakt door het overlijden op 16 september van onze gewaardeerde collega en geliefde vriendin Amanda Kaas, na een korte maar intense ziekte. Zij was universitair hoofddocent bij de Afdeling Cognitieve Neurowetenschappen aan de Faculteit Psychologie en Neurowetenschappen. Op 24 september is er in intieme kring van Amanda afscheid genomen. Onze gedachten zijn bij haar man en drie jonge kinderen, haar familie, en iedereen die dicht bij haar stond. Ze was een uitzonderlijk getalenteerd wetenschapper, een toegewijde docent, en een empathische mentor voor vele studenten, groepsleden en collega’s. Alles wat zij deed, deed ze met een positieve instelling, met passie en liefde voor het leven, en wij zullen haar enorm missen.

Er was geen vriendelijker persoon dan Amanda. Zij was altijd behulpzaam, empathisch en gepassioneerd over het leven en de wetenschap, en had altijd tijd om te luisteren, om advies te geven, en om problemen te helpen oplossen. Dat deed ze met haar typische, warme, “Amanda-Glimlach”. Gesprekken met Amanda waren vol vreugde en gelach, maar ook ernstig waar nodig.

Velen zullen zich haar herinneren als een uitstekende docent en supervisor van studenten in alle academische lagen. Als mentor en master-stagecoördinator was zij een ankerpunt voor studenten die in het buitenland stage gingen lopen, vooral ten tijde van de COVID-19 pandemie.

Amanda wist goed wat ze wilde in de wetenschap. Ze was slim, creatief, en deed onderzoek en gaf lezingen over haar werk in de Psychologie en Hersenwetenschappen op het hoogste internationale niveau. Ze was altijd enthousiast over haar lopende onderzoek en liep over van plannen voor nieuwe projecten en nieuwe samenwerkingen. Amanda was erg vastberaden over haar doelen en ambities, maar tegelijk zeer bescheiden over haar vele verwezenlijkingen.

Amanda’s onderzoek naar zintuiglijke waarnemingen en pijn had een cruciale plek in de afdeling Cognitive Neuroscience. Met haar onderzoek trok zij samenwerkingen aan met zowel studenten en PhD kandidaten als met gevestigde wetenschappers, van binnen en buiten het departement. De oorsprong van haar wetenschapsinteresse gaat terug naar de Bachelor in de Psychologie die zij volgde in Leiden, en de Master met de specialisatie “Quantitative Psychology and Psychonomics” die zij volgde aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica aan de Universiteit van Amsterdam. Reeds tijdens haar Masteropleiding realiseerde zij zich dat een diepgaand begrip van de complexe verbanden tussen het menselijke brein en gedrag niet kan zonder wiskundige vaardigheden. Daarom volgde ze in 2001 een minor in de wiskunde “Dynamical Systems and Modeling” tijdens haar Masteropleiding aan de Universiteit van Amsterdam. Deze keuze toont ook één van Amanda’s diepere eigenschappen: door haar leven heen heeft zij het ontdekken van zinvolle uitdagingen steeds vertaald in enthousiasme en actie.

In 2001 werd Amanda ontdekt door de afdeling Cognitive Neuroscience, en begon zij haar PhD onderzoek in december van datzelfde jaar onder de supervisie van dr. Hanneke van Mier en prof. dr. Rainer Goebel. In 2006 behaalde ze haar PhD met een excellente thesis getiteld: “The neural and behavioural bases of active touch and tactile working memory”. Het grootste deel van de fMRI scans voor haar project werden gedaan aan het Donders Instituut in Nijmegen, wat veel logistieke en planningsobstakels met zich meebracht. Maar door Amanda’s uitzonderlijke organisatievaardigheden leverde dit voor haar project niet de minste vertraging op. Het MRI-compatibele apparaat dat ze voor haar project nodig had om somatosensorische stimuli aan te bieden, heeft ze zelf met grote precisie en nauwkeurigheid ontworpen. Dit ontlokte veel bewondering bij de stafleden van de Instrumentation & Engineering afdeling, met wie ze samenwerkte om haar ideeën te implementeren. Toen haar werd gevraagd waar ze deze praktische, logistieke en organisatievaardigheden en haar gevoel voor nauwkeurigheid vandaan had, lachte ze en schreef dit toe aan haar minor in de wiskunde.

Tijdens haar postdoctorale jaren van 2006 tot 2012 deed Amanda erg gewaardeerd onderzoek, eerst over de neuronale activiteit gepaard gaand aan ingebeelde beweging aan het Max Planck Instituut voor Hersenonderzoek (Frankfurt, Duitsland), en vervolgens over hersen-computerinterfaces en somatosensorische plasticiteit na haar terugkeer naar de afdeling Cognitive Neuroscience. In 2012 werd haar expertise erkend door een Project Coördinatorschap in het BrainGain Consortium, waarin mensen getraind werden om hun eigen breinactiviteit te veranderen, met het uiteindelijke doel om specifieke vormen van breinactiviteit geassocieerd met psychopathologie te verminderen. Amanda’s postdoctorale onderzoek was dus niet alleen rigoureus fundamenteel, maar toonde ook een groeiende toegepaste oriëntatie. Daaruit sprak Amanda’s sterke motivatie om met haar wetenschap iets terug te geven aan de maatschappij.

Amanda werd benoemd als universitair docent bij de afdeling Cognitive Neuroscience (FPN) in 2013. Tijdens dit docentschap werkte zij met passie aan het ontwikkelen van haar eigen onderzoekslijnen in somatosensorische waarneming en pijn. Amanda was een echte pionier in het opzetten van deze nieuwe onderzoekslijnen en werkte onophoudelijk om technologische hindernissen te overwinnen en financiering te verwerven. Ze bouwde haar eigen groep op als PI (het SOPA-lab) met verschillende promovendi en postdocs, van wie sommigen ondertussen zelf zijn doorgestroomd naar prestigieuze wetenschappelijke posities. Amanda begeleidde haar groep met haar kenmerkende geduld en empathie, en begeleidde haar studenten en postdocs op de weg naar invloedrijke publicaties en proefschriften op het gebied van somatosensorische waarneming en pijn. Onlangs was ze begonnen met het vormen van een breed Nederlands consortium met als doel om betere biomarkers te vinden voor arm-handverlamming na een beroerte, met de ultieme missie om nauwkeurigere modellen te ontwikkelen voor de voorspelling van mogelijkheden voor herstel en het bepalen van de beste gepersonaliseerde behandeling. Met deze inspanningen versterkte zij haar krachtige wetenschappelijke profiel van fundamenteel georiënteerd onderzoek dat tegelijkertijd perspectief bood op de verbetering van de kwaliteit van menselijke levens. Haar indrukwekkende prestaties leverden haar onlangs een promotie op tot universitair hoofddocent. Amanda was ook sterk gemotiveerd om het wetenschappelijke proces te helpen verbeteren. Zo was zij erg betrokken bij het promoten van Open Science en Open Access publiceren en werd zij FPN-ambassadeur van de Open Science Community Maastricht.

Maar wat Amanda tot een waar rolmodel maakte was hoe zij een succesvolle carrière in de wetenschap combineerde met haar rol als liefhebbende moeder en toegewijde partner in een jong gezin met drie kinderen. Haar wijsheid en passie voor alle aspecten van het leven waar ze zo van hield, wijst de weg voor alle jonge ouders die onderzoek, onderwijs en een gezin combineren. Ze maakte altijd tijd voor anderen en voor de dingen die zij belangrijk vond in het leven.

Amanda was ook een begenadigde zangeres, en zij deelde haar talent graag met anderen. Uit haar zang sprak haar grote levensvreugde en humor, maar ook compassie en een sterk gevoel van rechtvaardigheid. Boven alles liet haar manier van zingen zien hoeveel zij van het leven hield. Dit was overduidelijk in haar vertolking van “Gracias a la Vida” (Violetta Parra), een lied waar zij enorm van hield. En wanneer het leven moeilijk werd voor haarzelf of anderen, dan gaf haar wijze blik op het leven het juiste perspectief om alles een plaats te geven. Een perspectief dat ze deelde, met een warme en begripvolle glimlach.

Amanda, jouw glimlach zal altijd bij ons blijven. We zullen je niet vergeten.