Inhibitie

Een ander woord voor inhibitie is remmen. Door te remmen, kun je kiezen hoe je reageert bij een opkomende gedachten of op iets dat in de buitenwereld gebeurt, zoals een geluid dat je hoort. Om een reactie te kunnen kiezen moet je een moment stilstaan. Je bouwt een korte pauze in voordat je handelt of reageert. Hiermee creëer je het moment om na te kunnen denken over de mogelijke gevolgen van een reactie of een handeling, voordat je de handeling hebt uitgevoerd of de reactie hebt gegeven. Door te remmen maak je minder fouten.

Daar waar bij SP inhibitie bij prikkelverwerking relevant is (inhibitie staat ook voor het negeren van een irrelevante prikkel), is het inhiberen van motorische reacties een relevante EF. Hier geven we je een paar voorbeelden van een goede inhibitie. Kun je er zelf ook bedenken?

Voorbeelden van goede Inhibitie

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

Peggy, 8 jaar, moet van haar moeder haar kamer opruimen. Ze begint voortvarend haar boeken op de plank te leggen. Dan ziet ze haar favoriete boek. Ze wil eigenlijk gaan lezen in dit boek. Peggy heeft een goede inhibitie als ze niet meteen begint te lezen, maar eerst nadenkt of dit een goed idee is. Wat vindt haar moeder ervan als ze stopt met opruimen? Door te stoppen kan ze beslissen om verder te gaan met het opruimen van haar kamer, of om het boek te gaan lezen.

Voorbeeld 3

Margriet ziet dat Bjorn, een kind dat voor in de klas zit, een potlood laat vallen. Haar eerste ingeving is om op te staan uit haar stoeltje en naar voren te rennen om Bjorn erop te wijzen dat zijn potlood is gevallen. Maar de meester had gezegd dat iedereen moest blijven zitten. Voordat ze handelt denkt ze na over de consequenties en besluit ze niet te handelen.

Voorbeeld 4

Je slaat met een hamer niet op de spijker maar per ongeluk op je duim. Je eerste reactie is om heel hard te vloeken, maar er zijn jonge kinderen in de buurt. Je onderdrukt die eerste neiging en je loopt naar de kraan om je duim onder koud water te houden met de hoop dat het minder pijn doet.

Spelenderwijs inhibitie oefenen

Spel 1

Spel 2

Een kind krijgt het symbool voor praten en de ander een symbool voor zwijgen. Het kind met een symbool voor praten mag een kort verhaaltje vertellen en de ander mag op dat moment niets zeggen. Waarom is het zo moeilijk om te zwijgen?

Spel 3

De kinderen krijgen de taak om te dansen als ze een muziekje horen. Als de muziek onverwachts stopt moeten ze acuut stil blijven staan.

Spel 4

Kinderen moeten klappen als ze een plaatje van een appel zien. Maar alleen als ze een appel zien. Laat ze heel kort na elkaar 10x een plaatje van een appel zien. De kinderen moeten dan kort na elkaar 10x klappen. Je zult merken dat als je na een tijdje ineens een plaatje van een poes laat zien het heel lastig is om niet te klappen. Waarom is dit zo lastig?

Om dit remmen (of inhiberen) aan te leren, wordt vaker gebruik gemaakt van de 'stop-denk-doe methode'. Een kind krijgt een opdracht te horen en voordat het kind mag reageren moet hij de volgende vragen beantwoorden: Stop! Wat moet ik doen? En als ik gestopt ben: Denk! Hoe ga ik het doen? En wat zijn de consequenties van wat ik ga doen? Daarna mag het kind pas gaan handelen. Tenslotte vragen we het kind zijn werk te controleren. Op de volgende bladzijde vind je een voorbeeld van een werkblad dat gebruikt kan worden wanneer je de Stop-Denk-Doe methode gebruikt.