Desinformatie en democratie: hoe gaan we om met waarheid in een digitaal tijdperk?

In de afgelopen jaren is desinformatie een van de grootste uitdagingen voor de democratie geworden. De verspreiding van misleidende informatie, vooral na het Brexit-referendum en de verkiezing van Donald Trump in 2016, heeft het onderwerp volop in de schijnwerpers gezet. 

“Desinformatie is echter geen nieuw fenomeen”, legt Betto van Waarden, Universitair Docent geschiedenis, uit, “ook al behandelen we het wel als zodanig. Hoewel het controleren van feiten en het tegengaan van desinformatie cruciaal zijn, moeten we naar het bredere plaatje kijken. De aanname dat democratie soepel functioneert zolang de samenleving met correcte feiten wordt gevoed, is onjuist. Democratie werkt juist wanneer er concurrerende wereldbeelden in de maatschappij leven.”

Democratie en waarheid: een complexe relatie

Men gelooft vaak dat de democratie in de 'goede oude tijd' gebaseerd was op waarheid en feiten. Maar volgens Betto is dat een nostalgische mythe. “Feiten zijn belangrijk, maar ze spreken niet voor zichzelf. Ze moeten worden geïnterpreteerd en besproken in een democratisch debat”, legt hij uit. “Democratie draait niet om een absolute waarheid, maar om verschillende wereldbeelden die met elkaar in gesprek gaan. De vraag is niet alleen wat waar is, maar ook wie bepaalt wat als waarheid wordt gezien en hoe die waarheid in de loop van de tijd verandert.”

Desinformatie gaat niet alleen over valse informatie, maar ook over macht. Wie heeft controle over het dominante verhaal? Volgens Betto is democratie niet het regeren op basis van absolute waarheid, maar op basis van de stem van het volk. “Historisch gezien heeft het politieke establishment vaak waarheden van anderen, zoals vrouwen en minderheden, ondermijnd”, zegt hij.

De complexiteit van desinformatie

Onderzoek naar desinformatie is versnipperd. Mensen worden niet alleen beïnvloed door nepnieuws, maar ook door een web van sociale invloeden, zoals familie, vrienden en sociale media. Hierdoor is desinformatie moeilijk te meten. “Als je iemand één voorbeeld van nepnieuws laat zien, verandert zijn wereldbeeld niet direct”, zegt Betto. “Veel onderzoek richt zich op kortetermijneffecten, maar we moeten juist kijken naar de bredere langetermijneffecten. Dat betekent dat we het lab uit moeten en desinformatie moeten bestuderen in de echte wereld – hoe moeilijk dat ook is.”

Daarom is het sectorplan van de Universiteit Maastricht zo belangrijk. Acht onderzoekers verspreid over vier faculteiten – de Faculty of Psychology and Neuroscience, de School of Business and Economics, de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen – werken samen om de verschillende onderzoekslijnen met elkaar te verbinden. Een historisch perspectief is essentieel om de evolutie van desinformatie te begrijpen. “Het lijkt misschien alsof nepnieuws een nieuw probleem is, maar gevechten om de waarheid zijn er altijd geweest”, zegt Betto. “Wat veranderd is, is de technologie en de schaal.”

Van propaganda tot AI: de evolutie van desinformatie

Wat we nu 'desinformatie' noemen, stond ooit bekend als propaganda. Overheden probeerden altijd al de publieke opinie te beïnvloeden. “Een eeuw geleden hielden de Duitsers zorgvuldig bij hoeveel ze uitgaven aan het internationaal omkopen van kranten”, legt Betto uit. “Ze hielden zelfs in de gaten wat de Fransen, Britten en Russen betaalden voor media-invloed. Achter de schermen deed de Duitse regering er ook alles aan om nieuwsagentschappen te controleren die informatie over de hele wereld verspreidden. Een Amerikaan kon zijn krant in New York lezen zonder zich ervan bewust te zijn dat het nieuws eigenlijk uit Duitsland kwam. Grote internationale nieuwsagentschappen beheersten een groter deel van de wereldwijde informatie dan Google of Meta vandaag de dag doen.”

Tegenwoordig zijn de mechanismen misschien veranderd, maar de fundamentele strategieën blijven hetzelfde. “Propaganda werd een vies woord, maar dat is wat desinformatie is”, stelt Betto. “We moeten de huidige discussies verbinden met historisch onderzoek naar propaganda – we hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden.”

Met de opkomst van kunstmatige intelligentie wordt de situatie nog complexer. AI kan zelfstandig verhalen creëren en verspreiden, wat nieuwe vragen oproept over de controle van informatie. “In tegenstelling tot eerdere technologieën bepaalt AI het verhaal zelf”, waarschuwt Betto. “Hoe zorgen we ervoor dat AI aansluit bij democratische waarden? De normen van de jaren 1950 beschouwen we als achterhaald, omdat we die normen nu bijvoorbeeld racistisch of seksistisch vinden. Maar AI leert van het verleden, dus hoe zorgen we ervoor dat het in lijn blijft met onze veranderende waarden?”

Gayatri Malhotra
Gayatri Malhotra

Timing en de invloed op democratie

Niet alleen de inhoud van informatie is belangrijk, maar ook wanneer en hoe die wordt verspreid. In een tijd van informatieovervloed krijgen burgers vaak niet de juiste informatie op het juiste moment. Timing speelt een veel grotere rol in de democratie dan we geneigd zijn te erkennen. “Er is nu meer informatie beschikbaar dan ooit tevoren,” zegt Betto. “Maar het echte probleem is niet nauwkeurigheid - het is timing. Krijgen mensen de juiste informatie wanneer ze die echt nodig hebben?”

Timing is vooral cruciaal in de politiek. “De manier waarop informatie wordt georganiseerd en hoe lang mensen hebben om die te verwerken, beïnvloedt democratische processen. Verschillende instellingen werken met verschillende tijdschema's - senatoren dienen langere termijnen en grondwetswijzigingen moeten opnieuw worden goedgekeurd door de volgende regering, wat zorgt voor een meer deliberatief proces. Toch is er de laatste jaren een groeiende voorkeur voor een sterk uitvoerend leiderschap, een trend die door COVID-19 versneld werd. Als gevolg daarvan is de macht verschoven van parlementen naar presidenten, die sneller beslissingen kunnen nemen.”

Onderzoek suggereert echter een paradox: terwijl parlementaire beraadslaging langer duurt, leidt beleid dat ontwikkeld wordt door middel van langzamere, grondigere discussies vaak tot een snellere en effectievere implementatie. “Dit onderstreept de noodzaak van institutioneel overleg – niet alleen om beleidsmakers de tijd te geven om informatie te verwerken, maar ook om ervoor te zorgen dat burgers geïnformeerd en betrokken zijn. Burgereducatie speelt hierbij een cruciale rol door mensen de middelen te geven om op een zinvolle manier door politieke processen te navigeren.”

De timing van politieke berichtgeving beïnvloedt ook de publieke perceptie. “Spreektijden in het parlement worden bijvoorbeeld vaak afgestemd op de nieuwscycli op televisie. Een minister kan laat in de middag spreken – net op tijd voor het avondnieuws, maar te laat voor critici om nog te reageren. Dit strategisch gebruik van timing is niet nieuw. Al in de 19e eeuw paste het Britse parlement zich aan om beter in de media te verschijnen.”

Samenwerken en leren van het verleden

Om desinformatie beter te begrijpen, is samenwerking tussen verschillende disciplines nodig. Historisch onderzoek kan waardevolle lessen bieden voor het heden. De regulering van politieke informatie is daarbij een belangrijke uitdaging. Sommige landen beperken verkiezingscampagnes tot vier weken om te voorkomen dat burgers continu worden overspoeld met politieke boodschappen. “We moeten onderzoeken hoe overheden informatie beïnvloeden en wie uiteindelijk de agenda bepaalt: de media of de politici?” stelt Betto.

Desinformatie gaat verder dan alleen fact-checking. We moeten kijken naar de bredere democratische implicaties. Timing speelt een cruciale rol in hoe informatie de politiek beïnvloedt. En AI brengt nieuwe uitdagingen met zich mee die toekomstbestendige regelgeving vereisen.

Interdisciplinaire samenwerking, zoals binnen de sectorplannen, is essentieel. Door de kloof tussen geschiedenis, recht, economie en psychologie te overbruggen, kunnen we een genuanceerder begrip van desinformatie ontwikkelen. “Desinformatie is niet nieuw en we hebben ervaring in het omgaan ermee”, concludeert Betto. “De vraag is: hoe passen we die lessen toe op de uitdagingen van vandaag?”

 

Tekst door: Eva Durlinger
Afbeeldingen door: Claire Gilissen en Gayatri Malhotra

Lees ook

  • Sprechen Sie Deutsch?

    Zijn middelbare scholieren voldoende voorbereid op een Euregionale arbeidsmarkt? Wat gebeurt er wanneer medewerkers met anderstaligen in contact komen op de werkvloer? En waarom ervaren sommigen dit contact als problematisch, maar anderen niet? 

    Daan Hovens