Internationalisering

Het einde van de international classroom?

Rechtswetenschapper Amy Azhar over de onbedoelde gevolgen van mogelijke nieuwe wetgeving die de instroom van buitenlandse studenten in Nederland moet beperken.

Amy Azhar verliet vijf jaar geleden haar geboorteland Iran, in eerste instantie om in Leiden haar tweede LLM te behalen. Ze werkte een aantal jaren als juridisch adviseur in verschillende jurisdicties zoals Iran, de Verenigde Arabische Emiraten en de Verenigde Staten, deed een stage in Duitsland en was rechtsonderzoeker aan de Radboud Universiteit en de Rijksuniversiteit Groningen. Uiteindelijk belandde ze bij het Institute for Transnational and Euregional cross-border cooperation and Mobility (ITEM) van de UM. Natuurlijk volgen zij en haar collega's met belangstelling de plannen van de Nederlandse overheid voor een nieuwe wet om de instroom van internationale studenten aan Nederlandse universiteiten in te dammen.

"Ik snap beide kanten van het verhaal: als voormalig internationaal student en als iemand die begrijpt hoe het wetgevingsproces in zijn werk gaat." De overheid zou simpelweg een maximum kunnen instellen voor het aantal internationale studenten. Maar dit zou niet gelden voor EU-burgers, die niet gediscrimineerd mogen worden. Azhar wijst erop dat slechts 8% van de studenten van de UM niet-EU-onderdanen zijn en denkt dat de maatregelen vooral voortvloeien uit nationalistische stemmingmakerij.

Dat wil niet zeggen dat het alleen maar te maken heeft met xenofobie. De overheidsfinanciering van universiteiten is gebaseerd op het aantal studenten dat ze hebben. Het kapitalistische principe van grenzeloze groei speelt daarbij een rol. Engelstalig onderwijs heeft gezorgd voor enorme aantallen Europese studenten, die voornamelijk STEM-opleidingen volgen. Dat heeft weer geleid tot meer jonge mensen in universiteitssteden en dus tot woningnood en lawaaiigere stadscentra. Maar om haar voortbestaan te garanderen zal de UM hetzelfde aantal studenten moeten aantrekken – of ze nu Nederlands zijn of niet. Het totale aantal vereiste studenten verandert niet; maar de pool van kandidaten met de juiste kwalificaties zou wel een stuk kleiner worden. Voor welk probleem zoekt de overheid eigenlijk een oplossing?

Legitieme zorgen en onderbuikwetgeving

"Je moet het natuurlijk zien tegen de achtergrond van de legitieme zorgen van het electoraat over huisvesting en, in mindere mate, gezondheidszorg." Veel mensen vinden waarschijnlijk dat het bouwen van studentenwoningen – en betaalbare woningen in het algemeen – een betere remedie zou zijn. Het aanpakken van het 'buitenlandersprobleem' kost echter minder en is populistischer. "Een dwingende landelijke aanpak zal veel onvoorziene gevolgen hebben, en niet alleen voor het hoger onderwijs."

Azhar waarschuwt voor een generieke aanpak, omdat de situatie van onderwijsinstelling tot onderwijsinstelling sterk verschilt. Historische universiteiten in de Randstad hebben misschien geen moeite om een tekort aan studenten van 10% op te vangen, "maar voor de ambities van de UM, wier identiteit is gebaseerd op haar internationale karakter en de status van 'Europese universiteit', kunnen de maatregelen desastreus zijn." Zuid-Limburg is nu al sterk afhankelijk van immigratie om de demografische krimp op te vangen.

Azhar merkt op dat een aanzienlijk deel van de studentenpopulatie van universiteiten meestal op een afstand woont die 'te forenzen valt'. In het geval van de UM gaat het om ongeveer de helft van de studenten. Het verzorgingsgebied van de UM is grotendeels Belgisch en Duits. Bij ITEM doet Azhar onderzoek naar het effect van recente regelgeving op de Europese integratie en mobiliteit van werknemers en studenten. Ze kijkt ook naar de impact op universiteiten in grensregio's in vergelijking met andere universiteiten, en naar de effecten op duurzame economische ontwikkeling en het ondernemingsklimaat in de grensoverschrijdende regio.

"50% minder internationale studenten [en wetenschappelijk personeel] zal verstrekkende gevolgen hebben voor onze stad." Azhar vraagt zich af of de huizenprijzen in Maastricht niet afhankelijk zijn van de potentiële inkomsten uit het verhuren van kamers aan internationale studenten, ongeacht de staat waarin ze verkeren (de kamers wel te verstaan, niet de studenten...). "De UM en de mensen die daarvan afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud zullen het hardst worden getroffen. Maar denk ook aan huisbazen, restaurants, bars, cafés en dienstverleners die gewend zijn aan de klandizie van internationale studenten."

Terwijl het voor Amsterdam misschien niet moeilijk is om het broodnodige buitenlandse talent aan te trekken, leunt Zuid-Limburg, en dan vooral de biotech-sector, zwaar op pas afgestudeerden of op werknemers die worden gelokt door de belofte van een internationale omgeving. "Er is veel onderzoek, ook door ons, naar de positieve impact van internationale studenten op economieën, de arbeidsmarkt en de welvaart in het algemeen." Hoewel mensen het misschien irritant vinden dat hun barista geen Nederlands spreekt, moeten ze bedenken dat als een Nederlander bereid was geweest om dit werk te doen, hij of zij de voorkeur zou hebben gekregen. Het alternatief voor een buitenlandse barista is geen barista.

Nederlands als onderwijstaal – en als taal die buitensluit

In de praktijk zullen niet-Nederlandse EU-studenten vooral worden afgeschrikt als het Engelstalig onderwijs wordt afgeschaald. Een van de ideeën is om het aantal Engelstalige opleidingen te beperken; een ander is om ten minste één Nederlandstalige cursus in alle curricula op te nemen. Het is goed om erop te wijzen dat Nederland weliswaar heel goed hoger onderwijs heeft, maar dat geen van de universiteiten goed genoeg is om iemand te leren om op wetenschappelijk niveau vloeiend Nederlands te spreken. Dat zou hoe dan ook jaren duren. Als iemand een andere taal dan het Engels zou moeten leren om te kunnen studeren, zou diegene waarschijnlijk Spaans of Frans kiezen, talen die meer dan twintig keer het bereik van het Nederlands hebben.

"Ik kwam naar Nederland omdat ik in het Engels kon studeren in een internationale omgeving. Als dat niet zo zou zijn geweest, was ik naar Duitsland gegaan, waar het onderwijs gratis is, de kosten van levensonderhoud lager zijn en de arbeidsmarkt veel groter is," zegt Azhar, die vloeiend Perzisch, Arabisch, Frans en Engels spreekt. Ze begon in 2020 Nederlands te leren – niet uit professionele noodzaak, maar in een poging om te integreren. Ze heeft net haar B2-certificaat behaald: goed genoeg voor een privé- of professioneel gesprek, maar niet voldoende om rechten te studeren of er onderwijs in te geven.

Azhar benadrukt het belang van Engelstalig hoger onderwijs als een manier om buitenlands talent aan te trekken en op te nemen in de Nederlandse samenleving. "De drempel is veel lager als je jong bent: je hebt weinig te verliezen en kunt nog altijd ergens anders heen als het je niet bevalt. Maar als je het leven hier prettig vindt en je al een netwerk hebt opgebouwd, is de kans veel groter dat je hier blijft en gaat werken." Hooggekwalificeerde werknemers hebben de luxe om te beslissen waar ze gaan werken, dus je goed en welkom voelen is belangrijk. Dit blijkt ook uit onderzoek van ITEM.

"Ik had overschat hoe open en gastvrij Nederlanders zouden zijn," vat Azhar haar ervaringen samen. "Ik voelde me eerder getolereerd dan geaccepteerd, zowel privé als op het werk." Ze worstelde met eenzaamheid en discriminatie. Een van de redenen dat ze zich Amy noemt in plaats van Armaghan is het merkbare verschil bij sollicitaties. Ze is wat dat betreft vol lof over de UM: "Het sollicitatie- en inwerkproces hier was erg goed. Ik voelde me snel geïntegreerd en gelijkwaardig aan collega's. Ik was niet 'de buitenlander', maar maakte deel uit van een multinationale gemeenschap."

En toch is Azhar een van die buitenlanders die gevoelig is voor de signalen die deze nieuwe wet afgeeft. Heeft het haar van gedachten doen veranderen over het opbouwen van een bestaan in Nederland? "Dat hangt af van de uitslag van de verkiezingen in november," zegt ze met een beetje weemoed in haar stem. "Helaas is op veel arbeidsmarkten iemands paspoort belangrijker dan zijn of haar kwalificaties en vaardigheden. Canada is bijvoorbeeld veel gastvrijer; ze bieden een versnelde procedure voor immigratie en ook voor de toelating tot de balie." Azhar ziet zichzelf als een hooggekwalificeerde migrant die bijdraagt aan de maatschappij waarin ze leeft. Zo wil ze ook gezien worden – het liefst hier.

Lees ook

  • “Ik ben er trots op dat onze nieuwe groep Circular Plastics het eerste volledig eigen onderzoek publiceerde”, zegt Kim Ragaert. Drie jaar geleden, bij haar start in Maastricht, zette ze de onderzoeksgroep op. Inmiddels staat ze aan de basis van menige innovatie op het gebied van plasticrecycling en...

  • Mayke Oosterloo is bewegingsstoornissen neuroloog in het Maastricht UMC+ en onderzoeker bij instituut MHeNs van Maastricht University. Op de poli en in verschillende verpleeghuizen in Limburg begeleidt en behandelt ze patiënten (en hun naasten) met de ziekte van Huntington

  • Bloedprikken, een infuus aanleggen of in het oor kijken; zelfs ogenschijnlijk eenvoudige medische handelingen kunnen bij kinderen angst, pijn en stress veroorzaken. Volgens kinderarts-intensivist Piet Leroy zijn comfort en vertrouwen net zo belangrijk als de medische behandeling zelf. Hij onderzoekt...