Traumavrije zorg voor zieke kinderen

Bloedprikken, een infuus aanleggen of in het oor kijken; zelfs ogenschijnlijk eenvoudige medische handelingen kunnen bij kinderen angst, pijn en stress veroorzaken. Volgens kinderarts-intensivist Piet Leroy zijn comfort en vertrouwen net zo belangrijk als de medische behandeling zelf. Hij onderzoekt daarom hoe zorgverleners traumavrije zorg kunnen bieden en op welke manier zorgverleners comfortzorg kunnen leren toepassen. Leroy is benoemd tot hoogleraar ‘procedurele comfortzorg, sedatie en analgesie bij kinderen voor traumavrije zorgverlening’, en sprak op 8 maart 2024 zijn inaugurele rede uit, getiteld “Omarm de kwetsbaarheid”.

Procedureel leed

Pijn en angst zijn onvermijdelijk bij ziekte en behandeling, maar voor kinderen kunnen deze emoties versterkt worden door medische handelingen. Dat wordt procedureel leed genoemd. 

Een ziek kind begrijpt niet waarom een onderzoek of behandeling nodig is, en gaat zich verzetten”, legt Leroy uit. “Al snel wordt dan toch even doorgepakt, want zorgverleners willen het kind goed onderzoeken en behandelen. Maar één keer in bedwang gehouden worden om in de oren te kijken kan voor een kind een hele nare ervaring zijn die het onthoudt”. 

Het ervaren van procedureel leed door jonge kinderen heeft niet alleen directe gevolgen, zoals extra pijn en angst op dat moment, maar het kan de genezing belemmeren en zorgen voor wanvertrouwen tegenover zorgverleners.

Opstapeling

Al vanaf zijn eerste jaren als kinderarts houdt Leroy zich bezig met het verminderen van procedureel leed. Aanvankelijk door kinderen in diepe slaap te brengen voor procedures die overduidelijk erg pijnlijk of vervelend zijn, zodat ze die niet bewust meekrijgen. Later leidde een persoonlijke ervaring tot een verschuiving naar procedureel comfort – ook voor handelingen die objectief gezien niet veel pijn doen. “Mijn dochter heeft een ernstige ziekte overleefd dankzij goede medische zorg. Maar een half jaar na haar behandeling raakte ze volledig in paniek toen de juf van de peuterspeelzaal haar een pleister wilde geven: een pleister kreeg ze in het ziekenhuis na iedere prik. De psychologische impact van de opstapeling van kleine handelingen heeft een paar jaar geduurd”. Leroy bedacht daarop oplossingen voor de praktijk, deed daar onderzoek naar, schreef richtlijnen, richtte een kenniscentrum op, en bekleedt nu een leerstoel. “Mijn dochter zegt altijd dat ik dankzij haar carrière heb kunnen maken”, lacht Leroy.

Hoe kan het anders?

Ik ben van nature geen toponderzoeker, dat is nooit echt mijn primaire ambitie geweest. Ik ben een zorgverlener, een clinicus, een kinderarts en in mijn vakgebied kindergeneeskunde houd ik me al heel lang bezig met een domein dat niet of nauwelijks aan bod komt en dat is pijn en angst van kinderen die naar een ziekenhuis komen. Binnen dat domein ga ik op zoek naar methodes op de werkvloer voor als een kind een medische verrichting moet ondergaan, naar het antwoord op de vraag: hoe kan dit anders?”, legt Piet uit.

Uit onderzoek blijkt dat er een hele bibliotheek aan betere methodes voorhanden is, die ook wetenschappelijk onderbouwd zijn, maar die op de werkvloer amper worden toegepast om allerlei redenen. Meestal omdat de mensen er niet deskundig in zijn, de methode niet altijd inzetbaar is, niet alle betrokkenen eenzelfde doel voor ogen hebben, maar ook, en dat is de belangrijkste reden, omdat elk kind anders is als het om angst en pijn gaat. En dat maakt dit zo anders dan vele andere aspecten van het medisch handelen. Wanneer een zorgverlener de juiste dosering van een medicijn moet vaststellen voor een kind, dan kan deze dit gemakkelijk berekenen aan de hand van het gewicht. En voor de meeste aandoeningen bestaan er heldere protocollen. Dit is een geijkte methode en is voor ieder kind hetzelfde en kan keer op keer toegepast worden, ongeacht de leeftijd of persoonlijkheid van het kind. 

Echter, als het gaat om de beleving van angst of pijn van een kind tijdens een ziekenhuisbezoek, dan is dat voor ieder kind anders. Om het vertrouwen van een kind te winnen, dient een zorgverlener rekening te houden met individuele factoren zoals het ontwikkelniveau en de karaktereigenschappen van het kind, wat voor ouders heeft het kind, of het kind in het verleden al eens eerder in het ziekenhuis is geweest, ... . Al deze variabelen spelen een rol bij het bepalen van de juiste behandelmethode. Of een bepaalde methode zal werken hangt in belangrijke mate af hoe zorgverlener en kind/ouders zich tot elkaar verhouden. Vertrouwen ontstaat immers tussen individuen en dat proces is lastig te voorspellen. Voor zorgverleners gaat het dan ook om een complexe en onzekere taak.  Protocollen kunnen daarbij wel helpen maar houden niet de oplossing in. De echte oplossing zit altijd in de relatie die ontstaat tussen alle betrokkenen. Hoe de zorgverlener als mens communiceert en handelt speelt daarbij een heel grote rol. Nog te vaak wordt deze vaardigheid toegeschreven aan de persoonlijkheid van een zorgverlener. Ik meen echter dat het om een aan te leren deskundigheid gaat die we tot op heden veronachtzaamd hebben binnen onze zorgopleidingen.

Zeven strategieën

Piet Leroy - SHE

Om het minder complex te maken heeft Leroy in totaal 7 strategieën voor comfortzorg ontwikkeld die een team van zorgverleners in de praktijk kan toepassen bij een kind dat een medische verrichting moet ondergaan. Hiertoe heeft hij eerst letterlijk honderden praktijksituaties in de behandelkamer gefilmd en achteraf geanalyseerd, waarbij hij zichzelf steeds de vraag heeft gesteld: “Is het team erin geslaagd om bij dit kind een vertrouwensvolle ervaring te realiseren?”. 

Naast videografie heeft Piet eveneens groepen zorgverleners bij elkaar gezet, waaronder ouders, familieleden, thuiszorg en de patiënten zelf en laat ze met elkaar het gesprek aangaan en succesverhalen benoemen over, bijvoorbeeld, omgaan met pijnbestrijding.

Je krijgt dan al gauw 10 tot 15 verschillende verhalen, en dus ook strategieën, om pijn succesvol te bestrijden. Vaak komen ouders en familieleden met hele andere oplossingen, omdat zij dagelijks met de patiënt te maken hebben en inventief moeten zijn in het vinden van methodes. Door dit met elkaar te delen kan iedereen van elkaar leren. Dat wordt ook wel collectieve wijsheid of groepsdeskundigheid genoemd”.

Door te ontrafelen hoe zorgverleners, ouders én het kind samen een weg vinden om een medische verrichting succesvol en tegelijkertijd ook comfortabel te maken, worden zinvolle strategieën ontdekt die vervolgens weer aan anderen geleerd kunnen worden. 

Voorbeelden van deze comfortzorg strategieën zijn: hoe ga ik de ontmoeting met een kind aan zodat ik aansluit bij een kind en zijn/haar ouders, te weten kom wat voor hen op het spel staat, het ontstaan van angst vermijd en ik hun vertrouwen win? Wat kan ik doen in geval van pijn? Hoe zorg ik ervoor dat het kind de arm stilhoudt? Als het kind angstig is, moet ik wel doen wat ik van plan was te doen? Wat doe ik na de medische verrichting? De techniek van comfortzorg zit in de juiste woorden gebruiken, leren afleiden, leren een kind mee te nemen in wat je gaat doen. En bij elk kind opnieuw uit te zoeken wat het comfort en vertrouwen biedt.

Kennisnetwerk PROSA

Binnen ziekenhuizen worden teams vervolgens opgeleid om deze 7 strategieën in de praktijk te leren toepassen, niet zozeer als een protocol, maar meer als een soort handvat waarmee ze aan de slag kunnen. Piet heeft er heel bewust voor gekozen dat je aan deze opleiding enkel als team kunt deelnemen, niet als individu, omdat je in de zorgpraktijk ook als team acteert in dit soort situaties en zelden of nooit alleen. Inmiddels worden er al in meer dan 40 ziekenhuizen zorgteams op deze wijze opgeleid en leren zij de basiskennis en –vaardigheden voor traumavrije zorg aan kinderen. Door het oprichten van kennisnetwerk PROSA worden de opgedane ervaringen van deze zorgteams op adequate wijze met elkaar gedeeld, opdat men continu van elkaar leert en relevante kennis, uitdagingen en deskundigheid deelt.

Comfortzorg als standaard

Pijn en angst bij kinderen tijdens een medische verrichting zullen niet altijd te vermijden zijn, maar Leroy hoopt in ieder geval te bereiken dat het rekening houden met angst en pijn een algemeen gedachtegoed wordt en dat een zorgteam zich bij iedere stap die het zet afvraagt wat het betekent voor het kind. Hij streeft ernaar om van procedurele comfortzorg de standaard te maken en dat er geleerd wordt om te zorgen zonder trauma’s te veroorzaken, niet alleen bij kinderen maar zeer zeker ook bij volwassenen. Dat er in de zorg meer plek komt voor menselijkheid.

We zijn mensen, sociale wezens. En mensen willen vertrouwen. Het zou zo mooi zijn als er niet enkel naar de medische handeling gekeken wordt, maar de focus op comfortzorg en het winnen van vertrouwen even groot zijn”, aldus Piet.

 

Een andere versie van dit verhaal werd al eerder gepubliceerd door het MUMC+

Tekst: Tonita Perea y Monsuwé

Foto's: Joey Roberts

Vond je dit artikel interessant? Volg ons op Instagram en LinkedIn voor meer nieuws!

Lees ook

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...

  • Berta Cillero Pastor is universitair hoofddocent en groepsleider bij het MERLN Institute for Technology-Inspired Regenerative Medicine. Haar onderzoek richt zich op massaspectrometrie (imaging) om inzicht te krijgen in moleculen in cellen en weefsels voor biomedisch onderzoek.

  • Op 8 februari 2024 promoveerde Janine Ziemons aan Maastricht University op het proefschrift The role of the gut microbiota in human cancer, the power of an equilibrium. Dit proefschrift is het resultaat van Ziemons’ onderzoek naar de rol van het microbioom in kanker - dikkedarmkanker maar ook...