Commissiedebat Internationalisering verloopt rustig

Tweede kamer geeft minister ruimte voorstellen uit te werken

Eindelijk was het gisteren zover. In het commissiedebat over beheersing van de instroom van internationale studenten kreeg de Tweede kamer de kans te reageren op de eerdere voorstellen van de minister. Die voorstellen besloegen wel veel onderwerpen, maar waren nog weinig concreet uitgewerkt. Zou de Kamer hier genoegen mee nemen en de minister de ruimte geven via de door hem geschetste lijn tot een wetsvoorstel te komen? Die ruimte kreeg hij zeker. Waar de Kamer eerder dit voorjaar nog heel fel was, was het debat gisteren eerder mild van aard. Voor de UM was het vooral belangrijk dat meerdere partijen en ook de minister op het belang van maatwerk duidden en verwezen naar de verschillen in impact van maatregelen afhankelijk van de regio. Is daarmee de kou voor de UM uit de lucht? Dat zou een veel te makkelijke en snelle conclusie zijn. Het blijft zo dat de instroom van buitenlandse studenten beter moet worden beheerst en dat er daarom strengere regelgeving aankomt. Regelgeving die de sturingsinstrumenten gaat bieden om, zoals de politiek het verwoordt, de balans in het stelsel terug te brengen. Strenger omgaan met het toestaan van Engelstalige opleidingen is een van die instrumenten.

Over het algemeen reageerden de woordvoerders van de diverse partijen positief op de plannen van de minister. Het debat leidde niet tot aanvaringen. Wel werden diverse aandachtpunten aan de minister meegegeven. De VVD was vooral blij dat straks een fixus op een track mogelijk is, dat instellingen de instroom van niet-EER studenten kunnen beperken en dat ruimte ontstaat voor een noodfixus. Ook ondersteunt de partij maatwerk, zeker omdat de economische impact per regio kan verschillen. Dat belang rekening te houden met de regio kwam ook bij D66 en CU terug. De SGP gaf ook aan dat er best verschillen tussen universiteiten mogen zijn. In grensregio’s zou dat naast Engels ook om Duits of Frans kunnen gaan. De minister ging hier verder in zijn beantwoording niet sterk op in, maar bevestigde terloops inderdaad wel weer het belang van maatwerk afhankelijk van regio.

Regievoering

Tijdens het debat kwam meerdere malen het gesprek op het door het ministerie voorgestelde regieorgaan. De minister had het hier eerder over gehad. Zo’n orgaan zou moeten bewaken dat de instroom inderdaad zou worden beheerst. Het viel op dat meerdere woordvoerders aangaven weliswaar te hechten aan regievoering, maar dat dit een taak zou moeten zijn van de onderwijsinstellingen zelf. Zelfregulering dus. Opvallend was dat de minister zelf het ook niet meer had over een apart orgaan, maar enkel sprak over regievoering. Hij gaf aan met strengere kaders te komen om ruimte te geven voor Engelstalige opleidingen. Van instellingen verwacht hij in de toekomst dat zijzelf aan de hand van de kaders regie voeren en meer samenwerken. Lukt dat niet, dan wil hij wel een onafhankelijk adviesorgaan in het leven roepen, dat de minister kan waarschuwen, zodat deze aan de noodrem kan trekken. Om zo’n systeem goed te laten werken, wordt een monitoringsdashboard ontwikkeld.

Nederlands

Eigenlijk werd door alle partijen gewezen op het belang van het Nederlands. Natuurlijk waren er duidelijke verschillen. Voor enige partijen is het heel duidelijk: het aantal Engelstalige opleidingen moet minder. Daarbij werd door een van de woordvoerders aangegeven dat het huidige wettelijke argument dat de herkomst van de studenten voldoende is om een Engelstalige opleiding te kunnen starten van tafel moet. Ook wordt sterk gehecht sterk aan het toepassen van en het kennismaken met Nederlands. Voor sommige partijen is die kennismaking prima buiten het curriculum, andere zien eigenlijk het liefst dat buitenlandse studenten verplicht kennismaken met Nederlands in het curriculum. Nederlands is voor de meeste partijen in het hoger onderwijs de norm. Kennismaking met de Nederlandse taal vergroot ook de kans dat studenten na afstuderen in Nederland blijven. Ook werd opnieuw aangegeven dat specifiek voor Nederlandse studenten aandacht moet worden geschonken aan hun Nederlandse taalvaardigheid. Een tegen geluid bij taal was bijna afwezig. Slechts een keer werd opgemerkt dat taal niet mag worden ingezet om hindernissen voor buitenlandse studenten op te werpen.

Zwaardere toets Engelstalige opleidingen

De minister besteedde in zijn beantwoording ruim tijd aan het taalonderwerp. Hij onderschrijft het belang van het Nederlands als academische taal. Zijn vertrekpunt is derhalve dat opleidingen in het Nederlands worden aangeboden. Binnen zo’n Nederlandstalige opleiding mag vervolgens 1/3 deel in een andere taal worden aangeboden. Dan zijn er natuurlijk uitzonderingen waar met recht en reden een opleiding volledig Engelstalig mag worden verzorgd. Het aantal uitzonderingen zal echter minder worden, omdat binnen de beoordeling doelmatigheid een nieuw en streng toetsingskader een plek krijgt (deze toets geldt voor de bachelor en niet de master). Natuurlijk willen wij als UM graag dat bij de toetsing ruimte komt voor regionaal maatwerk. De minister hintte dat dit inderdaad het geval zal zijn. Overigens is het interessant dat de minister gaat onderzoeken of bij de beoordeling van de taalkeuze ook bedrijfsleven en maatschappelijke partijen kan betrekken. Uiteindelijk gaf de minister aan dit nieuwe toetsingskader straks bij de heraccreditatie van bestaande opleidingen mogelijk ook eenmalig te willen inzetten.

De minister wil dat instellingen werken aan taalbeleid. Leg vast wat het eindniveau Nederlands is bij Nederlandse studenten. Werk hieraan binnen het curriculum. Buitenlandse studenten maken wel verplicht kennis met Nederlands, maar dat kan buiten het curriculum.

Bekostiging

Zonder compleet te willen zijn, viel het nog op dat de bekostiging door meerdere partijen in het debat aan de orde werd gesteld. De teneur: eigenlijk moeten de instellingen door de overheid financieel zodanig worden ondersteund dat zij minder afhankelijk worden van aantallen studenten. Gesuggereerd werd dat een verhoging van de vaste voet vergoeding op zijn plaats zou zijn. De minister begreep dat de woordvoerders dit vroegen, maar sprak een duidelijk waarschuwing uit. Ga er niet van uit dat aantallen straks niet meer bepalend zijn. De minister van Financiën zal niet meer geld vrijmaken.

Al met al waren de woordvoerders dus tevreden met de insteek en aanpak van de minister. Puntje van kritiek was wel dat het ministerie veel tijd verloren had laten gaan. Hij moest daarom ook toezeggen alles in het werk te stellen om straks de nieuwe regels in te laten gaan bij de start van het academische jaar 2025/2026. Er zal dus doorgewerkt moeten worden, want een jaar tevoren hebben instellingen en aankomend studenten duidelijkheid nodig. Dat betekent dat het wetsvoorstel voorjaar 2024 door het politieke proces moet zijn heengegaan. Om dat te halen deed de minister de toezegging dat de partijen het voorstel rond half juli zullen ontvangen, waarna tot half september een digitale consultatie gaat lopen.

We blijven als UM nauwgezet de ontwikkelingen volgen en voor onze belangen opkomen. Het is mooi te zien hoeveel regionale organisaties ons hierbij volop ondersteunen.

 Meer informatie: Lees hier de brief van de minister van OCW 'Uitvoering van de motie van het lid Omtzigt'.

Lees ook

  • In je eentje verhuizen naar een nieuw land met een andere cultuur en taal en zonder supportnetwerk is niet niks. Mastersstudente Beverlianne wist na haar aankomst in Maastricht daarom al snel dat ze betrokken wilde raken bij de lokale gemeenschap. Via het Personal & Professional Development Portal...

  • Bloedprikken, een infuus aanleggen of in het oor kijken; zelfs ogenschijnlijk eenvoudige medische handelingen kunnen bij kinderen angst, pijn en stress veroorzaken. Volgens kinderarts-intensivist Piet Leroy zijn comfort en vertrouwen net zo belangrijk als de medische behandeling zelf. Hij onderzoekt...

  • Eerste generatie niet-westerse immigrantenvrouwen competitiever dan Nederlandse vrouwen. Dit en meer blijkt uit onderzoek door Dr. Özge Gökdemir en Prof. Devrim Dumludağ van de Universiteit Maastricht.