ITEM Nieuws

ITEM onderzoek onderbouwing voor innovatief traject Vlaanderen-Nederland

Op woensdag 8 mei, is een innovatief project om grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren door Vlaams minister-president Bourgeois en staatssecretaris Knops gelanceerd. Hierbij wordt onderzocht hoe vergunningen, procedures en overige relevante regelgeving beter op elkaar afgestemd kan worden om zo grensoverschrijdende infrastructuur te stimuleren. Het initiatief werd onderbouwd door een eerste inventarisering over de situatie van North Sea Port, een gefuseerd Belgisch-Nederlands bedrijf. ITEM had in opdracht van Provincie Zeeland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gekeken naar de juridische knelpunten van het bedrijf.

Het fusiehavenbedrijf North Sea Port (de havens van Gent en Terneuzen) is geen onbekende voor ITEM. Het ITEM-team met Dr. Nina Büttgen, Martin Unfried en Prof. Hildegard Schneider deed reeds onderzoek naar probleemgevallen omtrent verschillen in regelgeving in buurlanden Nederland en België (Inventarisatie Grensoverschrijdende Knelpunten North Sea Port). Hier werd vooral geconstateerd dat de administratieve en bureaucratische lasten op het gebied van sociale zekerheid en belastingen een probleem zijn voor de ontwikkeling van een geïntegreerd grensoverschrijdend bedrijf. Dat betekent dat bijvoorbeeld de bezetting van bepaalde functies sterk werd bepaald door de woon- of werkplaats van de medewerkers. Ook moeten medewerkers zelf bij interne vergaderingen die in een gebouw over de grens plaats vinden omvangrijke verklaringen invullen. Daarnaast werd ook hinder geconstateerd door verschillen in de opleiding en bevoegdheid van bepaalde functies zoals havenkaptein en havenmeester.

Naast deze beperkingen voor het ontwikkelen van een geïntegreerd human resource management zijn er obstakels op het gebied van infrastructuur en met betrekking tot grensoverschrijdende activiteiten van bedrijven die in de haven gevestigd zijn.  Dat betreft bijvoorbeeld buis- en pijpleidingen voor het toekomstige transport van CO2, of het vervoer van afval en bepaalde goederen over de grens waar verschillen in milieuwetgeving voor additionele administratieve lasten zorgen.

Met het follow-up traject willen de twee regeringen nu laten onderzoeken op welke manier de Vlaamse en Nederlandse plannings- en vergunningsregelgevingen en beroepsprocedures beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Tevens wordt onderzocht of het juridische instrumentarium van de Benelux oplossingen biedt en of er mogelijkheden zijn tot experimenteerregelgeving.

Minister-president Bourgeois en staatssecretaris Knops laten dit traject aansturen en opvolgen door een bestuurlijke werkgroep die bestaat uit de Gouverneur van Antwerpen, mw. Cathy Berx, de Gouverneur van Oost-Vlaanderen, (momenteel waarnemend) dhr. Didier Detollenaere, voormalig vicepresident Raad van State, dhr. Piet Hein Donner en Commissaris van de Koning in Zeeland, dhr. Han Polman.

Lees ook