ROA-onderzoek naar arbeidsmarktintrede

Arbeidsmarktherstel zet door, maar niet voor alle schoolverlaters

Sinds 2014 zien we een licht herstel op de arbeidsmarkt, en ook dit jaar laat het ROA-onderzoek zien dat over de hele breedte van het onderwijs het werkloosheidspercentage in 2015 (weer) iets is gedaald. Profiteerden eerst vooral de afgestudeerden van het hbo van de aantrekkende economie, nu zien we dat ook de kansen van bijvoorbeeld de gediplomeerden van het mbo-bol toenemen. Toch zien we niet voor iedereen een rooskleurig beeld. Vooral jongeren met een andere etnische achtergrond komen moeilijk aan werk, ook als ze in Nederland zijn geboren. Voor zowel niet-westerse als westerse allochtonen zien we dat ze minder kans hebben op een baan, in vergelijking tot autochtonen met eenzelfde opleiding.  

Bij schoolverlaters met een MBO diploma zien we grote variëteit in arbeidsmarktperspectieven: uiteenlopend van 30% tot 100% kans op een baan op het eigen opleidingsniveau. Toch nemen jongeren het arbeidsmarktperspectief nauwelijks mee in hun studiekeuze. De vraag voor de toekomst is hoe we arbeidsmarktrelevantie bij studiekiezers op het netvlies krijgen. Afgestudeerden geven na hun afstuderen wel aan dat ze spijt hebben van hun opleidingskeuze bij matig arbeidsmarktperspectief. Ook hadden ze beter geïnformeerd willen worden over de beroepsmogelijkheden door de onderwijsinstelling.

Dit en meer blijkt uit het rapport ‘Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2015’, van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt van de Universiteit Maastricht

Het ROA voert jaarlijks een onderzoek uit onder schoolverlaters. Dit rapport gaat in eerste instantie over de gediplomeerde schoolverlaters van het schooljaar 2013/2014, die eind 2015 werden geënquêteerd. De resultaten hebben betrekking op bijna de volle breedte van het onderwijs: VMBO, voltijds MBO (BOL), MBO ‘leren en werken’ (BBL), HAVO, VWO, HBO (voltijd) en WO (voltijd master). Daarnaast biedt het rapport nadere analyses wat de arbeidsmarktintrede betreft van jongeren van (niet-) westerse herkomst en de arbeidsmarktrelevantie van mbo-opleidingen.

Enkele conclusies op een rij:

Gediplomeerde schoolverlaters 2013-2014

  • Werkloosheid daalt maar voor enkele groepen nog steeds op hoog niveau
    Ondanks dat jongeren profiteren van de aantrekkende economie liggen de werkloosheidspercentages nog relatief hoog. Vooral bij de gediplomeerden van opleidingen in de sectoren ‘Economie’ en ‘Gedrag en Maatschappij’.
     
  • Verborgen werkloosheid onder mbo-ers
    Van alle werkenden mbo-ers wenst 34% meer uren te werken dan wat het contract nu toelaat. Van de gediplomeerden van het mbo die minder dan 12 uur per week werken, wil zelfs bijna tweederde graag meer uren werken.
     
  • Gediplomeerden positiever over opleiding als goede basis om te starten op de arbeidsmarkt en het voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden
    De verbeteringen op de arbeidsmarkt worden ook zichtbaar in het oordeel dat jongeren hebben over de gevolgde opleiding. Na 6 jaar van daling in het oordeel zien we in 2015 voor het eerst dat de gediplomeerden weer positiever oordelen over de gevolgde opleiding als basis om te starten op de arbeidsmarkt en om kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen.
  • Ontevredenheid over voorlichting beroepsmogelijkheden
    Slechts een op de drie gediplomeerden van het mbo en hbo is tevreden met de geboden voorlichting over beroepsmogelijkheden van hun opleiding. Dit resultaat is zorgwekkend omdat het hier om beroepsopleidingen gaat, deze lage tevredenheid lijkt structureel .

Arbeidsmarktrelevantie van mbo beroepsopleidingen: een nadere analyse

  • Grote variëteit in kans op werk en werk op niveau
    Beroepsopleidingen in het mbo kennen in de periode 2011-2015 sterk variërende arbeidsmarktuitkomsten. In de afgelopen 5 jaren varieerde het werkloosheidspercentage van 0% tot 28%. De arbeidsmarktuitkomst waarin gediplomeerden op minimaal hun eigen niveau werken varieert van slechts 30% tot bijna 100%.
     
  • Werk vinden ≠ Kwalitatief werk vinden
    Beroepsopleidingen die een hoge kans bieden op het vinden van betaald werk, zijn niet per definitie ook beroepsopleidingen die een hoge kans bieden op het vinden van werk voor minimaal 12 uur per week of werk op minimaal het eigen opleidingsniveau.
     
  • Arbeidsmarktrelevantie en opleidingskenmerken
    Arbeidsmarktrelevantie is sterk gerelateerd aan de vraag in welke mate een beroepsopleiding naast een mbo-bol variant ook een mbo-bbl variant biedt. Het feit dat werkgevers mbo-bbl plaatsen beschikbaar stellen om jongeren voor bepaalde beroepen op te leiden, laat zien dat werkgevers een vraag naar deze gediplomeerden kennen en de leerlingen van het mbo-bbl niet slechts als ‘goedkope’ werkkrachten zien.
  • Matige arbeidsmarkt = Spijt achteraf maar geen prioriteit vooraf
    Jongeren in het vmbo die de keuze voor een bepaalde mbo-opleiding maken, baseren zich daarbij zelden op indicatoren die met arbeidsmarktrelevantie samenhangen. De gevolgen van de keuze ondervinden zij dan pas op het moment dat ze de arbeidsmarkt betreden. De analyses tonen aan dat matige arbeidsmarktperspectieven van beroepsopleidingen bij gediplomeerden tot spijt leidt over hun opleidingskeuze.

Arbeidsmarktintrede: de rol van de etnische herkomst 2011-2015

  • Hogere kans op werkloosheid en slechts marginale verklaring door (studie)achtergrond
    In de onderzochte periode 2011 tot en met 2015 kennen allochtone jongeren van (niet-)westerse herkomst een hogere kans op werkloosheid, waarbij het nadeel voor jongeren van niet-westerse herkomst significant hoger is dan voor de jongeren van westerse herkomst. Dit geldt niet alleen voor jongeren met een diploma van een lager mbo niveau, maar ook voor de afgestudeerden van het hbo. De grotere kans op werkloosheid die de jongeren van (niet-) westerse herkomst ervaren kan daarbij nauwelijks verklaart worden door bijvoorbeeld de gevolgde mbo leerweg of de gekozen studierichting in het mbo of hbo.
  • Probleem versterkt bij mbo-beroepsopleidingen die voorbereiden op de private sector en beroepen met veel klantcontacten
    De hoogte van het nadeel lijkt bij de gediplomeerden van het mbo samen te hangen met de arbeidsmarktsector waarvoor beroepsopleidingen voorbereiden: de overheid als potentiele werkgever voor gediplomeerden drukt het nadeel dat jongeren van niet-westerse herkomst ervaren, terwijl het nadeel hoger uitvalt bij beroepsopleidingen die voorbereiden op een arbeidsmarkt met functies die veel contactuele vaardigheden vereisten.
  • Gemengd beeld op moment dat baan gevonden is
    Of deze problemen zich bij het vinden van betaald werk ook vertalen in een nadeel op moment dat de jongeren een baan hebben gevonden, laten een gemengd beeld zien. We zien een duidelijk onderscheid tussen de jongeren die tijdens de opleiding al met éen been op de arbeidsmarkt stonden (mbo-bbl) en de jongeren die de opleiding vooral in de schoolklas volgden (mbo-bol en hbo). Bij de eerste groep zien we nauwelijks een verschil tussen de functies die autochtone jongeren en jongeren van (niet-) westerse herkomst bemachtigen. Bij de tweede groep (en sterker bij de gediplomeerden van het mbo-bol) zien we dat zich de lagere kans op het vinden van werk ook vertaald in een nadeel wat de uiteindelijke kwaliteit van het werk betreft (bijvoorbeeld baan op lager niveau of met minder werkzekerheid.
     

Website met meer cijfers:
De website 'Kerncijfers  Schoolverlatersonderzoeken’  biedt de mogelijkheid om alle cijfers afkomstig van de schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) op een eenvoudige manier op te vragen. De website biedt naast een overzicht van de meest actuele resultaten ook een overzicht van de cijfers afkomstig van eerdere metingen onder de gediplomeerde schoolverlaters van het Nederlandse onderwijs.

Het volledige rapport is te downloaden via www.roa.nl

Lees ook

  • Nienke Verstegen, onderzoeker bij De Forensische Zorgspecialisten, heeft onderzoek gedaan naar agressie binnen de forensische zorg en impact hiervan op patiënten en medewerkers. Op 6 juli 2023 promoveert zij aan de Maastricht University met haar proefschrift ‘Hurt people hurt people. Characteristics...

  • Patiënten die vanwege een ernstige COVID-19-infectie in het ziekenhuis zijn opgenomen, vertonen naderhand geen aanwijzingen voor hersenschade door de ziekte. Dat blijkt uit een uitgebreide studie onder leiding van Universiteit Maastricht.

  • Sten van Beek

    Rillen van de kou?

    Door de Westerse leefstijl met een hoog vetgehalte in voeding in combinatie met weinig beweging, kampen steeds meer mensen in Nederland met overgewicht of zelfs obesitas. Dit zorgt voor een verhoogd risico op diabetes type II. Wat is hieraan te doen buiten een gezondere leefstijl? Het antwoord komt...