Werken tijdens je studie – maar dan anders

Realistische uitdagingen voor goed presterende studenten. Knappe koppen voor bedrijven Synergie tussen de UM en het bedrijfsleven. En internationaal toptalent dat voor de regio behouden blijft. Het KE@Work-programma van de FSE-bacheloropleiding Data Science and Artificial Intelligence is win-win-win-win.

Frank Thuijsman begon in 1987 als docent bij de Department of Advanced Computing Sciences toen dat nog de afdeling Wiskunde was. Met zijn oog voor het belang van het bedrijfsleven constateerde hij in de loop der jaren een verontrustende trend. "Studenten maakten pas kennis met bedrijven als ze hun scriptie schreven. Vaak was het bedrijf enthousiast over het project en wilde ermee doorgaan, maar de studenten gingen na hun studie liever op reis, of ze verhuisden..."

Tegelijkertijd waren er altijd studenten op zoek naar extracurriculaire uitdagingen. "Velen van hen schrijven apps als hobby. Vervolgens beginnen ze hun eigen bedrijf en als dat goed gaat, stoppen ze met de studie. Sommigen komen misschien jaren later terug omdat ze zich willen verdiepen in de wetenschap. Dus ik dacht: waarom niet de spanning bieden die ze zoeken, maar dan op een georganiseerde manier die volledig is geïntegreerd in de studie?"

Thuijsman liet zich EUregionaal inspireren door de Hogeschool Aken. "Zij bieden een duale opleiding die studie en werk combineert. Het programma is zo opgebouwd dat een Duits bedrijf studenten een arbeidscontract van drie jaar kan aanbieden. Dat is natuurlijk aantrekkelijk en ze hebben met die constructie het aantal studenten weten te verdubbelen."

Om honours-studenten genoeg flexibiliteit en tijd te kunnen bieden, moet er natuurlijk heel wat gebeuren. "Als er maar één bedrijf zou meedoen, zou ik uiteraard mijn collega's niet hebben kunnen overhalen om de structuur van mijn programma te veranderen." En dus nam Thuijsman contact op met Regitel, een koepelorganisatie van destijds zo'n 40 regionale en multinationale IT-bedrijven.

Juiste tijd, juiste plek

"Ik heb een presentatie gegeven op hun ledenvergadering. Zo konden ze zien hoe het werkt en hoe succesvol het kan zijn. De eerste bedrijven kwamen nog diezelfde avond naar me toe om te zeggen dat ze graag mee wilden doen." Al snel had Thuijsman zo'n 15 projecten aangeboden gekregen – genoeg om een wijziging in de structuur van de opleiding te rechtvaardigen.

Het nieuwe honours-programma inpassen was niet eenvoudig. "Bij wiskunde en informatica doen we niet aan Probleem-Gestuurd Onderwijs, omdat dat niet goed past bij de leerstof. In plaats daarvan hebben we Project-Gestuurd Onderwijs, waarbij kleine teams van studenten werken aan een semesterlange uitdaging die de academische reikwijdte van de verschillende vakken overstijgt. Eigenlijk hadden we voor dat doel al samengewerkt met bedrijven, maar het was moeilijk om echt uitdagende problemen te vinden die netjes in één semester pasten."

Studenten van het honours-programma kunnen de tijd die zij normaliter zouden besteden aan groepsprojecten gebruiken om in plaats daarvan bij een bedrijf aan de slag te gaan. "Alle onderwijsbijeenkomsten zijn nu op maandag, dinsdag en vrijdag. Dat geeft hun twee volle dagen om bij het bedrijf te werken, terwijl ze dat in andere periodes van het jaar fulltime kunnen doen." Het komt erop neer dat honours-studenten twee jaar lang hun tijd gelijkelijk verdelen tussen onderwijsbijeenkomsten en hun bedrijfsproject.

"Dat betekent natuurlijk wel dat ze 's avonds tijd kwijt zijn aan de voorbereiding van hun opleiding. Dat kost ze min of meer één extra dag per week," legt Thuijsman uit. "Maar veel studenten met een bijbaantje zijn daar sowieso aan gewend." Tijdens tentamenperiodes hoeven studenten niet bij hun bedrijf te werken, zodat ze al hun tijd de studie kunnen besteden.

In de gestandaardiseerde stagecontracten voor twee jaar is vastgelegd dat honours-studenten betaald krijgen voor hun werk, en de afdeling ook. "Het is een driepartijencontract: dus niet alleen de student en het bedrijf, zoals bij een reguliere stage, maar ook wij, voor de wetenschappelijke begeleiding. We geven studenten hiervoor 36 ECTS-punten, dus het kan maar beter van zeer hoge kwaliteit zijn! Het gaat hier om onderzoeksprojecten rond proofs of concept in plaats van alleen het toepassen van bestaande technologie."

De juiste match

De deelnemende bedrijven schrijven een projectbeschrijving van één pagina, terwijl de studenten gestandaardiseerde cv's opstellen. Tijdens een pitch presenteren de bedrijven hun project, waarbij elk bedrijf vijf minuten krijgt. "Daarna kunnen de studenten en de vertegenwoordigers van de bedrijven elkaar leren kennen tijdens de borrel. Zo'n evenement is natuurlijk ook een heel goede gelegenheid om te netwerken."

De studenten maken vervolgens een lijst van projecten op basis van hun voorkeur. Tijdens een tweede evenement krijgen de bedrijven een half uur de tijd om hun voorstel in meer detail te presenteren aan alleen die studenten die belangstelling hebben getoond – concurrerende bedrijven zijn daar niet bij aanwezig. Na gesprekken van tien minuten met elk van de geïnteresseerde studenten stellen de bedrijven hun voorkeurslijst op. Studenten krijgen dan projecten in die volgorde aangeboden, maar kunnen natuurlijk ook andere projecten kiezen.

Thuijsman heeft een opzet gecreëerd waar iedereen baat bij heeft. "Ik bied het bedrijf slimme studenten aan en vraag ze om een interessant probleem waar ze een oplossing voor zoeken." De studenten moeten minimaal een gemiddelde van 7,5 hebben, originele denkers zijn en laten zien dat ze zeer gemotiveerd zijn.

KE@Work betaalt zichzelf en heeft nu een fulltime medewerker in de persoon van Claire van Doorn, die alle KE@Work-studenten volgt en de selectie- en matchingsprocedures coördineert. Daarnaast verzorgt ze de administratie en volgt ze de alumni om te zien wat de opleiding doet voor de lokale economie. Het is een indrukwekkend gegeven dat circa de helft van de afgestudeerden in Nederland blijft om hun carrière te beginnen, als je bedenkt dat bijna 80 procent van de studenten niet uit Nederland komt.

AEPVI

KE@Work bezoekt Aerial PV Inspection

Alleen maar winnaars

De succesverhalen hebben de ronde gedaan en inmiddels wordt Thuijsman door steeds meer bedrijven benaderd. "We hebben nu meer projecten dan studenten, dus soms moet ik mensen teleurstellen." Er zijn echter meer manieren om samen te werken binnen het groeiende KE@Work-netwerk. "We kunnen masterstudenten vragen om projecten op te zetten of na te denken over promotieprojecten. Ook kunnen we samen onderzoekslijnen ontwerpen of gezamenlijk onderzoekssubsidies aanvragen bij bijvoorbeeld NWO of ERC. Met VDL Nedcar zijn we onlangs een dergelijke samenwerking aangegaan voor vier promotieplaatsen. Zo genereert KE@Work langdurige samenwerkingsverbanden tussen onze afdeling en regionale bedrijven en organisaties."

KE@Work is ook goed voor het curriculum. "We krijgen feedback van bedrijven over wat momenteel relevant is. En meestal voegen we een aantal keuzevakken aan ons programma toe om ervoor te zorgen dat afgestudeerden optimaal zijn voorbereid op wat er nu speelt. Ik wil dat studenten weten welke problemen om een oplossing vragen. En ik wil dat bedrijven weten wat wij voor hen kunnen doen. Ik weet waartoe mijn studenten en collega's in staat zijn. Daar heb ik de afgelopen jaren genoeg voorbeelden van gezien."

Thuijsman kan terugkijken op een groot aantal indrukwekkende resultaten, van de inzet van machinelearning om de exacte energiebehoeften van de professionele wielrenners van Team Jumbo-Visma te voorspellen, tot het prognosticeren van de winstgevendheid van parkeerfaciliteiten met behulp van grote datasets, tot augmented reality-brillen voor chirurgen, die de verschillende weefsels die ze opereren van een kleurcode voorzien om zenuwen, spieren et cetera duidelijk te kunnen onderscheiden. Met ruim 150 projecten die al zijn begonnen en meer dan 30 die binnenkort van start gaan, zal de lijst met successen alleen maar langer worden.

Lees ook

  • De Universiteit Maastricht ontving subsidies voor drie van de tien onderzoeksprojecten die van start gaan in het Nationaal Groeifondsprogramma Circular Plastics NL. 

  • “Ik ben er trots op dat onze nieuwe groep Circular Plastics het eerste volledig eigen onderzoek publiceerde”, zegt Kim Ragaert. Drie jaar geleden, bij haar start in Maastricht, zette ze de onderzoeksgroep op. Inmiddels staat ze aan de basis van menige innovatie op het gebied van plasticrecycling en...

  • Het programmeren van kwantumcomputers staat, net als de kwantumcomputer zelf, nog in de kinderschoenen. Onderzoekers die aan quantum computing werken, zijn vaak natuurkundige, wiskundige of computerwetenschappers met een zwak voor de wiskunde van de kwantummechanica.