Afspraken rond stilleggen actieve werving blijven van kracht

Uitkomsten spoeddebat over groei instroom internationale studenten

Eergisteren vond het spoeddebat over de instroom van internationale studenten met minister Dijkgraaf plaats, dat werd aangevraagd door SP-kamerlid Kwint en zijn oud CDA-collega Van der Molen. Naar aanleiding van het debat is duidelijk dat politiek en bestuur het eens zijn over de noodzaak deze instroom niet verder te laten groeien. Een aantal partijen wil het liefste minder internationale studenten. Ze erkennen het belang van de instroom, maar stellen dat de huidige groei het hoger onderwijsstelsel uit balans brengt. Voor de UM blijft het spannend wat straks de uitkomsten van de politieke discussies zullen zijn.

Hierbij een kort overzicht van de belangrijkste punten die minister Dijkgraaf inbracht tijdens het debat naar aanleiding van veel vragen en moties. De reactie van de minister biedt enig zicht op welke richting hij straks gaat kiezen bij zijn voorstel voor maatregelen gericht op het beheersen van de instroom van internationale studenten.

1. Uitstel brief met maatregelen

De minister benadrukte allereerst dat vanwege het spoeddebat en het meenemen van de op- en aanmerkingen uit dat debat, hij niet in februari, maar pas half maart met de brief met maatregelen bij de Kamer kan terugkomen. De vertraging betekent automatisch een verlenging van de huidige stop op actieve werving van buitenlandse studenten. Tijdens het debat werd ook duidelijk dat de minister niet uitsluit dat er ook na half maart strengere regels blijven gelden voor werving.

2. Huidige instroom: maximum

Dijkgraaf bevestigde vervolgens dat ook hij vindt dat de instroom van buitenlandse studenten niet meer moet groeien. Over een daling sprak hij niet. Met de huidige instroom zit Nederland aan het maximum aantal. De minister denkt dat zowel wet- en regelgeving als extra gezamenlijke afspraken met de onderwijsinstellingen nodig zijn om de groei een halt toe te brengen. Daarbij geeft hij aan dat centrale regie eveneens een rol moet krijgen. Nieuwe wet- en regelgeving kost natuurlijk wel veel tijd. De minister zei daarom niet uit te sluiten dat hij de voorgenomen Wet Taal en Toegankelijkheid toch weer in gaat brengen als tussenstap. Die wet is namelijk al goedgekeurd door de Tweede Kamer en hoeft alleen nog maar langs de Eerste Kamer.

3. Belang Nederlandse taal

Ook onderschreef Dijkgraaf gisteren het belang van het gebruik van de Nederlandse taal. Daarmee kwam hij de Kamerleden, die nadrukkelijk verzochten om een bredere toepassing van het Nederlands in het hoger onderwijs, deels tegemoet.

4. Terughoudend met maatwerk

Het was bemoedigd dat de minister, net als meerdere partijen – erkende dat er oog zou moeten zijn voor regionale verschillen. Hijzelf refereerde aan de grensregio’s. Opnieuw werd dit punt aangeduid in combinatie met mogelijk aparte regelgeving voor het behoud van ruimte voor opleidingen in tekortsectoren. Echter waarschuwde de minister ook. Elke instelling lijkt nu te claimen met recht een uitzonderingsgeval te zijn. Dat kan natuurlijk niet. Vandaar dat hij met maatwerk en uitzonderingen terughoudend wil zijn. Hij vulde hierbij aan dat het niet de instellingen zelf zijn die bepalen of er sprake is van een uitzonderingspositie.

5. Extra inzet rondom blijfkans

Tijdens het debat werd de term ‘stayrate’ vervangen door ‘blijfkans’. De minister denkt erover de onderwijsinstellingen extra opdrachten te verstrekken, gericht op het verhogen van het aantal buitenlandse studenten dat na afsluiting van hun studie in Nederland blijft. Ook gaf hij aan te denken over het vaststellen van een wenselijk percentage buitenlandse studenten, waarbij hij wel liet doorschemeren dat dit percentage per instelling en situatie kan verschillen.

Hoe nu verder?

Komende dinsdag stemt de Tweede Kamer over een behoorlijke lijst moties die gisteren zijn ingediend. Zelfs als de Kamer bij de stemmingen volledig het advies van de minister volgt, toont het debat van gisteren aan dat het spannend blijft. De UM zet haar activiteiten voort om maatwerk voor elkaar te krijgen. We benadrukken daarbij vooral de specifieke situatie die aan de orde is in grensregio’s. Er is echter geen garantie dat straks gehoor wordt gegeven aan onze argumentatie. Het blijft afwachten, ondanks het feit dat gisteren werd aangegeven dat de regio niet het slachtoffer mag worden van Randstedelijke problemen.

Wat betekent dit nu voor bijvoorbeeld de komende open dagen? We kunnen daarover, veel vragen verwachten, net als over allerlei andere onderwerpen die te maken hebben met de instroom van buitenlandse studenten. De Universiteit Maastricht kiest een duidelijke lijn: we houden ons aan de procesafspraken zoals die nu zijn uitgezet door minister Dijkgraaf, zoals het beperken van actieve werving. De open dagen gaan vooralsnog gewoon door. Over de consequenties voor aanmeldingen en dergelijke, hopen we meer te kunnen zeggen als de minister met zijn brief met maatregelen komt, naar verwachting medio maart. Ondertussen blijven we de gastvrije universiteit die we altijd waren.

Lees ook

  • Vorig jaar september is de samenwerking bekrachtigd tussen het project ‘DATASET’ van het Noord-Limburgse Fieldlab TISL en Logistiek Digitaal (onderdeel van het DIL programma). Namens het DATASET onderzoeksteam overhandigde Gerwin Zomer op vrijdag 12 juli het evaluatierapport van de Digital Readiness...

  • Van een jeugddroom om piloot te worden tot een studie rechten, met een korte omweg naar financiën en nu werkzaam als Procurement Manager voor de Lufthansa Group, was alumnus Charles Brichet vastbesloten om zijn droomcarrière in de luchtvaart na te jagen, waarbij hij elk obstakel, elke uitdaging en...

  • De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft dr. Marieke Hopman en dr. Guleid Jama financiering toegekend voor hun nieuwe onderzoeksproject CHILD-WAR.