Rapport expertisecentrum ITEM

'Meer samenwerking nodig in euregionale dienstverlening voor hoogopgeleide nieuwkomers'

Er vindt weinig structurele grensoverschrijdende samenwerking plaats tussen organisaties in de Euregio Maas-Rijn (EMR) die diensten aanbieden aan nieuwkomers. De bestaande samenwerking lijkt zich te beperken tot sporadische uitwisseling van informatie, zo concludeert ITEM (Universiteit Maastricht) in het rapport ‘Inventory of Services and Activities for Newcomers in the Euregion Meuse-Rhine’  De studie, geïnitieerd door de Euregio Maas-Rijn en gefinancierd door de European Employment Service (EURES), bracht bestaande lokale en regionale initiatieven voor het aantrekken en behouden van nieuwkomers in de EMR in kaart die een aanvulling kunnen vormen op de werkzaamheden van EURES. ITEM concludeert dat meer gedaan kan worden om de samenwerking te intensiveren en de dienstverlening aan nieuwkomers te verbeteren.

Verwelkomen van nieuwkomers
Demografische uitdagingen zoals bevolkingsafname en vergrijzing, maar ook tekorten aan skills in bepaalde economische sectoren, vormen een risico voor het economisch succes van bedrijven in de Euregio Maas-Rijn (EMR). Het creëren van een gastvrije cultuur waarmee hoogopgeleide werknemers van buiten de EMR aangetrokken (en behouden) kunnen worden, is van groot belang, aldus het rapport.

Het onderzoek, gebaseerd op deskresearch en 10 interviews met dienstverlenende organisaties, richtte zich op verschillende aspecten die van belang zijn voor de sociale en economische integratie van nieuwkomers, zoals ondersteuning bij bureaucratische kwesties, huisvesting, werkgelegenheid, taal, vrije tijd en cultuur. De onderzoekers identificeerden, door middel van online mapping, 155 relevante organisaties: 76 in Aken, 26 in Zuid-Limburg, 19 in de Duitstalige gemeenschap, 15 in Belgisch Limburg en 19 in Luik. Mogelijk zijn niet alle bestaande diensten in kaart gebracht, zoals niet-geformaliseerde of minder zichtbare organisaties, aldus de onderzoekers.

Uitwisseling van informatie
Uit het onderzoek blijkt dat weinig diensten zich specifiek richten op hoogopgeleide nieuwkomers, maar juist meer open staan voor de (internationale) gemeenschap in het algemeen. Volgens de onderzoekers hoeft dat niet nadelig te zijn, omdat er ook duidelijk vraag is naar minder hoog-opgeleide werkers in de regio. Zij zien daarom de meeste ruimte voor verbetering in de uitbreiding van de samenwerking tussen EURES en de geïdentificeerde organisaties:

"EURES, andere diensten en organisaties, alsmede nieuwkomers zelf, kunnen allemaal baat hebben bij meer samenwerking. Met name het informeren van nieuwkomers over andere initiatieven kan de zichtbaarheid van deze diensten vergroten en zorgen voor een betere gastvrijheid. Tegelijkertijd kunnen organisaties die actief zijn op het gebied van integratie op de arbeidsmarkt hun banenaanbod vergroten door samen te werken met EURES. Nieuwkomers hebben daardoor meer zicht op economische kansen die zich voordoen in de eigen en andere subregio’s van de EMR. Meer samenwerking tussen EURES en internationale studentenverenigingen kan tot soortgelijke resultaten leiden en helpt om meer afgestudeerden in de EMR te behouden", aldus het rapport.

De meeste ondervraagden zien mogelijkheden voor meer grensoverschrijdende samenwerking door uitwisseling van informatie, bijvoorbeeld door het organiseren van een Euregionaal netwerkevenement. Andere aanbevelingen zijn onder meer Euregionale welkomevents voor nieuwkomers, het creëren van een online platform dat alle bestaande organisaties samenbrengt voor meer transparantie en een Euregionale aanpak van meer praktische problemen, bijvoorbeeld door de uitwisseling van personeel.

De vraag van internationals in kaart brengen
Verder onderzoek is nodig om meer te weten te komen over de behoeften van internationals, in hoeverre zij zich welkom voelen in de EMR en hoe zij het leven in een grensregio ervaren. Het zou ook interessant zijn om te onderzoeken in welke mate nieuwkomers uit derde landen, die langdurig in een EU-lidstaat verblijven, gebruik maken van EURES-diensten, concludeert het rapport.

Lees ook