UM onevenredig hard geraakt door Commissie van Rijn rapport

Vandaag publiceerde de Adviescommissie van Rijn het rapport “Wissels om; Naar een transparante en evenwichtige bekostiging en meer samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek”. De opdracht van de commissie spitste zich toe op vier thema’s:

  1. de kostenontwikkeling in opleidingsgebieden, en specifiek de knelpunten in de bekostiging van het bètatechnisch onderwijs en onderzoek
  2. de nominale bekostigingssystematiek, in relatie tot toegankelijkheid en gelijke kansen in het hoger onderwijs
  3. financiële prikkels in de onderwijsbekostiging ten aanzien van studentenaantallen
  4. de verdeling van de onderzoekbekostiging van universiteiten en van hogescholen

Vooral jonge universiteiten geraakt

De adviescommissie richt zich in haar aanbevelingen vooral op additionele bekostiging van bèta/techniek en zij-instromers. De mogelijke consequenties hebben vooral een negatief effect op universiteiten met een klein aandeel bèta/techniek-studenten. Vanzelfsprekend betreft dit in bijzondere mate de zogenaamde jonge universiteiten, waaronder de UM. Het College van Bestuur kan niet anders dan vaststellen dat de UM onevenredig hard wordt geraakt.

‘Vaste voet’ niet aangepakt

Het CvB vindt het onbegrijpelijk dat de commissie geen advies heeft uitgebracht in reactie op de oproep van de UM zich ook te buigen over de achterstand in de historisch gevormde vaste vergoeding voor onderzoek (de ‘vaste voet onderzoek’). De UM heeft, net zoals de andere jonge universiteiten, een substantieel lagere ‘vaste voet onderzoek’. Een onbegrijpelijke situatie die nog steeds niet wordt aangepakt.

Het CvB beraadt zich op de mogelijke gevolgen en gaat hierover in gesprek met betrokkenen binnen en buiten de universiteit.
 

Lees ook