Interdisciplinair onderzoek

De econometrist betrekt ook andere vakgebieden bij zijn onderzoek, zoals statistiek en datawetenschap, en dat is niet onopgemerkt gebleven. Smeekes’ toetreding tot De Jonge Akademie heeft veel te maken met het interdisciplinaire karakter van zijn onderzoek, zo blijkt uit het persbericht van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW):

“Hoewel zijn werk theoretisch van aard is, zoekt Smeekes interactie op met andere vakgebieden en de maatschappij. Zijn werk is ook voor andere disciplines van toegevoegde waarde. Zo bleek tijdens onderzoek dat hij deed samen met klimaatonderzoekers, dat econometrische technieken voor trendbreuken en geleidelijke veranderingen, ook heel geschikt zijn om de evolutie van atmosferische deeltjes te modelleren. Smeekes wil ook binnen De Jonge Akademie interdisciplinair onderzoek bevorderen.”

Adviseren over wetenschapsbeleid

Dat laatste is precies de reden waarom De Jonge Akademie in 2005 door de KNAW werd ingesteld: een impuls geven aan onderzoek dat de traditionele grenzen van universitaire vakgebieden overschrijdt. Daarnaast dragen de leden hun fascinatie voor de wetenschap uit binnen de samenleving en geven ze adviezen over wetenschapsbeleid. Ook daarin ziet Smeekes voor zichzelf een rol weggelegd:

“Ik wil vooral de belangen van jonge talentvolle onderzoekers behartigen, om ervoor te zorgen dat hen de mogelijkheid blijft geboden om ongebonden onderzoek te kunnen doen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze jonge onderzoekers niet gebukt gaan onder te hoge onderwijslasten of druk om beurzen binnen te halen, waardoor ze misschien niet kunnen doen wat ze willen doen? En vooral ervoor zorgen dat mensen hun nieuwsgierigheid kunnen blijven prikkelen en zich kunnen blijven ontwikkelen als onderzoeker.”

Van beurs naar beurs

Voor Smeekes zelf is alles op rolletjes verlopen. De financiering van onderzoek door middel van beurzen bleek geen probleem. Voor zijn proefschrift 'Bootstrapping Nonstationary Time Series', over de analyse van niet-stationaire tijdreeksen, kreeg hij de Christiaan Huygensprijs. Daarmee werden de deuren geopend naar de Veni-beurs, en afgelopen jaar de Vidi-beurs, beide onderdeel van de ‘vernieuwingsimpuls’ van De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

“Door de Veni-beurs heb ik drie jaar lang een beperkte onderwijslast gehad en de vrijheid om te onderzoeken wat ik wil. Maar een Veni-beurs is niet makkelijk binnen te halen, de kans daarop is heel klein. Dus dat is niet iets waarmee veel talentvolle onderzoekers geholpen zijn. De vraag is dus: hoe zou je financiering beschikbaar kunnen stellen, zodat dergelijke onderzoeksmiddelen voor meer mensen haalbaar zijn? Welke aanpak is daarvoor nodig. Daarmee zou ik me wel bezig willen houden binnen De Jonge Akademie.”

In goed gezelschap

Smeekes is zeker niet de eerste UM-wetenschapper die toegelaten wordt tot het onderzoekersplatform. Hij treft er bijvoorbeeld Dr. Raf de Bont, universitair docent Wetenschapsgeschiedenis bij FASoS, die er alweer vier jaar zit. En afgelopen jaar nog ontving UM Rector Rianne Letschert de Young Academy of Europe-prijs 2017 voor haar prestaties in het wetenschappelijk onderzoek, haar inbreng in De Jonge Akademie en het promoten van diversiteit.

“Ik verheug me erop om andere mensen uit andere vakgebieden te leren kennen”, zegt Smeekes. “Daardoor kan ik misschien nieuwe ideeën opdoen, om het onderzoek nog meer interdisciplinair te maken en tot meer samenwerking te komen. Bovendien is het altijd prettig om met gelijkgestemden aan tafel te zitten.”

Meer over De Jonge Akademie