ITEM Nieuws

Extra grote onzekerheden in grensregio’s door verhoging lage BTW tarief

 

In het regeerakkoord van kabinet Rutte-III is de intentie vastgelegd om het lage btw-tarief per 1 januari 2019 te verhogen van 6% naar 9%.1 De tariefverhoging heeft betrekking op onder meer groente, fruit en veel andere voedingsmiddelen, geneesmiddelen, boeken en reparatiediensten voor kleding, schoeisel en fietsen. Door de btw-verhoging komt het lage btw-tarief in Nederland hoger te liggen dan het laagste btw-tarief in België (6%) en het lage tarief in Duitsland (7%).  Wat betekent deze aangekondigde BTW verhoging voor Nederlandse grensregio’s? Lees meer over de onderzoeksresultaten en aanbevelingen in ITEM’s rapport ‘Verkenning van grenseffecten van verhoging van lage Btw-tarief’.

 

Ongeveer een derde van de inwoners in Nederland woont op 30 kilometer afstand van de grens. Daarmee is de reikwijdte van mogelijke grenseffecten wel duidelijk, vooral voor een provincie als Limburg met vaak zelfs twee grenzen binnen 30 kilometer afstand. In totaal zal de Nederlandse staat in de grensregio’s naar verwachting ruim 800 miljoen euro aan extra btw-opbrengsten ophalen, bijna een derde van de 2.613 miljoen aan extra btw-opbrengsten voor heel Nederland.

Het Centraal Planbureau (CPB) maakt de aanname dat de belastingverhoging voor drie kwart wordt betaald door de consumenten, en voor een kwart door de bedrijven. De vraag is in welke mate de btw-verhoging leidt tot hogere prijzen voor de consumenten en daardoor tot lagere verkopen en omzet voor de bedrijven. Als de verhoging van het lage btw-tarief volledig aan consumenten wordt doorberekend zal dit leiden tot een prijsverhoging van bijna 3%. Uit studies van eerdere tariefswijzigingen blijkt echter dat een dergelijke prijsverhoging hoogst onzeker en sterk afhankelijk is van het soort product of dienst. Voor sommige zal er wellicht nauwelijks een prijsverhoging worden doorberekend, voor andere mogelijk zelfs een grotere prijsverhoging dan de verhoging van de btw rechtvaardigt.

Extra onzeker zijn de gevolgen van de aanstaande btw-verhoging voor de grensregio’s. Uit de bestudeerde literatuur blijkt dat de prijsverhogingen in grensregio’s zowel groter als minder groot kunnen zijn dan landelijk. Enerzijds kan op basis van bestaande literatuur worden verwacht dat aan de grens minder grote prijsverhogingen zullen zijn dan in centraal gelegen regio’s, omdat de concurrentie aan de andere kant van de grens geen verhoging van het btw-tarief hoeft door te rekenen in de prijs. Anderzijds hanteert de concurrentie in de grensstreken van België en Duitsland voor een aantal producten en diensten op dit moment hogere prijzen waardoor er in de Nederlandse grensregio’s mogelijk juist meer ruimte is om de prijzen te verhogen. Met andere woorden, voor consumenten en bedrijven in de grensregio’s zijn er ten opzichte van de rest van het land extra grote onzekerheden door de btw-verhoging. Het gaat daarbij niet alleen om de prijzen die de consumenten zullen moeten betalen, maar ook om de gevolgen voor de omzet en winst van bedrijven, het inkomen van de ondernemers en de werkgelegenheid en economische groei in de grensregio’s.

Als er ergens grenseffecten zullen zijn, dan is het duidelijk dat Limburg, vooral aan de grens met Duitsland, wel het meest getroffen zal worden, omdat de grensoverschrijdende koopstromen hier het grootst zijn vanwege de geografische ligging. Direct aan de grens zijn de grenseffecten doorgaans veel groter dan verder binnenlands. Heel lokaal langs de grens, vooral met Duitsland, is het niet uitgesloten dat er midden- en kleinbedrijven zijn (bijv. supermarkten, drogisterijen, bakkers, slagers, groenteboeren) die in sterke mate getroffen worden door de btw-verhoging als gevolg van omzetverlies bij prijsverhoging, en winstderving of verlies aan inkomen als ze de prijzen niet verhogen.

ITEM doet in haar onderzoek voorts nog enkele aanbevelingen:

  • Het zou goed zijn om te weten welk btw-beleid er in de omringende landen wordt gevoerd om te voorzien of mogelijke grenseffecten ten gevolge van uiteenlopend btw-beleid in de toekomst verder zouden kunnen toenemen. Eventueel kan hierbij ook breder worden gekeken naar wat de relatie is met het beleid ten aanzien van Europese harmonisatie en integratie.
     
  • Ten tweede is het aan te bevelen dat grensregio’s (c.q. grensprovincies) de prijsontwikkeling in hun gebieden gaan bijhouden, al dan niet in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Belgische en Duitse bureaus voor dergelijke dataverzameling. Door  nul- en herhaalmetingen van de prijzen in grensregio’s te houden, bij voorkeur van producten en diensten die wel én niet aan de btw-verhoging onderhevig zijn, kan worden vastgesteld of de prijzen meer of minder in de grensregio’s zullen stijgen ten gevolge van de verhoging van het lage btw-tarief. Hetzelfde zou men kunnen doen voor de omzet van producten en diensten die onder de btw-verhoging vallen ten opzichte van (aanverwante) producten en diensten die daarbuiten vallen.  Er kan dan achteraf ook beter worden vastgesteld of de consumenten en bedrijven in de grensstreek meer of minder dan het landelijk gemiddelde opdraaien voor de belastingverhoging.
     
  • Ten derde zouden de grensregio’s (c.q. grensprovincies) de grensoverschrijdende koopstromen moeten weten om de impact van de prijsverhogingen in Nederland ten gevolge van de belastingverhoging te kunnen bijhouden. Dat betekent dat er eerst een nulmeting van de koopstromen in grensregio’s moet worden gehouden die vervolgens meerdere keren herhaald zou moeten worden. Bij een dergelijke analyse gaat het niet alleen om de omvang van de koopstromen, maar ook om de motieven voor grensoverschrijdend winkelen voor verschillende producten en mogelijk ook diensten, welke de achtergronden en de voorkeuren zijn van de consumenten die dit doen, en de mogelijke belemmerende en aantrekkelijke factoren daarbij.
     
  • Ten vierde zou er middels de uitvoering van een input-output analyse in een regionaal macro-economisch model een betere inschatting kunnen worden gemaakt van de (toekomstige) effecten van de btw-verhoging op de economische groei en de werkgelegenheid in de grensregio’s, vooral in combinatie met de drie eerder genoemde punten.

1: Vertrouwen in de toekomst (Regeerakkoord kabinet Rutte-III), 2017, p. 63, 65.

Lees ook