Digital Technology

Een extreme kliek is maar twee klikken verder

Sommige filmpjes op internet zijn nog ondeugender dan andere. Thomas Frissen onderzoekt of de informatiestroom, ideeën en visuele prikkels waaraan digitale technologieën ons blootstellen, ertoe bijdragen dat mensen radicaliseren en samenlevingen polariseren.

Om te beginnen met de uitsmijter: nee, het is niet allemaal de schuld van internet. “Digitale technologie maakt ideeën meer toegankelijk – ook slechte ideeën,” zegt Thomas Frissen, universitair docent Digital Technology and Society. Maar de algoritmische architectuur van de grote socialemediaplatforms zorgt er wel voor dat we in filterbubbels terechtkomen, dat wil zeggen harmonisch-ideologische ruimtes waar we in onze meningen worden gesterkt.

Dit leidt op zijn beurt mogelijk weer tot polarisatie en radicalisering. “Je bent altijd maar een paar klikken verwijderd van extreme content. Je begint met een YouTube-filmpje over de vraag of je voor of na het hardlopen strekoefeningen moet doen, de volgende aanbeveling gaat over marathons, je klikt en de volgende aanbeveling gaat over ultra-marathons over de Mont Blanc…”

In de wurggreep van de aandachtrekkerij

Social media hebben dit probleem niet ex nihilo gecreëerd, maar hebben op een gewiekste manier de menselijke neiging tot afstomping gekaapt. Frissen haalt een onderzoek over het YouTube-algoritme en radicalisering uit 2016 aan, waaruit bleek dat de aanbevolen filmpjes naast Trump-bijeenkomsten al snel naar neonazi’s of deep state­-samenzweringstheorieën leidden. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat de hiervoor verantwoordelijke ontwerpers zulke ideeën omarmen.

Het verdienmodel van digitale platforms is om jouw tijd te monopoliseren en er geld mee te verdienen. Het algoritme, dat wordt gevoed door een bijna onvoorstelbare hoeveelheid data die worden gegenereerd door jou en gebruikers als jij, geeft je alleen maar datgene waar jij het mee eens bent, maar wat uitzinnig genoeg is om jouw aandacht te trekken. Je verliest publiek als je meer aandacht schenkt aan de nuance. Maar als je het volume hoger zet, weet je zeker dat je mensen blijft prikkelen.

Florian Raith

‘Voordat de bom ontploft’

De filtermechanismes geven dus voorrang aan de extremen. Maar spelen ze ook een rol in het radicaliseringsproces van mensen? En wat is radicalisering eigenlijk? “Het hangt ervan af aan wie je het vraagt: een jurist zegt misschien dat het over het overtreden van de wet gaat, terwijl een psycholoog het verbindt met een gewelddadig wereldbeeld… Ik zie het als een geleidelijk proces richting het vertonen van gewelddadig gedrag. Cognitieve radicalisering kan zich tegelijktijdig voordoen, maar niet noodzakelijkerwijs in hetzelfde tempo.”

Frissen dateert de oorsprong van de term zoals we die nu gebruiken aan het begin van deze eeuw, toen er een reeks terroristische aanslagen plaatsvond die geïnspireerd waren door het salafistische jihadisme. “In beleidsdocumenten van bijvoorbeeld de CIA zag je daarvoor haast nooit het woord ‘radicaal’. Maar na de aanslagen werd de term geassocieerd met het proces van de verandering van een goed geïntegreerde moslim naar terrorist. In wetenschappelijke literatuur werd het beschreven als ‘wat er gebeurt voordat de bom ontploft’.”

Alle wegen leiden naar de rand

De literatuur heeft sindsdien een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Om te beginnen is het concept niet langer exclusief islamitisch. “Onderzoek wijst uit dat de meeste radicalen geen terroristen zijn – en dat niet alle terroristen radicalen zijn.” Daarbij moet worden aangetekend dat je het subjectieve element in morele oordelen niet over het hoofd moet zien: wie voor de een terrorist is, is voor de ander een strijder voor de burgerrechten.

Als je als brede definitie van extremisme hanteert dat het gaat over het bezetten van een dogmatische, ideologisch uniforme ruimte aan de rand van een spectrum, dan wordt duidelijk hoe social media hieraan bij kunnen dragen. “In zekere zin zijn digitale platformen echoputten met weinig ruimte voor diversiteit.” Algoritmes bieden een schijnbaar open ruimte voor ideologisch verwante onderwerpen, die om aandacht vragen door zich als superieur voor te stellen. Dit geldt net zo goed voor CrossFit en het ketogeendieet als voor wit superioriteitsdenken.

Thomas frissen FASoS

Thomas Frissen is Assistant Professor in Digital Technology and Society at the Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS).

Onthoofdingsfilmpjes geen probleem – nou ja, min of meer

Voor zijn promotieonderzoek bezocht Frissen scholen in het centrum van Brussel en Antwerpen met grote aantallen leerlingen met een migratieachtergrond, en onderzocht gedrag dat veroorzaakt was door online radicalisering. Twee op de vijf leerlingen hadden filmpjes gezien van onthoofdingen die gepleegd waren uit religieuze motieven. Ietwat tegen de verwachting in ziet Frissen dit niet als een teken van radicalisering.

“Het gaat meer om morbide nieuwsgierigheid. Zelfs als ze het actief hadden opgezocht, was er geen correlatie met radicalisering. Andere factoren, zoals reeds vertoond crimineel gedrag, zijn veel belangrijker. Onder experts is er brede consensus dat er niet zoiets is als een standaard psychologisch profiel voor terroristen. Dit maakt vroege ontdekking heel moeilijk.”

Glossy, schools en gewelddadig

Frissen deed ook kwalitatief onderzoek naar door IS vervaardigde magazines, die hij omschrijft als flitsend en visueel erg indrukwekkend, maar ook nogal droog en schools. “Ik heb samengewerkt met een islamwetenschapper die bevestigde dat die magazines heel goed in elkaar zitten. Ze zijn zeer gewelddadig, maar over het algemeen ontzettend saai. Het gaat vooral over het destilleren van morele argumenten uit religieuze geschriften.”

Los van de maatschappelijke en culturele omstandigheden die tot radicalisering leiden, zegt Frissen dat “digitale media het makkelijk maken om jonge mensen te beïnvloeden die daarvoor open staan. Maar er was geen correlatie tussen het stuiten op content in je tijdlijn en radicalisering.” Er was wel een correlatie tussen het op zoek gaan naar die magazines en radicalisering, maar Frissen geeft toe dat dit eerder een indicator dan een katalysator is.

Het is zware en uitdagende materie om aan te werken, maar hij is er niet veel door veranderd - op één ding na. “Ik was gladgeschoren toen ik aan mijn proefschrift over radicalisering begon. Maar tegen de tijd dat ik het verdedigde had ik een volle baard, wat veel mensen zorgwekkend vonden,” zegt Frissen lachend. Waarna hij erop laat volgen hoe dat een indicatie is van hoe in het nieuws radicalisering wordt verward met culturele symbolen.

De machtige meme-machine

Sindsdien heeft Frissen zijn aandacht verlegd naar polarisatie door digitale technologie, en dan vooral synthetische media zoals deep fakes en memes. Hoewel dit misschien klinkt als een project dat verzonnen is door iemand die verder weinig te doen heeft, is het juist uitermate relevant.

“Synthetische media zijn media-creaties die zijn gemaakt of gemanipuleerd met behulp van kunstmatige intelligentie, met name generative adversarial networks (GANs). Machine learning (automatisch leren) en digitale tools worden zo snel beter, dat iedereen in staat zal zijn om beelden te maken waarvan mensen moeite hebben om te zien of ze echt zijn of niet. Probeer je eens voor stellen wat je hier allemaal mee kunt doen. Het is een ernstige bedreiging van de democratie.”

“Er zijn behoorlijk gestoorde ideeën en media die zijn begonnen aan de duistere randen van het web, zoals 4chan of Reddit. Sommige worden populair in die bubbels en worden gedeeld op Facebook. Als het idioot genoeg is om reacties uit te lokken, zorgt het algoritme voor verdere verspreiding – zonder dat de authenticiteit ervan gecontroleerd wordt. Uit een recent onderzoek blijkt dat artikelen waarin 5G wordt gelinkt aan de verspreiding van corona, tien keer zo vaak worden gedeeld en geliket dan betrouwbare informatie op Facebook.”

Het is een dilemma voor de gevestigde media: als iedereen het heeft over synthetische media, bijvoorbeeld een deep fake van een BN’er of en politicus, dan moeten ze er wat mee, al is het maar het ontmaskeren van die deep fake. Maar door dat te doen, maken ze het onderwerp legitiem en zorgen voor verdere verspreiding ervan. Dit is een ongelooflijk complex en diffuus proces, maar synthetische media zoals memes zijn een uitstekende manier om het begin van de verspreiding van ideeën op internet te traceren.

Het bestuderen van het toenemende gebruik van synthetische media klinkt misschien net zo ambitieus als vissen tellen in de zee, maar Frissen omarmt digitale methodes. Hij heeft een algoritme ontwikkeld dat overeenkomsten en belangrijke kenmerken herkent. Het graast het internet af en verzamelt alle iteraties van hetzelfde synthetisch medium, of dit nou gedraaid, gespiegeld of bewerkt is. Met deze nieuwe methode kun je kwalitatief onderzoek doen naar de evolutie van die memes. “Ik vind niet alleen de methode zelf geweldig, maar ook al het onderzoek dat erdoor mogelijk wordt,” zegt Frissen, voordat hij weer een meme stuurt.

frissen digital technology

Frissen's algorithm in action; from his study with Cedric Courtois (University of Queensland)

Lees ook

  • Vorig jaar september is de samenwerking bekrachtigd tussen het project ‘DATASET’ van het Noord-Limburgse Fieldlab TISL en Logistiek Digitaal (onderdeel van het DIL programma). Namens het DATASET onderzoeksteam overhandigde Gerwin Zomer op vrijdag 12 juli het evaluatierapport van de Digital Readiness...

  • De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft dr. Marieke Hopman en dr. Guleid Jama financiering toegekend voor hun nieuwe onderzoeksproject CHILD-WAR. 

  • YUFE is thrilled to announce that its student program, the YUFE Student Journey, evolves into OpenYUFE, enabling students to apply all year long.