25 jaar Verdrag van Maastricht: feest of kater?

Annelotte Huiskes
Monica Claes

Met het Verdrag van Maastricht werd de eerste stap gezet naar de huidige Europese Unie (EU). Nu, 25 jaar later, is het een mooi moment om de balans op te maken. Heeft de EU de verwachtingen waargemaakt? Is zij opgewassen tegen de problemen van deze tijd? Denk aan de eurocrisis, de vluchtelingencrisis, Brexit en het oprukkend anti-Europees populisme, met Trump als laatste loot aan deze boom. Is het ideaal van een geïntegreerd Europa wellicht achterhaald? We vroegen een aantal Maastrichtse hoogleraren vanuit hun expertise al dan niet een lans te breken voor het instituut dat zwaar onder vuur ligt. Monica Claes, hoogleraar Europees en vergelijkend constitutioneel recht en Bruno de Witte, hoogleraar Europees recht bijten de spits af.

Op de vraag wat er te vieren is, valt een grote stilte. Claes begint te grinniken tot De Witte uiteindelijk zegt: “Ik vind vieren zo’n moeilijk woord. Waarom moet je zoiets vieren? Het heeft de EU gemaakt tot wat het is vandaag, in die zin is het een belangrijk moment. Het markeert een belangrijke stap waar we nu nog de gevolgen van ondervinden, positief en negatief.”

Bruno de Witte

Claes: “Het was een keerpunt. Voor het Verdrag van Maastricht hield de Europese bevolking zich niet zoveel bezig met Europa. Dit was het moment waarop de publieke opinie wakker werd. Dat was een schok voor de Europese elite die zich ineens realiseerde dat ze zich hiermee te weinig bezig had gehouden.”
“Ja, in Frankrijk is het verdrag goedgekeurd met een nipte meerderheid, het had net zo goed anders kunnen zijn”, vult De Witte aan. “Iets van 51 of 52% was voor. Ik denk dat veel mensen nee gestemd hebben vanuit onzekerheid. Het was iets nieuws, iets wat verkocht werd als een belangrijke stap in de Europese integratie, maar met een onzekere uitkomst. Dit soort conservatieve reflex zie je vandaag ook nog in het sterk anti-Europese sentiment.”

Hoe zou u het verdrag evalueren?
De Witte: “Ik denk dat er veel dingen opnieuw zo gedaan zouden worden. De kern van het verdrag, de economische en monetaire unie, blijft controversieel. Ik denk dat het wel een goed idee was, maar dat bepaalde aspecten niet zo goed geregeld waren in het verdrag. Het Europees burgerschap dateert vanaf het Verdrag van Maastricht en het feit dat het Europees parlement niet meer alleen adviserend op kan treden, maar medewetgever wordt, is ook een innovatie van het Verdrag van Maastricht. Dat is nu een systeem dat vrij goed werkt, beter dan sommige mensen in die tijd gedacht hadden. In de samenwerking op het gebied van migratie, strafrecht en politie zijn veel positieve resultaten geboekt. De structurele kritiek die je op het Verdrag van Maastricht zou kunnen hebben is: was het nodig om zoveel tekst te maken? Waarom heeft men niet gekozen voor 1 artikel: ‘we krijgen een Europese Centrale Bank die het monetaire beleid zal voeren van de EU’, heel algemeen zoals je ook in de Nederlandse grondwet ziet. Een aantal van die regels bleken later belemmerend te werken voor het optreden in de economisch-financiële crisis.”

Vijfentwintig jaar geleden bestond de Europese Gemeenschap uit 12 landen en niet uit 28 zoals nu. Heeft de EU een fout gemaakt door zoveel landen toe te laten? 
De Witte: “Het uit elkaar vallen van de EU heeft onder andere te maken met de toetreding van landen die heel andere opvattingen hebben. De verschillen tussen Oost en West worden steeds duidelijker.”  
Claes: “Of het een fout is hangt af van wat je wilt bereiken, maar ik moet eerlijk zeggen dat de Big Bang van 2004 (toetreding van Polen, Cyprus, Malta, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Estland, Letland en Litouwen) het einde betekende van een bepaald soort Europa. Europa werd toen groter en meer divers. Daar kan je treurig om zijn omdat je met een kleinere gelijkaardige groep sneller verder zou kunnen, maar wat was het alternatief?”
De Witte: “Mitterand had een alternatief in die tijd: de Europese confederatie. Hij vond dat je wel iets moest doen met die landen die vrijkwamen van het Sovjetblok. In een Europese confederatie zouden ze geen lidstaten van de EU zijn, maar er wel bij horen. Dat idee is toen heel snel afgeschoten, maar eigenlijk was dat niet zo’n slecht idee. Want het probleem met het toetreden van zoveel lidstaten is dat het de besluitvorming belemmert. We zien de laatste jaren dat een aantal van die nieuwe landen dwars liggen en de voortgang belemmeren , met name Hongarije en Polen .”

Hoe Europa toch slagvaardig te krijgen, zeker als het gaat om bijvoorbeeld de grote vluchtelingenstroom?
De Witte: “Dat is heel moeilijk. Een groot deel van het probleem is de negatieve manier waarop gecommuniceerd wordt over Europa. Een recent voorbeeld: de dader van de aanslag in Berlijn, die is door Europa gereisd, via Nederland, België en Frankrijk in Italië terecht gekomen en daar neergeschoten . Wat is de reactie in de media? ‘We moeten Schengen afschaffen, want vrij personenverkeer, dat kan toch niet. Het is toch schandalig dat misdadigers zich vrij kunnen bewegen.’ Absurde reacties, want dit verhaal laat ons eigenlijk zien dat de politiediensten goed samenwerken in Europa. Dankzij die Europese samenwerking, onder andere mogelijk gemaakt door het verdrag van Schengen, hebben ze hem gevonden.”
Claes: “Ook daar waar de Europese instellingen allerlei dingen willen, zijn het de lidstaten die het tegenhouden en vervolgens zeggen: ‘Europa doet niks’. Het zijn de lidstaten die het meest blokkeren en toch krijgen de instellingen de schuld. Nationale politici zouden hier eerlijker over moeten zijn, maar dan moeten ze boodschappen vertellen waar ze geen stemmen mee halen. Het alternatief voor Europa is terug naar de natiestaat, kijk naar Brexit. Je hoort ook steeds meer van die geluiden in Nederland, maar de problemen waarvoor we staan vragen juist om samenwerking: migratie, milieu. Het is een illusie dat je door een muurtje te bouwen of terug te vallen op jezelf je de hedendaagse problemen aan zou kunnen. Waarom politici dat niet willen uitdragen, daar word ik wel eens moedeloos van. Natuurlijk moet de EU voortdurend worden verbeterd. Ik zeg niet dat de huidige EU de ideale EU is, maar dat er een EU moet zijn is voor mij evident. Er was nog een verdrag vóór het Verdrag van Maastricht, een Nederlands plan dat verder ging, diepere integratie voorstond. Dat kreeg de steun van geen enkele andere lidstaat: ‘zwarte maandag’ wordt dat hier genoemd. Wat is er gebeurd met Nederland? ”
De Witte: “Dat is vooral treurig als je ziet dat het heel goed gaat met dit land. In Griekenland zou je zoiets kunnen voorstellen, maar hier?”
Claes: “De steun voor Europa is gedaald vanaf het moment dat Nederland van netto-ontvanger nettobetaler werd. En natuurlijk de opkomst van het populisme dat in Nederland sterker is dan in sommige andere landen.”
De Witte: “Terwijl geen enkel ander land zoveel nut uit de Europese samenwerking heeft gehaald als Nederland. Denk aan de haven van Rotterdam, met zijn in- en uitvoer van producten uit heel West-Europa. Veel hiervan zou niet gebeurd zijn zonder de EU.”
Claes: “Het probleem van Europa is het grote succes. Waarom is de Europese integratie begonnen? Nooit meer oorlog, we willen vrede en welvaart. Dat is allemaal bereikt en nu vindt iedereen dat Europa maar in de weg loopt. Europa heeft gebracht wat we ervan wilden en nu hoeft het niet meer. Misschien kunnen we ons niet meer inbeelden hoe onze wereld eruit zou zien zonder Europa, zoals onze ouders.”

Misschien is de EU als instituut verouderd en niet in staat beslissingen te nemen?
De Witte: “O jawel, er wordt voortdurend van alles beslist, maar wat er in de pers komt zijn de momenten wanneer het niet lukt. Er wordt voortdurend van alles geregeld en afgesproken en er is een dagelijkse routine die functioneert, maar waar weinig aandacht voor is. Soms is er gelukkig wel aandacht voor de successen, denk aan de klimaatafspraken in Parijs eind 2015. Daar heeft de EU een grote rol in gespeeld en ook binnen de EU is men tot een akkoord gekomen op heel ingrijpende maatregelen wat klimaatbeleid betreft. Het functioneert beter dan je zou kunnen verwachten.”
Claes: “En juist in crisissituaties en op hele gevoelige onderwerpen kan het spaak lopen omdat de besluitvorming in consensus moet gebeuren. Dat is tegenwoordig lastig omdat een compromis niet langer als een overwinning maar als een soort verlies wordt ervaren. Je hebt je zin niet gekregen. Dat zie je ook in de nationale politiek, niet alleen in de Europese. In een compromis houd je rekening met belangen van anderen waar je het niet noodzakelijk mee eens bent. Uitgangspunt is nu: de meerderheid wil gewoon wat de meerderheid wil en het gaat niet langer om zoveel mogelijk het beste voor iedereen. Dan heb je het over een veranderde hedendaagse opvatting over democratie en deze wordt op Europees niveau nog een keer uitvergroot. We zien nu een crisis van Europa, maar er is vooral een crisis van de democratie, van de politiek. Gaat het echt zo slecht met Europa als je het vergelijkt met bijvoorbeeld de VS?”
De Witte: “En Rusland. De VS functioneren vele malen slechter dan de EU. Omdat het een politiek systeem is dat gebaseerd is op frontale oppositie. De laatste jaren zie je twee blokken die elkaar echt blokkeren. Het idee van compromis is ook hier helemaal weg en dat leidt tot de verkiezing van een radicaal type die helemaal geen idee meer heeft van het algemeen belang, het zorgvuldig besturen en de rol van de VS in de wereld. Dat iemand als Trump in de VS gekozen kan worden als president toont aan, denk ik, dat het politiek systeem niet functioneert. Leidt zijn presidentschap misschien ook weer tot een crisis en dus uitdaging voor de EU? Men ziet nu al de gevolgen op defensiebeleid. Er wordt gesproken over verdergaande samenwerking op dit gebied. Samenwerking op gebied van defensie is trouwens ook iets dat het Verdrag van Maastricht heeft geïnitieerd, heel bescheiden maar toch. Terugkijkend is het zeker wel het belangrijkste verdrag uit de geschiedenis van de Europese integratie.”

Monica Claes (1968), is hoogleraar Europees en vergelijkend constitutioneel recht aan de Universiteit Maastricht en onderzoekt de wisselwerking tussen het Europese en nationale constitutionele recht.  

Bruno de Witte (1955), is hoogleraar Europees recht aan de Universiteit Maastricht en parttime hoogleraar Recht aan de European University Institute in Florence. Hij is o.a. co-director van het Maastricht Centre for European Law en betrokken bij diverse tijdschriften waaronder The European Human Rights Law Review en The European Constitutional Law Review.

Lees ook

  • De Universiteit Maastricht is actief binnen het Young European Research Universities Network. Kernwaarden: innovatie, openheid en ruimte voor talent.

  • Karlien Strijbosch deed promotieonderzoek naar Senegalese migranten die onvrijwillig terugkeerden na een verblijf in Europa. Ze liep aan tegen muren van zwijgzaamheid, wantrouwen en schaamte. Een gesprek met Karlien Strijbosch en haar promotor Valentina Mazzucato over een onderzoek dat noodzakelijke...

  • Na jaren van turbulentie, heeft het leven van alumna Lea Vink een vlucht genomen in Wenen. Ze kan er nieuwe stappen zetten in haar loopbaan op het kruispunt van luchtvaart en organisatiepsychologie. Ook op persoonlijk gebied lacht het geluk haar toe sinds haar transitie van man naar vrouw.