Trefwoorden: hartfalen, pacemaker, CRT, vectorcardiografie, patientenselectie, individuele optimalisatie

Het doel van dit onderzoek was om de respons van cardiale resynchronisatie therapie (CRT) te verbeteren. CRT wordt gebruikt bij hartpatiënten bij wie de elektrische impulsgeleiding langs het hart verstoord is, deze speciale pacemaker zorgt ervoor dat de hartactivatie weer synchroon loopt. Hoewel deze therapie in tweederde van de patiënten leidt tot een verbetering van pompfunctie,  heeft de therapie in een derde van de patiënten weinig tot geen effect. In dit onderzoek is aangetoond dat met behulp van vectorcardiografie de selectie van patiënten voor CRT kan worden verbeterd.  Zo kun je bijvoorbeeld zien of er een duidelijk geleidingsstoornis aanwezig is in het hart. Dat laatste is van belang, want juist in deze patiëntengroep leidt CRT nagenoeg altijd tot verbetering van de hartpompfunctie. In dit onderzoek wordt verder aangetoond dat er met behulp van ongebruikte elektroden die standaard geplaatst worden tijdens een CRT-implantatie een soort vectorcardiogram kan worden geëxtraheerd. Dit kan worden ingezet om een continue en individuele optimalisatie van de instellingen van het CRT-apparaat te bewerkstelligen.