In het proefschrift wordt ingegaan op het wegnemen van kwalificatieproblemen waarmee een werknemer die grensoverschrijdend werkt en/of woont, kan worden geconfronteerd. Hierbij ligt de focus op de navolgende drie juridische, kwalificatieproblemen:

1.  de niet-fiscale erkenning van een buitenlandse aanvullende pensioenregeling;
2.  de kwalificatie als belasting dan wel als sociale zekerheidspremie;
3.  de kwalificatie als sociale zekerheid (wettelijk pensioen) dan wel als aanvullend  pensioen.

Mede op basis van een rechtsvergelijking tussen Nederland, België en Duitsland worden in het proefschrift handreikingen gegeven voor beleidsmakers op nationaal, alsook op Europees en internationaal niveau voor het wegnemen van de kwalificatieproblematiek. Het proefschrift kan hiermee worden gezien als een Witboek waarmee nader invulling wordt gegeven aan het breed gedragen (Europese) streven naar de opbouw van een adequaat pensioeninkomen en de bevordering van de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit in de Europese Unie.