04 apr
19:30
Studium Generale | Collegereeks

Filosofie van de renaissance en verlichting

In een van zijn essays stelt Montaigne de bedrieglijk eenvoudige vraag Que sais-je? Het uitvoerig antwoord daarop is niet alleen een apologie van zijn sceptische levenshouding, maar de argumenten die hij formuleert zullen filosofen na hem stimuleren tot heftige reacties. 

Descartes drijft de wijsgerige twijfel radicaal tot het uiterste om nieuwe fundamenten te leggen met de uitspraak Cogito, ergo sum en door wiskundige redeneringen toe te passen op de natuur. 

Later zal Spinoza het vertrouwen in het menselijk verstand verdiepen door de rationele structuur ervan te verhelderen. 

Voor Pascal daarentegen leidt die scepsis tot een onvoorwaardelijk geloof in God. 

De filosofische visie van Jean Jacques Rousseau steunt op de rede, maar doet ook een sterk appèl op het hart. Bij hem ligt dan ook het begin van de romantiek. 

Aan de hand van vijf filosofen wordt onderzocht hoe het gesteld is met de verlichting en haar idealen.

De afzonderlijke colleges
1. Montaigne (4 apr)
2. Descartes (11 apr)
3. Pascal (18 apr)
4. Spinoza (25 apr)
5. Rousseau (2 mei)

An image of philosophers.