Het beschouwen van het kunstwerk van een geniaal kunstenaar of van een subliem tafereel uit de natuur stelt ons volgens Schopenhauer in staat om even te ontsnappen uit de eindeloze stroom van onze verlangens. 

Het stelt ons in staat kennis te ontvangen van het ding in zichzelf. 
Subject en object vallen samen en het object wordt nu pas volwaardig waargenomen. 

Door deze belangrijke functie die Schopenhauer aan de kunst toebedeelt, is hij bij uitstek de 'filosoof van de kunstenaars' geworden en hij heeft grote invloed gehad op tal van kunstenaars, in het bijzonder Richard Wagner, Leo Tolstoj, Marcel Proust, Thomas Mann en Gerard Reve, maar ook op filosofen, zoals Emil Cioran en Friedrich Nietzsche.

Vanavond verduidelijkt Prof. Vandenabeele hoe deze theorie van de esthetica er volgens Schopenhauer uit zag.