Interview met Andrea Parziale

Zoektocht naar gelijke schadevergoedingen

Andrea Parziale, oorspronkelijk van Italië, kwam naar de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht voor zijn Marie Sklodowska-Curie Fellowship. Geïnspireerd door de empirische benadering van de Nederlandse juridische (wetenschappelijke) gemeenschap, begon hij zijn onderzoek naar de verschillende schadevergoedingen in Europa en hoe deze gelijker kunnen worden.

Andrea Parziale at Bestuurskamer

Toen hij in Italië woonde, behaalde Andrea zijn master en doctorale diploma, en had hij een aantal postdoc aanstellingen. Toch was het academische pad niet iets waar hij vroeger over nadacht. “Het was mijn droom om rechter te worden, maar toen ik begon aan de universiteit, kwam ik erachter dat er nog veel meer is”, begint Andrea te vertellen. “Ik ben altijd onder de indruk geweest van het idee dat de wet een soort hulpmiddel is om sociale en interpersoonlijke problemen op te lossen. Net zoals geneeskunde dat doet voor gezondheidsproblemen en techniek dat doet om technische problemen op te lossen.” Deze ‘grijze gebieden’ wil Andrea aanpakken. En daar zit de wet vol mee. “Ik vind het stimulerend, soms zelfs ontmoedigend, om deze gebieden op te helderen waarin het niet zeker is wat je wel en niet kunt doen.”

Europa’s ‘loterij van schadevergoedingen’

Aan een van die 'grijze gebieden', wijdde Andrea zijn Marie Sklodowska-Curie beurs aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht. "Mijn onderzoeksproject richtte zich op het verminderen van vooringenomenheid en ongelijkheid bij de beoordeling van immateriële schadevergoedingen. Dit resulteerde in een modelwetgevingsvoorstel dat dient als inspiratiebron voor wetgevers, rechters en juryleden, om horizontale en verticale rechtvaardigheid te bevorderen bij het compenseren van schade”, legt Andrea uit. "Juryleden hebben de situatie aanzienlijk verbeterd door steeds vaker gebruik te maken van richtlijnen en protocollen om de compensatie van immateriële schadevergoedingen consistenter en voorspelbaarder te maken. Er zijn echter nog steeds zorgen, omdat er binnen landen een soort 'schade-loterij' bestaat." En dat is wat Andrea's nieuwsgierig maakte.

Verschillende nationale calculatiesystemen voor schadevergoedingen

Andrea nam voor zijn onderzoek vijf Europese landen onder de loep, die verschillende systemen en richtlijnen hanteren voor schadevergoedingen. "Ierland, Italië, Zweden, België en Nederland zijn landen die vooroplopen qua reflectie en ontwikkeling van richtlijnen”, vervolgt Andrea. "Deze lidstaten maken gebruik van systemen die verschillende methoden volgen." 

Hoe wordt dan bepaald hoeveel schadevergoeding je krijgt in geval van immateriële schade? Andrea legt het uit: “De traditionele wijze is om de rechters te vragen het bedrag van de schadevergoeding vast te stellen. Een subjectief iets, omdat het gebaseerd is op wat de rechter passend zou vinden om de immateriële schade volledige te compenseren. Zo kunnen slachtoffers die dezelfde verliezen hebben geleden, verschillende schadevergoedingen ontvangen.”

Er zijn in heel Europa verschillende systemen ontstaan. Sommigen, zoals in Ierland en Nederland, zijn voornamelijk kwalitatief. Ze omvatten een lijst van allerlei soorten letsels en verliezen, met een algemene beschrijving en suggesties van bedragen tussen een minimum en een maximum. Rechters kunnen het bedrag binnen dit bereik kiezen, afhankelijk van de ernst van het verlies of de schade in de specifieke zaak.

Systemen zoals in België en Italië vertrouwen op punt gebaseerde berekeningen. Hierbij beoordeelt en bepaalt een medisch deskundige de invaliditeit die het slachtoffer lijdt met punten op een medisch-juridische schaal. Vervolgens worden deze punten vermenigvuldigd met een economische waarde en zo wordt de schadevergoeding bepaald.

Veel systemen bieden richtlijnen aan de juryleden, maar geven hen ook veel ruimte om ervan af te wijken. Dit zorgt ervoor dat ze de schade kunnen aanpassen aan de specifieke situatie van het slachtoffer. Het gebruik van deze flexibiliteit berust echter vaak op subjectieve oordelen en financiële waarderingen die niet volledig te verklaren zijn. Het probleem van de 'loterij van schadevergoedingen' is dus niet echt opgelost.

Andrea Parziale at Bestuurskamer window

Een mogelijke oplossing: vaste bedragen en duidelijke individuele aanpassingen

Hoe zorgt het modelwetgevingsvoorstel van Andrea voor een meer gelijke schadevergoeding? Een van zijn suggesties is een systeem waarbij bepaalde factoren worden overwogen, zoals het type schade en wie erbij betrokken is. "Er zou een standaardbedrag schadevergoeding moeten zijn voor elk type schade, maar ook ruimte voor aanpassingen op basis van specifieke en objectieve factoren. De beslissingen hierover moeten openlijk worden genomen én met input van iedereen die betrokken is”, legt Andrea uit. "Stel dat iemands privacy wordt geschonden en deze persoon recht heeft op compensatie voor de emotionele schade. Het systeem stelt dan twee vaste geldbedragen voor: een lager bedrag als het gaat om niet-gevoelige persoonlijke informatie en een hoger bedrag als het gaat om gevoelige persoonsgegevens zoals gezondheid of politieke opvattingen. Het bedrag wordt vervolgens vermenigvuldigd met het aantal mensen dat de gegevens heeft gezien. Als potentiële werkgevers of verzekeraars het hebben gezien, wordt de compensatie verhoogd met een vast percentage. Hoe meer mensen de gegevens zien, met name gevoelige gegevens, hoe meer zorgen de persoon zich moet maken over mogelijke gevolgen, vooral voor hun carrière of verzekering."

Andrea rondde zijn onderzoek in september 2023 af en hoopt dat het impact zal hebben op de schadevergoedingsystemen in Europa. "Ik verwacht niet dat het meteen dingen zal veranderen, dat kost tijd en geduld”, zegt hij. "Ik heb de resultaten van mijn project gepresenteerd op de Conferentie van Empirisch Juridische Studies in Warschau. Het voornamelijk academische publiek reageerde zeer positief."

Een recente gebeurtenis in Italië trok Andrea’s aandacht. "Onlangs heeft de hoogste administratieve rechtbank in Italië een initiatief van de regering om nieuwe richtlijnen voor ernstige lichamelijke letsels te publiceren, geweigerd. Ze hadden een fout hadden gemaakt in de procedure," legt Andrea uit. "Tijdens de interviews en focusgroepen, vertelden deelnemers aan mijn onderzoek dat de logica en rechtvaardigheid van richtlijnen de belangrijkste sleutel tot succes is. Dit bepaalt of mensen ze accepteren of niet. Dit is iets wat ik heb aangekaart in de aanbevelingen van mijn onderzoek. Als de Italiaanse regering van mijn onderzoek op de hoogte was, en mijn aanbevelingen had opgevolgd, had het anders kunnen lopen."

“Ik had het gevoel dat die openheid in gesprekken de regel is hier. Wat mij betreft is dat één van de pluspunten van deze universiteit. "

Ruimte om te delen

Als hij terugkijkt op zijn Maria Sklodowska-Curie beurs, is Andrea blij dat hij koos voor de Universiteit Maastricht. “Mijn project bevatte vergelijkend en empirisch onderzoek. Het viel me op dat de Nederlandse (wetenschappelijke) juridische gemeenschap meer open is voor interdisciplinair onderzoek, waaronder empirisch onderzoek,” zegt Andrea. “Het Law and Tech Lab loopt bijvoorbeeld voorop hierin. Ze doen empirisch onderzoek, met empirische hulpmiddelen die antwoord geven op juridische vragen zonder het juridische vlak uit het oog te verliezen.” Als het aan Andrea ligt, moeten we vaker uit onze comfortzone stappen en de kansen grijpen die empirisch onderzoek ons biedt.

Daarnaast herinnert hij de open sfeer binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. “Ik had het gevoel dat die openheid in gesprekken de regel is hier. Wat mij betreft is dat één van de pluspunten van deze universiteit. Je hoeft hier geen mega expert te zijn om je gedachten, vragen of ideeën te delen. Dat is heel fijn.” Andrea vertelt ook dat zijn team van onderzoeksinstituut METRO erg behulpzaam was tijdens zijn onderzoeksproject. “Ik had de kans om mijn onderzoeksresultaten te presenteren aan de mensen van METRO, dat zijn voornamelijk promoverende onderzoekers. Hun vragen en opmerkingen hebben mij enorm geholpen bij het verfijnen en soms zelfs veranderen van kritische dingen in mijn project”, vertelt Andrea. “Hopelijk kunnen zij in de toekomst ook profiteren van deze discussies en heb ik ze kunnen inspireren om juridische onderzoeksvragen vaker op empirische wijze te beantwoorden.”

Lees ook