Lichaamsbeweging

Veel onderzoek naar lichaamsbeweging wordt gebaseerd op vragenlijsten. Als aanvulling hierop deden we in het KOALA-onderzoek beweegmetingen bij ruim 300 kinderen van 4 tot 5 jaar oud. Deze kinderen droegen gedurende vijf dagen een beweegmeter (Actigraph versnellingsmeter). Uit de resultaten blijkt dat 4- en 5-jarige kinderen een groot gedeelte van de dag (85%) zittend doorbrengen, of in ieder geval weinig actief zijn in de tijd dat ze wakker zijn. Elf procent van de tijd werden licht inspannende activiteiten uitgevoerd en slechts 4% van de tijd matige tot inspannende activiteiten. Tweeëntwintig procent van de kinderen haalde de Nederlandse beweegnorm (minstens één uur per dag matig intensief bewegen). Jongens bewogen iets meer dan meisjes. De resultaten komen overeen met studies in het buitenland.

Beweegplezier en speelbaarheid: Hoe leuk je het als kind vindt om te bewegen kan een invloed hebben op hoeveel je daadwerkelijk beweegt. Dit hebben we daarom onderzocht en kunnen bevestigen. Lichaamsbeweging van kinderen kunnen we onderverdelen in verschillende categorieën zoals sporten, spelen en verplaatsingen (bijvoorbeeld naar school lopen of fietsen). We hebben onderzocht wat de invloed is van de speelbaarheid van het schoolplein op de lichaamsbeweging. We vonden dat een betere speelbaarheid gepaard gaat met meer lichaamsbeweging direct na schooltijd voor kinderen die dichtbij wonen. Voor kinderen die verder weg wonen van school is het verband kleiner. Aanvullend aan het KOALA onderzoek hebben we nog meer onderzoek gedaan dat laat zien hoe de inrichting van de woon-en schoolomgeving invloed heeft op het bewegen van kinderen.

Leefomgeving en overgewicht: Veranderingen in de buurtomgeving kunnen mogelijk een gedeelte van de snelle toename in overgewicht bij kinderen verklaren. We hebben daarom de relatie tussen fysieke, sociale en waargenomen veiligheidskenmerken van de buurt en het BMI van kinderen onderzocht. We vonden dat het BMI van kinderen vooral gerelateerd is aan de veranderbare fysieke en sociale omgevingskenmerken en niet per se aan de veiligheid zoals ervaren door de ouders. Waarschijnlijk is de veiligheid in Nederland hoog, en is de meeste winst voor beweeg mogelijkheden van kinderen te behalendoor het beweegvriendelijker maken van de gebouwde omgeving. 

Opvoeding en lichaamsbeweging: Er wordt al lange tijd vanuit gegaan dat ouders die veel activiteiten met hun kinderen doen het bewegingsgedrag en gewicht van de kinderen beïnvloeden. Van de andere kant, ouders kunnen ook hun opvoedingsmanieren aanpassen als antwoord op het bewegingsgedrag en gewicht van het kind. Daarom hebben we dit tweerichtingsverband tussen opvoeding en het gedrag en gewicht van het kind onderzocht bij kinderen tussen de 5-7 jaar oud. We vonden dat ouders en kinderen elkaars gedrag over en weer beïnvloeden, en dit bijstellen aan de hand van het gewicht en bewegingsgedrag van de kinderen.

Vorige pagina