Wetenschapsagenda juni 2011

“Assessment of injury in reperfused acute myocardial infarction using cardiovascular magnetic resonance imaging”

Nauwkeurig onderzoek naar verschillende eigenschappen van het hartinfarct leidt tot een beter begrip van onderliggende mechanismen. Met behulp van magnetische resonantie imaging (MRI) blijkt dat, ondanks succesvolle opening van kransslagaderen, de helft van de patiënten een verminderde bloeddoorstroming in haarvaatjes en bloeduitstortingen in hartspierweefsel heeft. Van alle gemeten eigenschappen, is vooral de infarctgrootte bepalend voor herstel van de hartfunctie na drie maanden. Dertig minuten na een Dotterprocedure kan het electrocardiogram al laten zien of een patiënt een verhoogd risico heeft op verminderd functieherstel. Om de uitgebreidheid van bedreigd hartspierweefsel tijdens een acute kransslagaderafsluiting te bepalen, is MRI geschikter dan angiografische en electrocardiografische methoden.

Trefwoorden:

hartinfarct, MRI, functieherstel

“Debating Europe: Reflections on EU Affairs in the Public Sphere”

Sinds de Europese Unie (EU) in werking trad, is zij in omvang gegroeid en zijn haar bevoegdheden toegenomen. Deze ontwikkelingen gingen gepaard met groeiende zorg over de democratische legitimiteit van de Unie en haar beleid. Een van de kernmanifestaties van dit zogenaamde ‘democratisch tekort’ is een Europees openbaar tekort.

Op basis van een kwalitatieve analyse van de verslaglegging in Nederlandse en Duitse kranten van de debatten over de toekomst van Europa en de EU wetgeving voor luchtkwaliteit, stelt deze dissertatie dat het openbare tekort hoofdzakelijk een kwalitatief probleem vertegenwoordigt, weergegeven door ongelijkheden in de timing en inhoud van nationale debatten betreffende Europese beleidsvorming in Brussel. In termen van democratie vermindert dit de kansen om tijdig invloed te kunnen uitoefenen op besluitvorming en de juiste mensen verantwoordelijk te stellen.

Trefwoorden:

Europese Unie, democratisch erfgoed, openbare ruimte

“Understanding consumers’ attitudes toward novel food technologies”

“HLA antibodies: detection and clinical relevance”

“Regulatory ubiquitylation in DNA repair: a multi-faceted role in maintaining genomic integrity”

"Memory distrust in the legal context"

Tot nu toe is geheugenwantrouwen in de strafrechtelijke context alleen beschreven aan de hand van casuïstiek. Dit proefschrift is een eerste poging om geheugenwantrouwen empirisch te onderzoeken.   
Geheugenwantrouwen kan worden gedefinieerd als een toestand waarin mensen weinig vertrouwen hebben in hun herinneringen, waardoor ze extra vatbaar zijn voor externe suggesties. Vooral in de forensische praktijk kan geheugenwantrouwen verstrekkende gevolgen hebben. Uit de resultaten blijkt dat het geven van negatieve informatie over het geheugen er in de regel toe leidt dat mensen hun geheugen gaan wantrouwen. En naarmate mensen hun geheugen meer wantrouwen zijn ze eerder geneigd om misleidende informatie te accepteren. Bovendien zet geheugenwantrouwen aan tot meer valse bekentenissen van het type waarin mensen zelf gaan geloven.

Trefwoorden:

geheugenwantrouwen, politieverhoren, pseudo-herinneringen, valse bekentenissen

“Kupffer cells in fatty liver disease: does size really matter?”

“The role of the council secretariat and the European Commission in EU Foreign Policy”

Buitenlands beleid was jarenlang het exclusieve domein van de Europese lidstaten zelf. Dit onderzoek toont aan dat zij recentelijk toch veel taken hebben overgedragen aan Brussel. Europese instellingen kunnen bepaalde zaken namelijk efficiënter uitvoeren dan de lidstaten. De lidstaten gaan echter niet over één nacht ijs. Zij wegen zeer zorgvuldig de voor- en nadelen van delegatie af. Dit onderzoek gaat ook in op de consequenties van delegatie. Het laat zien dat de lidstaten in beperkte mate aan soevereiniteit hebben verloren. Brussel heeft vooral veel invloed als het gaat om het sturen van Europese politie en justitie missies naar bijvoorbeeld Kosovo.

Trefwoorden:

Europese Unie, buitenlands beleid, lidstaten

“Pelvic physiotherapy in faecal incontinence”

Fecale incontinentie komt onder meer voor bij pas bevallen vrouwen. Een systematisch literatuuroverzicht toont aan dat een ruptuur van de anale sluitspier tijdens de bevalling (prevalentie 27%) is geassocieerd met het ontstaan van postpartum fecale incontinentie. 

Na falen van medicatie en dieetaanpassingen wordt bekkenfysiotherapie beschouwd als eerste behandeloptie, gebaseerd op weinig bijwerkingen en gerapporteerde succespercentages. Uit een interventiestudie bleek rectale ballontraining niet effectiever als toevoeging op bekkenbodemspiertraining. Hierdoor blijven de huidige consensus aanbevelingen voor bekkenfysiotherapie gehandhaafd: beginnen met advies, informatie en bekkenbodemspiertraining, gevolgd door verschillende biofeedback elementen bij onvoldoende symptoomreductie. Het gebruik van constiperende medicatie, tenminste één obstetrische risicofactor en minder schaamte bleken geassocieerd met succes van bekkenfysiotherapie. Voor evaluatie van therapie wordt de Wexner score aanbevolen voor het bepalen van de ernst en de Fecal Incontinence Quality of Life Scale voor de beoordeling van kwaliteit van leven.

Trefwoorden:

fecale incontinentie, bekkenfysiotherapie

“Strategic Decision Making in Complex Games”

“Work and Pain: complaints of the arms, neck and shoulders among computer office workers. A study in Sudan and the Netherlands”

“Return of the narrative. Studies on transportation in social media”

Consumenten zetten tegenwoordig hun negatieve ervaringen op Facebook en blogs en hebben daardoor een enorme invloed op de publieke opinie; in dit proefschrift is onderzocht hoe bedrijven het beste kunnen reageren op negatieve reviews. De zakelijke manier waarop het overgrote deel van de bedrijven daarop reageert, zorgt voor een enorme clash. Bedrijven zijn gewend om met stellingen en argumenten naar hun klanten te communiceren. Een van de conclusies van het onderzoek is dat bedrijven altijd zouden moeten beginnen met een verontschuldiging en daarna met hun kant van het verhaal. Bovendien werkt het beter wanneer dit verhaal niet door de woordvoerder wordt verteld, maar door iemand van de werkvloer. In sociale media gaat het om menselijk contact. Van Laer heeft een methode ontwikkeld waarbij door middel van denkspelletjes het empathische gedeelte van de hersenen wordt geactiveerd. Hierdoor richten medewerkers zich niet alleen op financieel resultaat, maar verplaatsen ze zich ook in de klant.

Trefwoorden:

consumentengedrag, sociale media, communicatie

“Who’s left behind? Social dimensions of health transition and utilization of medical care in Poland”

“Challenging the patient centred paradigm: designing feasible guidelines for doctor patient communication”

Ondanks 40 jaar onderwijs in arts-patiënt communicatie, is er in de spreekkamer weinig veranderd.

Dit promotieonderzoek onderzocht hoe dat komt, door te kijken naar de kwaliteit en toepasbaarheid van communicatie-adviezen voor huisartsen. Huisartsen zetten communicatietechnieken situationeel en doelgericht in. Daarbij proberen ze hun consultdoelen af te stemmen op de medische situatie en de wensen, behoeften en mogelijkheden van patiënten. Communicatie-richtlijnen zijn meestal generieke stappenplannen, weinig evidence based, en besteden weinig aandacht aan contextfactoren zoals de medische situatie of patiënteigenschappen. Huisartsen beschouwen het volgen van een dergelijk stappenplan als inefficiënt en weinig effectief. Daarom adviseren we evidence-based, doelgerichte en situatiespecifieke communicatie-richtlijnen te ontwikkelen.

Trefwoorden:

arts-patiënt communicatie, communicatie-richtlijnen en technieken

“Innovation in Healthy Nutrition: every advantage has a disadvantage”

“Succesfully Managing Alliance Portfolios: an alliance capability view”

“Studies of the Affective and Developmental Domains of Psychopathology in Psychosis”

“Malaria Rapid Diagnostic Tests: Laboratory aspects in the diagnostic setting”

“Platelets in atherothrombosis - roles of CD36 and P2Y12 receptors”

“Parietal cortex and spatial cognition combining evidence from neuroimaging and functional brain stimulation”

De pariëtaalkwab blijkt een mediator en regulator voor het integreren van allerhande ruimtelijke functies, zoals het sturen van de aandacht, het vergelijken van hoeken of het combineren van zintuiglijke input vanuit verschillende bronnen. Beschadiging van de pariëtaalkwab leidt tot defecten in de ruimtelijke waarneming zoals Neglect en Extinctie, waarbij één helft van het blikveld genegeerd wordt. Vaak treedt spontaan herstel op door reorganisatie, maar de onderliggende mechanismen daarvan zijn nog onbekend. Door het combineren van beeldvormingtechnieken (fMRI, EEG) met magnetische hersenstimulatie (TMS) kon voor het eerst gevisualiseerd worden hoe de hersenen TMS-geïnduceerde verstoringen kunnen compenseren. Vervolgonderzoek kan uiteindelijk wellicht leiden tot een behandeling die spontaan herstel stimuleert.

Trefwoorden:

pariëtaalkwab, ruimtelijke waarneming, fMRI, EEG, TMS 

“Some genetic polymorphisms and their impact on head and neck cancer susceptibility”

“HIV prevention and education among young people in Yemen”

Deze dissertatie onderzoekt de impact van peer education en levensvaardigheden voor HIV preventie onder 6221 Jemenitische jongeren. De bevindingen toonden aan dat de interventies erin zijn geslaagd de kennis en het risicobesef over HIV te verhogen, het niveau van stigmatisering en discriminatie te verlagen, en minder risicovolle praktijken en gedragingen op het gebied van HIV infectie te stimuleren. De elementen die dit mogelijk maakten waren de cultureel gevoelige boodschappen, voorspraak van beleidsmakers en ouders, deelname en capaciteitsopbouw van peer educators en alle bestaande stakeholders op school- en gemeenschapsniveau. De resultaten van deze evaluatie kunnen nuttig zijn bij het invoeren van toekomstige peer education interventies in vergelijkbare conservatieve moslim omgevingen.

Trefwoorden:

Peer education, HIV voorlichting, Jemenitische jongeren 

“Building a common state or deepening divisions: Bosnian constitutional ethno federalism and its consequences”

Dit onderzoek toont de impact van het Bosnische constitutionele stelsel op de politieke ontwikkeling in het land. Het belangrijkste argument is dat het constitutionele stelsel gunstig is voor de nationalistische politieke partijen. Daarom mist het land gebrek de noodzakelijke hervormingen, aangezien er geen samenwerking is tussen fracties die bepaalde etnopolitieke groeperingen vertegenwoordigen.

Er zijn meerdere ‘constitutionele’ verklaringen voor deze situatie. De verdelingen binnen het land dwingen politieke spelers steun te zoeken binnen een nationale groep. De tweede reden is een uit de kluiten gewassen overheid in Bosnië en Herzegovina, die heel veel werkgelegenheid biedt aan de groepen die verbonden zijn met de politieke elite. De betrokkenheid van sociale actoren in het politieke leven in Bosnië biedt politieke leiders de gelegenheid de schuld te leggen bij ‘buitenlanders’.

Een oplossing voor dit probleem zou zijn om etnische vraagstukken te scheiden van algemene, politieke of economische vraagstukken, en regelingen te treffen voor de territoriale en institutionele opbouw van het land. 

Trefwoorden:

constitutioneel stelsel van Bosnië en Herzegovina, consociationele democratie, machtsdeling, etnische conflicten, Balkan, post-conflict afwikkeling

“Material versus psychosocial explanations of socioeconomic differences in health-related functioning in older people”

Het verband tussen sociaaleconomische status en gezondheid is veel onderzocht. Vaak wordt ongezond gedrag aangedragen als een belangrijke verklaring, maar interventies op dit gebied lijken de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk niet te verkleinen.

Dit proefschrift heeft gekeken naar de meer fundamentele verklaringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen bij ouderen. Een van de conclusies is dat factoren gerelateerd aan hoe mensen tegen het leven aan kijken nog meer van belang zijn dan het leven in relatieve armoede. Het gevoel van controle hebben over het leven is een belangrijke verklaring voor het feit dat mensen uit de hogere sociaaleconomische klassen zich gezonder voelen dan mensen uit de lagere klassen. Deze bevinding kan bijdragen aan het ontwikkelen van een effectieve strategie om gezondheidsverschillen te verkleinen.

Trefwoorden:

sociaaleconomische status, gezondheidsverschillen, ouderen 

“Een besef van eigen kracht. Limburgse provinciale politiek in de periode 1962-2007”

De Provincie Limburg groeide in de periode 1962-2007 uit van een afwachtende overheidsorganisatie die volgzaam het rijksbeleid uitvoerde tot een initiatiefrijke politieke speler in de Limburgse samenleving. Deze ontwikkeling verliep schoksgewijs waarbij sprake was van vier momenten waar de Provincie haar strategische koers fundamenteel veranderde. Drie elementen speelden daarbij een rol: externe urgente omstandigheden, de allianties tussen personen en de ruimte die de rijksoverheid bood en de Provincie benutte om eigen initiatieven te ontwikkelen. Op het moment dat deze drie elementen samenkwamen wijzigde de Provincie in een relatief korte periode van twee tot drie jaar haar algemene beleid.

Trefwoorden:

provinciale politiek, Limburg, provincie, openbaar bestuur, agendavorming

“Stakeholder Theory in Finance; on the Financial Relevance of Nonfinancial Stakeholders”

“Experimental Spinal Cord Stimulation in Neuropathic Pain Models”

“Het onzichtbare zichtbaar maken”