Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap

Hoe diverser, hoe inspirerender

Wereldwijd is minder dan 30 procent van de onderzoekers vrouw. En hoewel ‘slechts’ 30 procent van de hoogleraren aan de Universiteit Maastricht vrouwelijk is, staat de universiteit hoog in de ranglijst van Nederlandse universiteiten wat dit percentage betreft. Om volledige en gelijkwaardige toegang en deelname aan wetenschap voor vrouwen en meisjes te bereiken, heeft de Verenigde Naties 11 februari uitgeroepen tot Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap. We vroegen Universitair Hoofddocent Giselle Bosse naar haar ervaringen en kijk op de zaak.

Femke Kools, foto: Jasper Kijk in de Vegte. Foto UM homepage: UNICEF Photo/UN0145554/Karin Schermbrucker

Dr. Giselle Bosse is Universitair Hoofddocent EU Externe Relaties, Jean Monnet Leerstoelhouden en vice-decaan Onderwijs bij de Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS). Eerste en belangrijkste vraag:

Heeft geslacht ooit een rol gespeeld in uw carrière, voor zover u weet?
“Wat betreft carrière maken heb ik altijd wat geluk gehad, moet ik zeggen. Ik heb nooit een situatie meegemaakt dat ik het bijvoorbeeld moest opnemen tegen een mannelijke kandidaat en dat het uiteindelijk op een ‘mannen onder elkaar’ situatie uitdraaide. Ik denk dat het ook wel geholpen heeft dat ik vaak vrouwelijke leidinggevenden had.”

Hoe hielp dat laatste u dan?
“Mensen nemen het liefst mensen aan, of bevorderen mensen in wie ze zichzelf herkennen. Een van mijn mannelijke collega’s zat in het volledig mannelijke faculteitsbestuur, acht jaar geleden, en hij zei: ‘We waren altijd met een groep mannen, maar we waren ons er niet echt bewust van.’ Best schokkend. Nu zag hij het wel, maar toen niet. Dus toen de termijn van ons laatste bestuur afliep, waren de vrouwelijke collega’s met kinderen best bezorgd: als we weer een mannelijk bestuur krijgen, wat betekent dat voor onze carrièrekansen?”

En in het dagelijks werk? Heeft u daar te maken met man-vrouw-vooroordelen?
“Zeker. We schrijven momenteel bijvoorbeeld het strategisch plan voor de faculteit, met ons volledig vrouwelijke bestuur. Het kan toeval zijn, maar toen we een eerste versie rond lieten gaan langs diverse stakeholders binnen de faculteit, kregen we van mannelijke collega’s meestal feedback die begon met: ‘Mooi plan, maar….’ Ik kreeg daar het gevoel van dat ze eigenlijk bedoelden: je hebt je best gedaan, maar ik weet het beter. Terwijl onze vrouwelijke collega’s, bijna allemaal, reageerden met: ‘Geweldig plan, erg goed en hier en daar heb ik wat feedback.’ Ik heb het gevoel dat je bij de oudere mannelijke collega’s, hoe ouder of schijnbaar meer senior, je vaker een bepaalde houding tegenkomt.” 

Wat voor houding precies?
“Nou ja, ik ben het tegenovergestelde van een oudere, mannelijke hoogleraar en ik heb vaak het gevoel dat ik eerst moet bewijzen dat ik met voldoende reden en deskundigheid op deze positie zit. Anderen gaven me dat gevoel. Door me erop te wijzen dat mijn voorganger meer ervaring had dan ik, of gewoon naar de decaan te stappen als ik een besluit nam dat ze niet aanstond. Dat laatste heb ik alleen meegemaakt met mannelijke collega’s.” (tekst gaat verder onder foto)

De cijfers

  • Momenteel is 24,2% van de Nederlandse hoogleraren vrouw. De Universiteit Maastricht staat met 30,1% vrouwelijke hoogleraren op de tweede plaats van de 14 universiteiten, achter de Open Universiteit (39,9%).
  • Hoewel het aandeel vrouwen langzaam groeit op elk academisch niveau, neemt het aantal vrouwen af naarmate je hoger op de carrièreladder komt.
  • Zo is landelijk 53% van de Nederlandse afgestudeerden vrouw, 43,6% van de promovendi, 41,9% van de universitair docenten en 29,4% van de universitair hoofddocenten.

Bron: Monitor vrouwelijke hoogleraren 2020, Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren

Giselle Bosse
Giselle Bosse op de binnenplaats van FASoS

Wat leidt u af uit dit alles? Zijn dit de factoren die vrouwen weerhouden van een wetenschappelijke carrière?
“De wetenschap is een vrij harde omgeving. Het is zeer competitief en je hoort soms verhalen waaruit je de conclusie trekt dat je twee keer harder zult moeten werken om gerespecteerd te worden. Verhalen van vrouwelijke collega’s bijvoorbeeld, die te horen kregen dat ze nooit hoogleraar zouden worden omdat ze ‘het nu eenmaal niet hadden’. Dat zijn geen bemoedigende verhalen. Ik denk dat kwetsbare groepen, zoals ook minderheden, het moeilijker vinden die strijd te winnen. Want het ‘criterium’ dat je moet halen is niet vrouw- of minderhedenvriendelijk. Er zijn uitzonderingen, maar vrouwen met kinderen moeten beseffen dat kinderen als een obstakel gezien kunnen worden, wat minder geldt voor mannen met kinderen, en dat een gezinsleven niet makkelijk te combineren is met een wetenschappelijke baan. Een baan die ik trouwens geweldig vind.”

Wat vindt u er geweldig aan?
“Ik hou erg van de intellectuele uitdaging van het onderzoek, in mijn geval mensenrechten en democratie in post-Sovjet gebied. Erheen reizen, mensen interviewen… Daarnaast hou ik van de diversiteit van dit werk: les geven, management, onderzoek. Om iets door te geven aan de volgende generatie die de samenleving vormt, is geweldig.”

Wat kan een universiteit of faculteit verbeteren om gelijke kansen te creëren voor wetenschappers?
“Een goed begin is het wervingsbeleid. Onze faculteit is daar heel bewust mee bezig, ook met het oog op het ‘Erkennen & Waarderen’-initiatief. Ik denk dat het belangrijk is om carrièrekansen te bieden zonder iedereen dezelfde standaard op te leggen. Dus rekening houden met iemands achtergrond of persoonlijke situatie en verschillende kwaliteiten. Willen we alleen personeel dat uitblinkt in wetenschappelijke publicaties en onderzoeksbeurzen? Ik denk dat er meer ruimte is voor verschillende types mensen met een breed palet van achtergronden en ervaringen.

Ik zie dat ook als er studenten geworven worden voor masteropleidingen. Als je alleen maar studenten selecteert die gaan voor het hoogste cijfer, krijg je de saaiste opleiding ooit. Je wilt verschillende persoonlijkheden, met verschillende achtergronden en dan wordt het interessant. Ondanks alle druk op de wetenschap, moet je dat proberen. Omdat het van de universiteit een creatievere, meer inspirerende en vrolijke plek maakt.”

Meer over de VN International Day of Women and Girls in Science  .

Rianne Letschert, Rector Magnificus Universiteit Maastricht:
“Een paar jaar geleden stoorde ik me aan vragen van journalisten over mijn vrouw-zijn in de wetenschap, of op deze positie. Of vragen over hoe ik mijn werk met mijn privéleven combineerde. Totdat ik hoorde dat andere vrouwelijke wetenschappers daar veel steun uit putten en het ervaren als erkenning voor hun situatie. Hoewel we hard aan de weg timmeren in Maastricht, zijn de carrièreperspectieven van vrouwen in de wetenschap nu eenmaal nog niet gelijk aan die van mannen. Tegenwoordig laat ik geen kans onbenut om deze tekortkoming van onze sector onder de aandacht te brengen.”

Lees ook

  • Vorig jaar september is de samenwerking bekrachtigd tussen het project ‘DATASET’ van het Noord-Limburgse Fieldlab TISL en Logistiek Digitaal (onderdeel van het DIL programma). Namens het DATASET onderzoeksteam overhandigde Gerwin Zomer op vrijdag 12 juli het evaluatierapport van de Digital Readiness...

  • De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft dr. Marieke Hopman en dr. Guleid Jama financiering toegekend voor hun nieuwe onderzoeksproject CHILD-WAR. 

  • YUFE is thrilled to announce that its student program, the YUFE Student Journey, evolves into OpenYUFE, enabling students to apply all year long.