Faculty of Arts and Social Sciences Research

Burgers betrekken bij onderzoek

Wie wat van zijn vrije tijd zou willen besteden aan het categoriseren van illustraties over microscopie in de 19e eeuw mag zijn hand opsteken. Omdat dit het internet is, zijn er al heel wat handen de lucht in gegaan – ook al zit de jouwe daar misschien niet tussen. FASoS-wetenschappers Lea Beiermann (Worlds of Wonder) en Susan Schreibman (Letters 1916-1923) bieden mensen de mogelijkheid hun creatieve talenten te benutten, te ervaren wat onderzoek is en er een bijdrage aan te leveren.

Microscopie onder de microscoop

Het is een beetje een niche-onderwerp – maar dankzij het internet kun je die niche uitbreiden. Voor haar proefschrift bij FASoS onderzoekt Lea Beiermann microscopie-illustraties uit negentiende-eeuwse tijdschriften. “Het project richt zich op de geschiedenis van de microscopie en hoe die heeft bijgedragen aan de diversifiëring van de wetenschappelijke disciplines. Die geschiedenis was altijd zeer interdisciplinair: dokters, geologen en biologen – allemaal gebruikten ze de microscoop en werkten ze samen om genootschappen op te zetten en tijdschriften uit te geven.”

Om de illustraties te identificeren en te begrijpen hoe die zich verspreidden, dat wil zeggen hoe ze werden gereproduceerd in een tijd voordat copyrightwetgeving een exacte wetenschap was, gebruikt Beiermann Zooniverse, een online platform dat vrijwilligers in staat stelt actief te participeren in onderzoek. Terwijl Zooniverse zich hoofdzakelijk richt op STEM – slechts 6 van de 99 projecten zijn gecategoriseerd onder Kunst – werken er al meer dan duizend vrijwilligers aan haar project Worlds of Wonder.

Florian Raith

Niet delegeren maar samen creëren

Tijdens een stage aan de universiteit van Leicester heeft Beiermann meegewerkt aan Science Gossip, een wetenschappelijk burgerinitiatief waarbinnen meer dan 10.000 vrijwilligers meer dan 150.000 pagina's aan wetenschappelijke illustraties uit Victoriaanse tijdschriften hebben geïdentificeerd en geclassificeerd. De metadata – tags die illustrator, onderwerp, tijdschrift, publicatiedatum, etc. identificeren – stellen historici in staat de enorme collectie beelden te doorzoeken en te bestuderen.

“Ik vond het heel leuk om deel uit te maken van dit initiatief en ik wilde voor mijn promotieproject iets vergelijkbaars doen.” Beiermann denkt met plezier terug aan de interactie, het gevoel samen iets te creëren. Maar het vereist veel inspanning om mensen voldoende te waarderen voor de tijd die ze erin steken. “Communiceren met vrijwilligers kost tijd – je moet vragen beantwoorden, op feedback reageren en je resultaten terugkoppelen, zodat niemand zich tekortgedaan voelt.” Een beetje waardering doet wonderen – en heeft veel voordelen.

Blij met onverwachte expertise

“Ik ben me bewust geworden van zaken waar ik anders niet aan zou hebben gedacht – zo had iemand bijvoorbeeld een lijst met vrouwelijke illustratoren samengesteld.” De open discussie heeft ook invloed gehad op de richting die haar onderzoek uitging – en op de plaats waar ze onderzoek deed. Ze werd erop gewezen dat veel Amerikaanse publicaties illustraties van landbouwproducten bevatten en daarom reisde ze naar Washington D. C. om in de archieven van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw te werken.

Een open, digitale benadering van onderzoek biedt vele voordelen, van toegang tot collecties tot direct contact met de eeuwenoude genootschappen die de tijdschriften publiceerden die ze onderzoekt. “Om een specimen te identificeren waar we moeite mee hadden, zochten we via twitter contact met de Quekett Microscopical Club in Londen – en ze reageerden heel snel.” Er is duidelijk een hoop energie en expertise in de wereld – en een grote bereidheid die te delen, puur vanuit liefde voor het onderwerp.

Lea Beiermann

Voor haar PhD project vraagt Lea Beiermann vrijwilligers om te helpen met het identificeren en classificeren van afbeeldingen in microscopische publicaties.

Worlds of Wonder   

Magische manuscripten

Ook hoogleraar Digital Arts and Culture Susan Schreibman had positieve ervaringen met haar project Letters 1916-1923. “Ik verzamel brieven over Ierland uit deze belangrijke periode in de geschiedenis – en maak ze openbaar toegankelijk voor transcriptie.” Ze heeft een database opgebouwd met meer dan 6000 brieven – niet echt big data maar toch te veel voor slechts één wetenschapper. Tot dusver is ze erin geslaagd meer dan 2500 vrijwilligers bij haar onderzoek te betrekken om de brieven te categoriseren en over te schrijven.

Gebruik van Kunstmatige Intelligentie en herkenning van handgeschreven tekst schiet zijn doel voorbij. “Ik wil juist dat mensen rechtstreeks contact hebben met de manuscripten. Er gebeurt iets als je iemands handschrift leert ontcijferen en zijn gedachtegang kunt volgen: je ontwikkelt een andere relatie met de schrijver.” Op deze manier wil Schreibman overbrengen wat ze als het privilege van de wetenschapper beschouwt: de sensatie om in een archief met de originele stukken te werken – in plaats van met secundaire bronnen zoals geschiedenisboeken.

Voeling met de geschiedenis

Als literair wetenschapper die haar academisch loopbaan met een geannoteerde dichtbundel begon, heeft Schreibman altijd met manuscripten gewerkt. Ze spreekt met veel warmte over hun stoffelijkheid en emotionele lading: “Brieven zijn zulke geweldige documenten! Je ziet de stress in iemands handschrift, je ziet de doorhalingen, je ziet wanneer het papier schaars was en mensen in de kantlijn schreven – je kunt zoveel meer te weten komen over de persoon, de tijd.”

Beiermann is het daarmee eens. Tijdens haar onderzoek in de VS stuitte ze op de dagboeken van Richard Beck, een jonge, negentiende-eeuwse microscoopfabrikant. “Hij schrijft over de microscoopmakers die hij bezocht, maar het is ook een reisverslag en een coming-of-age-verhaal. Toen ik door zijn notitieboeken bladerde, vielen er een paar gedroogde bladeren uit. Er werd me letterlijk een stukje geschiedenis in de schoot geworpen. Dat is de magie van werken in een archief.”

Susan Schreibman research project

Professor in Digital Arts and Culture Susan Schreibman is de projectleider en hoofdredacteur van Letters 1916-1923  , Ierland's eerste participatieve digitale geesteswetenschappen project.

Mensen erbij betrekken

Gedigitaliseerde, doorzoekbare bronnen maken het wetenschappelijk werk natuurlijk gemakkelijker voor Schreibman; metadata stellen haar in staat verschillende vragen aan het corpus te stellen. Belangrijker is echter dat ze hiermee mensen bij haar onderzoek kan betrekken die ze anders niet had kunnen bereiken. “We leven in een cultuur waarin participatie steeds belangrijker wordt. Mensen willen hun steentje bijdragen, niet alleen ontvangen.” Ze benadrukt dat de toename van de reikwijdte niet ten koste hoeft te gaan van het intellectueel niveau.

“Je hoeft het absoluut niet te versimpelen. Het gaat om duidelijke communicatie, dat is sowieso altijd een vereiste, en het onderzoek moet op een gebruiksvriendelijke manier worden opgezet.” Tegen de tijd dat Schreibman en haar team de transcripties nakijken, valt er niet veel meer te verbeteren – en de kracht van de crowd gaat verder dan dat: “Toen we een brief in het Iers tegenkwamen, maakten we gebruik van sociale-media-hashtags die de taalgemeenschap zou begrijpen – en binnen een paar minuten kregen we een vertaling binnen...”

Schreibman voegt hieraan toe dat dit vooral van belang is in de geesteswetenschappen: “Faculteiten worden gesloten en niemand maakt er bezwaar tegen omdat niemand weet wat we doen. Kunstenaars werken in de publieke arena – waarom zouden wij alleen binnen onze kleine academische gemeenschap opereren?”

Lees ook

  • Filosofe Maud Oostindie van de Universiteit Maastricht is één van de nieuwe ‘Faces of Science’ die vandaag gepresenteerd werden door de KNAW. Via blogs en vlogs gaat zij laten zien hoe haar leven als beginnend wetenschapper eruitziet.

  • Levende hersenen in een laboratorium en onderzoek naar internetvrijheid. Maar liefst twee wetenschappers van Universiteit Maastricht zijn dit jaar genomineerd voor de Klokhuis Wetenschapsprijs. Breng jij ook je stem uit?

  • Klimaat, oorlog en oplevend nationalisme: mondiale samenwerking rammelt aan alle kanten. Toch pleit hoogleraar Mathieu Segers nog voor Europees leiderschap: ‘Als dood en verderf om zich heen grijpen, en er eigenlijk geen licht meer lijkt te zijn, ontstaan vaak de meest briljante plannen.’