UM-reactie op kabinetsbrief Commissie van Rijn

De UM heeft met zeer gemengde gevoelens de kabinetsreactie op het advies van de Commissie van Rijn gelezen. Met een draconische bezuiniging, oplopend tot meer dan 14 miljoen euro, van de Commissie van Rijn in het verschiet, stelt de universiteit enigszins gerustgesteld vast dat het kabinet dit onheil heeft afgewend door de bezuiniging tot maximaal 2% van de rijksbekostiging te beperken. Maar ook de voorgestelde bezuiniging van pakweg 5 miljoen euro wordt naar inhoud en financieel effect als hoogst onwenselijk beschouwd.

Het overgrote deel van de begroting van de UM ligt vast, want dat is nodig om het reguliere onderwijs en onderzoek naar behoren uit te voeren. Daarnaast resteert er een klein budget voor vernieuwing. Het is zaak te voorkomen dat de bezuiniging wordt opgevangen ten koste van de innovatiekracht. In inhoudelijk opzicht wil de UM benadrukken dat de kennisindustrie, waar Nederland sterk in is, uit meer bestaat dan alleen bèta en techniek. Het voorstel van de Commissie van Rijn en de wijze waarop het ministerie hiermee aan de slag gaat, komt voor als een technocratische oplossing op de korte termijn die helaas visie en ambitie mist.

De UM zal haar strategie de komende jaren verder ten uitvoer brengen zonder de organisatie te veel te laten hinderen door de opgelegde bezuiniging.

Plan en gevolgen in het kort

De Commissie van Rijn adviseerde de minister om delen van het budget voor Hoger Onderwijs te verschuiven naar bèta- en techniekonderwijs, omdat daar de komende jaren grote tekorten op de arbeidsmarkt gaan ontstaan. Structureel moet de UM ruim vijf miljoen euro per jaar bezuinigen, vanaf 2022. In totaal wordt er honderd miljoen euro per jaar vrijgemaakt voor het bèta- en techniekonderwijs. De voorstellen hebben een negatief effect op universiteiten met een klein aandeel bèta- en techniekstudenten, zoals de UM.

Het kabinet zou in brede kennis moeten investeren

De UM kan de extra financiering van bèta- en techniekonderwijs duiden, maar betreurt dat deze investering uit het bestaande budget moet komen. Waarom investeert het kabinet niet in kennis? Zowel de alfa- als de gammawetenschappen leveren net zoals ook de life-sciences een enorme bijdrage aan Nederland Kennisland. De UM is een innovatieve universiteit, die continu afstemt op wensen en uitdagingen uit de regio. En die regio is internationaal.

Buitenlandse studenten en kenniswerkers zijn even hard nodig

Daarom verbaast het de UM dat de Commissie van Rijn en de minister het werven van internationale studenten alleen benadert als een negatieve en perverse prikkel, terwijl het hierbij uiteindelijk gaat om de toekomst van Nederland. Terecht concludeert de minister dat de tekorten aan onder meer bèta en technisch opgeleiden tot grote problemen in Nederland gaan leiden, maar die lossen we met de huidige groei niet op met alleen Nederlandse studenten. De UM is ervan overtuigd dat de Nederlandse economie grote behoefte zal blijven hebben aan instroom van hoogwaardig talent uit het buitenland.

Ook oneerlijke ‘vaste voet’ niet aangepakt door minister

Tot slot vindt het College van Bestuur het onbegrijpelijk dat de minister opnieuw de substantieel lagere ‘vaste voet voor onderzoek’ niet aanpakt. Niemand kan uitleggen waarom er zulke grote verschillen bestaan in de vaste onderzoeksbekostiging van universiteiten. Sinds jaar en dag heeft de UM als jonge universiteit hierin een grote achterstand. Een lage onderzoeksbekostiging drukt in een academische omgeving, waar onderwijs en onderzoek zo verbonden zijn, ook de middelen en mogelijkheden voor verbetering van het onderwijs. De minister heeft het over evenwichtige bekostiging, maar dit onterechte verschil laat ze opnieuw buiten beschouwing. De UM steunt meer samenwerking, transparantie en profilering, maar dan op basis van een ambitie om Nederland verder te ontwikkelen als Kennisland.

Lees ook