Habsburgs onderonsje om zeerovers van Engelse Noordkaap-expeditie te veroordelen

Richard Chancellor, de Engelse Willem Barentsz, ontdekte tijdens de eerste Engelse expeditie de Noordkaap. Maar het schip Edward Bonaventura ‘werd bij terugkomst in 1554 door Vlamingen beroofd’. Historici Remco van Rhee en Louis Sicking ontdekten de details over deze beroving in Zeeuwse archieven.

In 1553 – over 40 years before Barentz’s expedition would strand on Nova Zembla – the Edward Bonaventure set out from England accompanied by two other ships to find a northern passage to Asia. The ship reached the White Sea, and Chancellor travelled on by horse-drawn sleigh to Moscow, where he met the tsar, Ivan the Terrible. The ship returned to England in 1554, but was robbed on the way by ‘Flemings,’ if we are to believe English writer Richard Hakluyt (1553-1616). This story now has a fitting sequel following a discovery by historians Louis Sicking (Leiden University and VU Amsterdam) and Remco van Rhee (Maastricht University). They found a fascinating file in the archives of the Great Council of Mechelen, the highest court in the 16th-century Netherlands.

In 1553 – ruim veertig jaar voor de expeditie van Willem Barentz die op Nova Zembla zou stranden – vertrok de Edward Bonaventurevanuit Engeland met twee andere schepen om een noordelijke doorgang naar Azië te zoeken. Het schip bereikte de Witte Zee en Chancellor reisde per arrenslee naar Moskou waar hij tsaar Ivan de Verschrikkelijke ontmoette. In 1554 keerde het schip terug naar Engeland, maar het werd beroofd door Vlamingen. Dat is althans het verhaal zoals het door de Engelse schrijver Richard Hakluyt (1553-1616) is overgeleverd. Maar dit verhaal krijgt nu een waardig vervolg met de ontdekking van historici Remco van Rhee (Universiteit Maastricht) en Louis Sicking (Universiteit Leiden en VU Amsterdam). Zij vonden een interessant dossier in het archief van de Grote Raad van Mechelen, het hoogste gerechtshof van de Nederlanden in de zestiende eeuw.

Noordkaap
Deze eerste Engelse expeditie resulteerde onder andere in de ontdekking van de Noordkaap en in rechtstreekse Engels-Russische handels- en diplomatieke betrekkingen. In 1554 keerde Chancellor terug naar Engeland met een brief van de tsaar aan de Engelse koning. Deze koning was inmiddels Filips van Habsburg (de latere Filips II van Spanje) die tussen 1554 en 1558 getrouwd was met Mary Tudor. Behalve de mededeling van Hakluyt dat het schip ‘op de terugweg werd beroofd door Vlamingen’ was tot nu toe niet veel bekend over de terugkeer van de Bonaventure.

Habsburgs familie-onderonsje
Sicking en Van Rhee vonden het procesdossier terug van een rechtszaak die in eerste instantie gediend heeft voor de Admiraliteit in het Zeeuwse Veere en vervolgens in hoger beroep bij de Grote Raad van Mechelen. Uit die documenten kwam naar voren dat Filip van Habsburg druk uitoefende op de landsheer van de Nederlanden om de Zeeuwse vissers te laten veroordelen door de Admiraliteit. De landsheer was op dat moment keizer Karel V: Filip's vader en voorganger. Ook op zijn tante Maria van Hongarije, regentes van de Nederlanden en de zus van de keizer, oefende Filip van Habsburg druk uit. Die druk werd ingegeven door de belanghebbenden in het schip: Sebastian Cabot, de zoon van John Cabot die in 1497 Amerika bereikte, Richard Chancellor, kapitein van de Bonaventure en loods van de expeditie, en Stephen Borough die de ‘Noordkaap’ zijn naam gaf. Belangrijke mannen.

Rechtsinstellingen geen marionetten
Het dossier vermeldt ook allerlei details over de aard van de lading van de Bonaventure en de gewelddadige ontmoeting met Zeeuwse vissers. 'Bijvoorbeeld dat de astrolabe, een instrument dat nodig is voor de navigatie, van Chancellor gestolen werd,’ zegt Sicking. Maar de informatie over de bemoeienis van Filip van Habsburg sprong het meest in het oog. ‘Ons onderzoek legt de politieke druk op de rechtsgang bloot – in feite was het een Habsburgs familie-onderonsje. Maar het laat tegelijkertijd zien dat de rechtsinstellingen zich niet simpelweg gedroegen als marionetten van de vorst.'

  Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op Universiteitleiden.nl

Lees ook