Herwaardering van emoties in de politiek

Opeens was hij er, de boze burger die het niet langer pikt. Moeten zulke emoties niet worden gedempt en uit de politiek verbannen? In de essaybundel Het Hart Op De Tong stellen de redacteuren René Gabriëls, Sjaak Koenis en Tsjalling Swierstra het omgekeerde. Emoties zijn onontbeerlijk, met name voor een democratische politiek. "De emotionele cocktail van boosheid, angst en mededogen heeft ook heel mooie dingen opgeleverd. Maar pas goed op: het is wel een explosief goedje!"

De bundel begint met een gedicht van K. Michel: 'Nu iedereen kwaad is'. Daar heeft het alle schijn van. Meer dan ooit laten burgers luidruchtig van zich horen. De passies toeteren, dicht Michel. Over wel of geen Zwarte Piet en kinderpardon. Opstandige bewoners protesteren tegen asielzoekerscentra. De ooit zo nuchtere Groningers winden zich op over gasbevingen. Scheldpartijen in het parlement. Angst, woede en wantrouwen regeren, zo lijkt het. En niet alleen in Nederland. Zie de Brexitcommotie. In Duitsland kent men de Wutbürger.

Het was de aanleiding voor de essaybundel, legt Tsjalling Swierstra, hoogleraar Filosofie, uit. "Opeens was daar de boze burger, waarvan je je kunt afvragen wat hij nu eigenlijk wil. Wat betekent die boosheid? Maar al snel bedachten we dat er ook positieve emoties zijn, zoals mededogen, trots en hoop. Ons uitgangspunt was van meet af: laten we nou, als ik het paradoxaal zeg, ophouden met bang te zijn voor emoties. Volgt dan wel de vraag: hoe gaan we met die emoties om, gegeven dat ze er zijn en we niet zonder kunnen? Het is wel een explosief goedje."

Hans van Vinkeveen (text), Ted Struwer (illustrations)

Wrijvingswarmte

hart op de tong

Emoties zijn heftig, kortdurend en partijdig. Om die reden worden ze vaak als 'onredelijk' bestempeld en als politiek onwenselijk. Die afkeer gaat terug tot Plato, leggen de redacteuren uit. Het is een sterk verhaal dat afkeer van emotie koppelt aan afkeer van democratie. Swierstra: "Zodra je het gewone volk het woord verleent, krijg je emoties en dat leidt tot geweld. Zo ook bij de diagnose van de Tweede Wereldoorlog. Als de massa in beweging komt, leidt dit tot fascisme en irrationele uitbarstingen. Het veiligst is dus het volk ver van de politiek en passief te houden, zodat een verstandige elite het land kan besturen."

In de essays wordt aangetoond dat een politiek zonder emoties onrealistisch is. Sterker, de moderne verzorgingsstaat en arbeidersemancipatie waren er anders nooit gekomen, vertelt Swierstra. "Angst, boosheid en mededogen vormen een emotionele cocktail die hele mooie dingen heeft geproduceerd." Maar ligt het hart momenteel niet iets te veel op de tong? Voor Sjaak Koenis, hoofddocent Filosofie, is dit niet echt een punt. "Emoties zijn een soort wrijvingswarmte die vrijkomt zodra er maatschappelijke verschuivingen zijn. Is dat schadelijk? Het kan ook erg zijn als emoties in een politiek systeem niet naar buiten komen. Er is voor mij niets ergers dan systematisch groepen mensen negeren."

Democratisering

hart op de tong

Dat emoties nu wel worden geuit, zegt volgens Koenis ook iets over de Nederlandse politiek. "Wij kennen een lange traditie van pacificatie. Onze elite heeft altijd emoties willen dempen en dingen onderling willen regelen." In de jaren zestig is hierin een eerste bres geslagen. Was dat toen vanuit links verzet, nu komt dit vooral vanuit nieuwe partijen als PVV en Forum voor Democratie. "Wat ze gemeen hebben, is dat zij hiërarchische verhoudingen aantasten en de gevestigde autoriteit aanvechten."

Koenis pleit ervoor om voortdurend de paradoxale rol van de democratisering in het oog te houden. "Er zit enerzijds vaak een element van vrijmaking in. Mensen worden boos en bevrijden en emanciperen zich. Anderzijds roept juist een toenemende gelijkheid weer afgunst en boosheid op." De kloof tussen bijvoorbeeld hoog- en laagopgeleid is volgens hem kleiner geworden, maar dit leidt weer tot meer concurrentie op de arbeidsmarkt. Die boosheid wordt nog versterkt door onze neoliberale samenleving, waarin als je niet kunt meekomen dit vooral aan jezelf ligt. En ook social media zijn een aanstichter. Maar ook dit is volgens Koenis dubbel. "Er zit geen rem en filtering op, maar mensen nemen wel het heft in handen. Is dit een gevaar voor de democratie? Het is vooral ook een effect van onze democratie."

Ontploffingsmotor

hart op de tong 2

Over de harde toon in de politiek moeten we niet al te kinderachtig doen, vindt Koenis: "Dat is een politieke stijl die we niet gewend zijn in het Nederlands parlement. Voor mij is hier de crux dat het parlement een instituut is dat emoties van burgers vormgeeft en kanaliseert. Gebeurt dit niet dan zal dit de boosheid alleen maar versterken." Blijft dat we niet de ogen mogen sluiten voor de explosieve kant van emoties. Swierstra: "Ik vergelijk de politiek met een ontploffingsmotor met de emoties als brandstof. Die moet je wel in bedwang houden (contain) door iets dat we de rede of redelijkheid noemen. Uit die frictie krijg je vooruitgang, maar het kan ook ontploffen."

Nepparlement

Op de vraag hoe het zit met hun eigen angst en boosheid, volgt hard gelach. Filosofen zijn toch meer van de kalme emoties. Maar zorgelijk zijn volgens Koenis wel emoties die de instituties zelf aantasten. "Wilders die het heeft over het nepparlement of de rechtspraak niet accepteert. Hoe sterk blijft dit overeind? Als je deze vormen van beschaving verliest, ben je aan de goden overgeleverd." Swierstra: "Ik maak me voor het eerst zorgen over het voortbestaan van de democratie. Dat bedoel ik met dat de motor ontploft. De rede die de emoties niet kan besturen. Maar die emotie geeft mij weer energie om naar manieren te zoeken hoe democratie weerbaar te maken, zodat zij tegen een stootje kan."

Beide filosofen zien ook kansen in een verdere democratisering. "Er ligt een enorm potentieel aan mensen, dat gemiddeld veel hoger opgeleid en verbaal veel sterker is. Die moet je ook proberen aan te spreken." Swierstra: "Bestuurders zouden in hun keuken moeten laten kijken en mondige burgers laten meebesturen. Dan ervaren die zelf hoe ingewikkeld het is om primaire impulsen om te zetten in beleid."

Tsjalling Swierstra (1960), is hoogleraar filosofie aan Universiteit Maastricht en de Norwegian University of Science and Technology. Hij publiceert over ethische en politieke vragen rondom nieuwe en opkomende technieken, en over maatschappelijke kwesties als meritocratie, keuzevrijheid, vertrouwen en beschaving.

Sjaak Koenis (1955) is hoofddocent Filosofie aan Universiteit Maastricht. Hij schrijft over tolerantie en het verlangen naar cultuur, en over de relatie tussen democratie en ressentiment. Zijn laatste boek is ‘De januskop van de democratie. Over de bronnen van boosheid in de politiek’ (2016)

Lees ook

  • Na jaren van turbulentie, heeft het leven van alumna Lea Vink een vlucht genomen in Wenen. Ze kan er nieuwe stappen zetten in haar loopbaan op het kruispunt van luchtvaart en organisatiepsychologie. Ook op persoonlijk gebied lacht het geluk haar toe sinds haar transitie van man naar vrouw.

  • Zelfstandig besluiten nemen bij vergelijkbare situaties doen computers al volop. Maar kunnen zij ook kennis toepassen op nieuwe feiten? Mark Winands, de kersverse hoogleraar Machine Reasoning bij het Department of Advanced Computing Sciences (DACS), ontwikkelt rationeel handelende computerprogramma...

  • Zou het milieu erbij gebaat zijn als we plastic vervangen door papier of glas? Nee, is het verrassende antwoord van Kim Ragaert, hoogleraar Circular Plastics. Zij pleit voor een alternatieve aanpak, gericht op meer bewustwording en kennis op het gebied van recycling.