"De enige rol die ik kan spelen is mezelf"

Annelotte Huiskes (text), Philip Driessen (fotography)

Als jongetje van twaalf dacht Teun Dekker genoeg aan zichzelf te hebben. Noodgedwongen, want andere kinderen en ook docenten begrepen hem niet. Sinds 2007 is hij als een vis in het water bij University College Maastricht (UCM), als de docent die hij zelf graag was tegengekomen. Lesgeven is voor hem een vorm van theater. Van elk college maakt de politiek filosoof en eerste Europese hoogleraar Liberal Arts and Sciences Education, een performance, met als enig doel: contact krijgen met zijn studenten. “Niets mooier dan het laatste hintje te kunnen geven en dan opeens alle lampjes aan zien gaan.”

Eind januari hield Dekker zijn oratie, waarin hij een gloedvol pleidooi hield voor Liberal Arts en Sciences onderwijs. En hij is niet de enige die enthousiast is. UCM prijkt op nummer 1 in De Keuzegids en de Elsevier ranking. Volgens de laatste werken er de beste docenten van Nederland. En daar is Teun Dekker er ongetwijfeld een van.

Zelf ook opgeleid aan een University College (in Utrecht), heeft hij het gedachtegoed geïnternaliseerd. “Liberal arts is een Europese beweging, begonnen toen ik er student was.  In twintig jaar is het uitgegroeid tot de zes of zeven grootste studierichting in Nederland.”  Hij is overtuigd van de meerwaarde van het ‘persoonlijke en relationele’ UCM-onderwijs, dat studenten tot een genuanceerder mens en betere burger maakt. “Community spirit is bij UCM erg belangrijk; mensen leren van mensen. De vraag die ik mij als hoogleraar stel is: wat is de rol van het hoger onderwijs?  Ik vind dat we studenten niet alleen moeten opleiden voor een baan, maar ook voor burgerschap. Zodat ze ook een rol in onze democratische samenleving op zich nemen en niet alleen binnen een bedrijf of organisatie. Tegenwoordig is het doel van het politieke proces gelijk te krijgen, niet samen een oplossing te vinden; dan heb je geen democratie. Brede ontwikkeling en het samen studeren met mensen van over de hele wereld, leert je op een constructieve manier om te gaan met verschillen.”

De ontdekking van de hemel

Als kind van expatouders, zijn vader werkte bij de Rabobank, woonde Dekker gedurende de lagere school in Nederland, de VS en Italië.  Toen hij op zijn achtste vanuit New York op een school in Bennekom terecht kwam, was de overgang erg groot. Hij miste de aansluiting, niet alleen omdat hij inmiddels beter Engels dan Nederlands sprak en niet iedereen wist wie Frank Sinatra was. “Ik was misschien wel het slimste maar ook het raarste jongetje van de klas. Ik verdiepte me toen al in de grote structuren, filosofie, kunst en literatuur en ik had mijn scheikundedoos. In Bennekom was ik de enige die daar mee bezig was. In Amerika had ik meer aansluiting omdat ze daar al verder waren met zoals dat met zo’n vervelend woord heet, onderwijs voor hoogbegaafden.”

Binnen het gezin voelde hij zich gezien en gewaardeerd. Dat ze hem op school niet begrepen vond hij niet zo erg. “Ik had genoeg aan mezelf.” En toen was daar op zijn twaalfde ‘De ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch. “Ik heb het verslonden. Het was een gevoel van hèhè, ik ben niet de enige. Intelligentie is toch best leuk, besefte ik toen.”

Teun Dekker (1980) studeerde summa cum laude af aan het University College in Utrecht, gevolgd door een master en promotieonderzoek aan het St. Antony’s College van Oxford University. Vervolgens vertrok hij naar Yale University voor een postdoc onderzoek. Zijn onderzoek richt zich op rechtvaardige welvaartsverdeling. Zo onderzocht hij met een Veni-beurs topinkomens in de publieke sector in verschillende landen. Vanaf 2007 is Dekker werkzaam bij University College Maastricht. Hij is vice-decaan Acadamic Affairs en sinds 2017 hoogleraar Liberal Arts and Sciences. De titel van zijn inaugurele rede is ‘De zeven democratische deugden van het Liberal Arts en Sciences onderwijs’ . 

teun dekker

Daar bleef het niet bij: hij ontdekte Hamlet, Nabokov, Beethoven en zijn absolute favoriet, de film Dead Poets Society. Een Engels literatuurdocent, gespeeld door Robin Williams, laat de jongens van een college op een aanstekelijk theatrale manier kennismaken met kunst en literatuur. Maar vooral weet hij een bijzonder groepsgevoel te creëren en hen uit te dagen het beste uit zichzelf te halen. “Wow, bij zo’n club met zo’n leraar wilde ik ook wel horen.”

Geestverwantschap

Achter zijn bureau hangen foto’s op canvas van het University College Utrecht, Oxford University, Yale University en de Universiteit Maastricht; de instituten die er in het leven van Dekker toe hebben gedaan. Op het college in Utrecht kwam hij voor het eerst geestverwanten tegen, of zoals hij het zelf zegt ‘old friends who just met’. “Mensen die ook serieus waren, dingen goed wilden doen en veel wilden leren. Mensen die me niet glazig aankeken als ik zei dat ik Pale Fire van Nabokov zo’n mooi boek vond.” Hij studeerde er summa cum laude af in twee hoofdrichtingen: sociale wetenschappen en geesteswetenschappen en vertrok naar Oxford voor een master politieke filosofie.

“Oxford was de overtreffende trap. Ik was daar niet de enige die heel slim was, er waren er nog veel slimmer dan ik.” Hij ontmoette er zijn latere promotor, de filosoof Gerald Cohen. “Engelsen snappen heel goed dat politiek, wetenschap en theater heel goed samengaan. Ze zijn, net als ik, dol op ceremonies, leuke verkleedpartijen en rituelen. Ik hou van de Angelsaksische filosofie, dat is het theater van de structuur. Alleen een gestructureerde manier van denken leidt tot zinvolle antwoorden. Met Cohen had ik echt een klik. Hij is beroemd geworden als stand-up comedian; een groot performer. Tijdens zijn lezingen barstte hij geregeld in zingen uit, fantastisch. We stuurden elkaar vaak e-mails in dichtvorm. Dit was ‘Dead Poets Society’.”
 

teun dekker

Dekker is 25 wanneer hij zijn promotie afrondt en als postdoc naar Yale vertrekt. “Yale is een van de meest fantastische universiteiten van de wereld en ook een van de rijkste: alles tot in de puntjes verzorgd, geweldig. Maar tegelijkertijd is er veel armoede en zijn er heel veel daklozen. Op een gegeven moment moest ik in de vrieskou over de daklozen heenstappen om in de bibliotheek te komen, waar ik schreef over een sociale, rechtvaardige samenleving. Dat wilde ik niet. Wat is Nederland dan een geweldig land.”

Toneelspelen

In 2007 kan hij als docent bij UCM aan de slag. Vanaf dag één vindt hij lesgeven fantastisch. Zijn liefde voor het toneel en zijn ruime ervaring als acteur bij het schooltoneel zijn volgens hem een groot voordeel. “Een college is een performance: hoe breng je de inhoud op een manier dat het bij studenten blijft plakken? Hoe communiceer je ideeën, een structuur, argumenten, een manier van kijken, dat is in feite waar toneel over gaat.” Op de vraag of de Toneelacademie ooit een optie is geweest, is hij duidelijk: “Ik kan alleen mezelf spelen. Wat ik probeer is vooral de docent te zijn die ik zelf graag gehad had. Voor een bepaald type student kan ik de sfeer van Dead Poets Society benaderen. Ik was mijzelf graag tegengekomen, sorry dat klinkt wel heel erg fout”, zegt hij lachend. “Ik blijf toch het jongetje dat niet begrepen werd. Inmiddels weet ik hoe leuk het is om te delen, dus ben ik gaan nadenken hoe ik het beter kan uitleggen zodat mensen het wel snappen. En dat doe ik nu de hele dag. Niets mooier dan het laatste hintje te kunnen geven en dan opeens alle lampjes aan zien gaan.”

teun dekker

Hij geeft aan zo’n tachtig studenten per jaar politieke filosofie en daarnaast spreekt hij nog eens zoveel studenten als mentor. Inmiddels zijn vijftien studenten van hem in de politieke filosofie terecht gekomen, vertelt hij niet zonder trots. “Vijf hebben hetzelfde masterprogramma in Oxford gedaan als ik en een van mijn eerste studenten zit nu bij het Ministerie van Volksgezondheid. Hij buigt zich over de vraag of we hele dure medicijnen voor slechts een kleine groep patiënten moeten blijven betalen als samenleving? Dat is precies waar mijn vak overgaat. Hoe moeten we hierover nadenken, en hoe moeten we het gesprek aangaan met die patiëntenorganisaties, waar ligt de grens? Dit zijn echte politieke vragen, die je alleen op kunt lossen als je daar heel gestructureerd over nadenkt.”

Tegenwoordig bezoekt hij het theater nog maar weinig; te druk met werk. “Als ik bijvoorbeeld naar de film ga, vraag ik me altijd af of ik er voor mijn onderwijs iets mee kan. Laatst zag ik een documentaire over een beroemd hotel in Londen waar een Franse portier over zijn werk zegt (met zwaar accent): I like to be amongst happy people who are happy because I make them happy. Dat ben ik.”