Binnenklimaat in UM-gebouwen
Het creëren van het gewenste klimaat in binnenruimten blijft een uitdaging, zeker in tijden van een energiecrisis. De UM heeft 250.000 vierkante meter aan universiteitsgebouwen in beheer, een mix van monumentale en modernere gebouwen in Randwyck en de binnenstad van Maastricht. Ieder gebouw(deel) is anders gelegen of ingericht; én de binnentemperatuur wordt beïnvloed door meerdere factoren. Daarnaast ervaren we het binnenklimaat allemaal op onze eigen manier. Behaaglijkheid is een subjectief begrip. Waar de een het al snel koud heeft, vindt een ander het weer te warm. Het is dan ook niet mogelijk om voor iedereen een comfortabel en optimaal klimaat te creëren.
Vanwege de klimaat- en energiecrisis heeft de UM zich aangesloten bij de landelijke energiebesparingscampagne ‘Zet ook de knop om’. Deze crisis kunnen we echter niet alleen aan. Wij vragen daarom nu ook aan jou om een actieve bijdrage leveren, onder andere door bewust om te gaan met ons binnenklimaat.
Zelf kun je namelijk ook een bijdrage leveren aan een binnenklimaat dat voor jou comfortabel is, maar ook zo efficiënt mogelijk is ingeregeld én bijdraagt aan energiereductie. Daarom de oproep aan alle medewerkers en studenten van de UM om slimmer gebruik te maken van de radiatoren in onze gebouwen (voor zover we dit zelf met radiatorknoppen kunnen regelen).
Op deze pagina tref je meer informatie en instructies aan én een aantal algemene veelvoorkomende problemen en tips met betrekking tot het binnenklimaat.
Maak slim gebruik van de radiatoren
Door slimmer gebruik van onze radiatoren kunnen we de universiteitsgebouwen in de winterperiode beter warm houden én energie besparen.
De meeste gebouwen van de UM worden verwarmd met radiatoren. Het is belangrijk dat álle radiatoren meehelpen om onze gebouwen warm te krijgen, zonder al te grote schommelingen of temperatuurverschillen. Er zijn radiatoren met traditionele knoppen (zonder cijfers) en radiatoren met thermostaatknoppen (mét cijfers). Draai radiatoren zonder cijfers altijd voor de helft open. Zet radiatoren met cijfers standaard tussen stand 2 en 3.
Hoger mag, maar zet de radiatoren nooit helemaal uit!
Contact
Servicepoint Facility Services
Beschikbaar op werkdagen van 8:00 tot 17:00 uur
+31 (0)43-3882002
servicepoint-fs@maastrichtuniversity.nl
Bezoekadres
Duboisdomein 30
6229 GT Maastricht
Postadres
Maastricht University
Servicepoint Facility Services
Postbus 616
6200 MD Maastricht
Thermostaatknop
Dit zijn radiatorknoppen met cijfers. Zet radiatoren met cijfers standaard tussen stand 2 en 3.
Traditionele radiatorknop
Dit zijn radiatorknoppen zonder cijfers. Draai radiatoren zonder cijfers altijd voor de helft open.
Instructies voor radiatoren
Draai niet aan de radiatorknoppen in de gangen en hallen. In de onderwijsgroepruimten, vergaderruimten of op de werkplek geldt het volgende:
- Laat de radiator tussen stand 2 en 3 staan. Voor radiatoren met traditionele knop, zonder cijfers, betekent dit voor de helft opengedraaid. De radiator kan afhankelijk van de gewenste temperatuur in de ruimte hoger (tot stand 5 of helemaal open) gezet worden. Lager mag, maar nooit lager dan 1 of minder dan een kwartslag open.
- Indien meerdere radiatoren aanwezig zijn in een ruimte zet de knoppen dan op dezelfde stand. Zet dus nooit de één helemaal uit en de andere helemaal aan.
- Zet de radiator nooit helemaal uit! Ook niet in de avond, voor het weekend of de laatste dag voor een vakantie. Staat een kantoorruimte langere tijd (> 1 week) leeg terwijl het gebouw open blijft, dan kan de radiator op stand 1 gezet worden of een kwartslag open.
- Heb je de radiatorknop hoger of lager gezet? Draai vóór vertrek uit de ruimte de knop dan weer naar stand 2-3 of voor de helft open.
Servicepoint Facility Services
Ervaar je toch een onaangenaam binnenklimaat waardoor werken of studeren echt moeilijk wordt of wil je een melding indienen over een defecte radiator? Neem dan contact op met het Servicepoint Facility Services. De melding wordt vervolgens door Facility Services samen met de gebouwbeheerder beoordeeld.
Nadere toelichting
De radiatoren gebruiken conform bovengenoemde instructies is belangrijk in verband met de verwarmingssystematiek in de universiteitsgebouwen.
De verwarming van de radiatoren wordt centraal geregeld. In de ochtend wordt de temperatuur hoog opgestookt en in de avond, weekend en vakanties gaat de centrale verwarming uit. Als er veel radiatoren dicht staan, kost het meer energie om het gebouw warm te krijgen. Het is dus essentieel dat alle radiatoren aanstaan. Ook bij korte afwezigheid dienen radiatoren niet dichtgedraaid te worden.
Veel voorkomende problemen en tips
Naast het slim gebruik van de radiatoren delen we nog enkele tips om energie te besparen en jouw werkplek comfortabel te houden.
Wanneer het te koud is
- Sluit na ventilatie van ruimten de ramen en eventuele buitendeuren goed, zodat zo weinig mogelijk warmte verloren gaat. Vooral in oudere gebouwen kan het voorkomen dat ramen niet goed sluiten en er tochtoverlast ontstaat. Neem dan contact op met het Servicepoint Facility Services.
- Kleed je lekker warm aan: beter meerdere dunne laagjes, dan één dikke. Niet alleen kun je dan makkelijk wat uittrekken als het te warm wordt (voorkom zweten!), meerdere laagjes houden ook nog eens je warmte beter vast.
- Beweeg regelmatig. Een wandeling tussendoor zorgt niet alleen voor meer lichaamswarmte en betere doorbloeding, maar heeft ook positieve mentale effecten.
- Houd de radiatoren op je werkplek vrij zodat ze hun warmte kunnen afgeven aan de langsstromende lucht. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd wordt door meubels, boeken of planten. Dit helpt ook om koudeval te voorkomen (afgekoelde lucht die naar beneden stroomt door contact met een koud raam).
- Controleer na de zomerperiode, wanneer de verwarming weer aangaat, of de radiator wel warmte afgeeft. Bij thermostaatkranen komt het regelmatig voor dat in het mechanisme van de knop iets blijft vastzitten. Neem dan contact op met het Servicepoint Facility Services.
Wanneer het te warm is
- Voorkom overbezetting (te veel apparatuur en/of te veel mensen) van kantoorruimten. Gebruik energiezuinige apparatuur (minder warmte), ventileer deze ruimten extra.
- Gebruik de individuele zonwering, indien aanwezig. Warmte wordt niet alleen veroorzaakt door de luchttemperatuur, maar ook door stralingstemperatuur. Als de zon op de ramen staat is het direct achter glas behoorlijk warm.
- Pas ook je kleding aan.
Het gebruik van eigen apparatuur om bij te warmen of te koelen is niet de bedoeling en ook niet toegestaan. Niet alleen vanwege het (brand)veiligheidsrisico, maar ook omdat de impact van de maatregelen daarmee weer teniet wordt gedaan. Heb je zorgen of vragen over deze maatregel, neem dan contact op met de gebouwbeheerder.
Samen kunnen we het verschil maken. Door deze instructies in acht te nemen, wordt energie bespaard én draag je bij aan je eigen comfort!