Zijn we er op vooruitgegaan?

door: in Rechtsgeleerdheid
Binnenhof stratego Den Haag

De kabinetsformatie is nog steeds een ondoorgrondelijk labyrint. Ondanks alle pogingen tot hervormingen valt er nog veel te verbeteren. Een terugblik op de formatie van 2017.

Terugblik op de kabinetsformatie

Zijn we er op vooruitgegaan? Sinds 2012 is er een kabinetsformatie-nieuwe-stijl: niet meer onder regie van de Koning, maar onder aansturing van de Tweede Kamer. Dat was een ongetwijfeld goedbedoelde poging om de formatie opener en democratischer te maken. Na twee ervaringen - een ultra korte (Rutte II) en een ultra lange (Rutte III) - hebben we nog altijd een verkiezingscampagne die steeds meer tot een mediacircus verwordt, gevolgd door een kabinetsformatie die uitblinkt door mediastilte. En waar politieke partijen het in campagnes hebben over grootse visies en brede gebaren, plegen regeerakkoorden steeds weer versmald te worden tot uitonderhandelde boodschappenlijstjes.

Als de kabinetsformatie 2017 iets heeft duidelijk gemaakt, zijn het wel de paradoxen waarmee het politieke proces van Kamerverkiezingen tot aantreden van een nieuw kabinet nog steeds is belast. Dat begint met de plotsklapse overgang van mediageweld voor de verkiezingen tot mediastilte er na. Voor de verkiezingen staat de kiezer centraal, daarna doet hij er even niet meer zo toe. Dat heeft te maken met de nietszeggende formaliteit waarmee de Tweede Kamer, afgehamerd in de binnenkamer, een informateur benoemt. Dat betreft de positie van de oppositie. Ondanks alle oproepen om samen de problemen aan te pakken, staat de oppositie steevast op achterstand, een achterstand die na afronding van de kabinetsformatie niet meer kan worden ingehaald. Dat raakt aan de verkiezingsuitslag. Hoe zwaar weegt die eigenlijk? Is rekenkunde (76 zetels) voldoende? Of moet ook in het nieuwe beleid iets doorklinken van dat wat de kiezer bedoeld kan worden? Hoe geef je dat vorm?

De kabinetsformatie heeft de neiging uit te lopen tot een grote verplattingsoperatie. Politiek gaat over beleid en visie. Toch? Als bundel van afspraken weerspiegelt het huidige regeerakkoord wel erg weinig een reflectie op eigen handelen en verantwoordelijkheid van politiek en parlement. Alle staatsrechtelijke bezinning is verdwenen; voorzover die er is, is ze gestald bij een staatscommissie. Discussie over legitimiteit van de EU, de plaats van Nederland binnen Europa, de grenzen van de rechtsstaat of immigratie - om een kleine greep te doen - is afwezig.

Voor de verkiezingen was het grote item de vraag of de Nederlandse dijken de opmars van het populisme konden doorstaan. Toen de VVD de grootste bleek en de voorjaarsstorm was overgedreven, ging het Binnenhof over tot de orde van de kabinetsformatie. Maar de stemming onder de burgers, of de zorgen voor het bestaan, of de vragen over de responsiviteit van de politiek, zijn natuurlijk niet weg. Zo konden de verkiezingen over een groot thema gaan en de coalitie-onderhandelingen en het regeerakkoord ternauwernood.

Misschien om zich te wapenen tegen zichzelf en boze kiezers, hebben politici op een of andere manier vastigheden willen creëren als vormen van zelfbinding. Wij worden als kiezers geacht vertrouwen te hebben in de politiek en de politici, maar zij vertrouwen zich zelf niet en bouwen een regeerakkoord als een soort mantra wanneer een beroep op hun beoordeling en beleidsvisies wordt gedaan.

Kortom, laten we tot bezinning komen en van de kabinetsformatie een democratisch fenomeen maken over hoofdlijnen van de politiek: kijk of er tussen fracties vertrouwen is en een hoofdlijnen instemming, en doe de rest af in debat met de Staten-Generaal en de kiezer. Pas dan gaan we er uit vooruit.

 Meer blogs op Law Blogs Maastricht beeld via Flickr - Den Haag, Binnenhof
 door Aalt Willem Heringa & Jan Schinkelshoek.
 Jan Schinkelshoek, oud-lid van de Tweede Kamer, is directeur van
 het communicatiebureau Schinkelshoek & Verhoog in Den Haag.

Dit is een samenvatting van de slotbeschouwing in Stratego, risk & scrabble, een bundel met
beschouwingen en analyses over de kabinetsformatie van vorig jaar. Het boek is een uitgave van
het Montesquieu Instituut (Montesquieureeks deel 9, € 14,90). Het werd woensdag 28 februari 2018 aangeboden aan Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib. De eindredactie was in handen van Aalt Willem Heringa en Jan Schinkelshoek.

Labels:
  • A.W. Heringa

    Author and editor of numerous books and articles on Dutch Constitutional law, the European Convention on Human Rights, the European Social Charter, comparative constitutional law, US constitutional law, Human Rights and legal education. Author of blogs on the Montesquieu Institute website.