Lichamelijke integriteit en orgaandonaties: naar een grondrechtelijk piepsysteem?

door: in Rechtsgeleerdheid
Donor_worden - Law Blogs Maastricht

Om maar met de deur in huis te vallen: het door de Tweede Kamer op het nippertje (75-74) aanvaarde voorstel voor orgaan donaties, heeft wat mij betreft het principiëel verkeerde uitgangspunt. Ik denk namelijk niet dat een overheid tot uitgangspunt van wetgeving moet maken dat individuen geacht worden hun lichamelijke integriteit opzij te zetten voor een hoger doel. 

Natuurlijk weet ik dat het voorstel allerlei waarborgen heeft ingebouwd, namelijk dat we allemaal een brief krijgen en dan bezwaar kunnen maken. En dat nabestaanden ook nog eens worden ingeschakeld, in het geval we niet hebben gereageerd.

Maar het gaat mij om het uitgangspunt dat de lichamelijke integriteit van ons zelf is en aan ieder individu toebehoort, waarbij het niet past dat de wetgever op die integriteit een inbreuk wil opleggen, tenzij we aangeven daar niet van gediend te zijn. Dan worden de vrijheidsrechten een piepsysteem: inbreuk maken mag, tenzij we hebben aangegeven daar niet van gediend te zijn.

Dat is voor de omgang met individuele vrijheidsrechten een foute omkering. Er staat ook niet voor niets in de grondwet in artikel 11, dat een ieder recht heeft op onaantastbaarheid van zijn lichaam. Er staat uiteraard ook dat er beperkingen mogen worden aangelegd (bij of krachtens de wet), maar helder is dat er eerst het recht / de vrijheid is en dan pas de beperkingen. En het is niet andersom.

Kortom, het principe dat ten grondslag ligt aan dit voordstel is niet in orde.

Ook art. 8 EVRM laat zien dat we kunnen betwijfelen of het voorstel verenigbaar is met onze vrijheidsrechten. Ook dat stelt het recht voorop, met inderdaad mogelijkheden tot beperking, bij wet, nodig in een democratische samenleving, ter bescherming van de gezondheid of de rechten en vrijheden van anderen, om de twee meest relevante aspecten te noemen. Twee opmerkingen:

  1. de eis van noodzakelijkheid omvat daarnaast ook evenredigheid. Is het voorstel nu echt noodzakelijk? Alom wordt erkend dat dit voorstel niet tot substantiëel meer orgaandonaties zal leiden. Een grote oorzaak van te weinig donaties is dat er weinig ongelukken gebeuren met ook nog eens weinig dodelijke slachtoffers. Daar verandert het voorstel niets aan.
  2. Is een uitgangspunt van ja, tenzij men dat aangeeft, wel verenigbaar met beide doelcriteria? Dat hangt ervan af of een rechter meer hecht aan de mogelijkeid om bezwaar te maken (ja en dan is er geen inbreuk meer), dan wel aan de ineffectiviteit van de wet en het moreel en juridisch foute uitgangspunt van beperking, tenzij.

Hoe erg is het dat dit voorstel met 75-74 stemmen is aanvaard, terwijl het 150ste lid door een omstandigheid buiten zijn bereik niet op tijd aanwezig was? Wel, zo werkt de democratie, maar voor een voorstel van dit belang voor grondrechten en hoe we daarmee omgaan, is de krapst mogelijke meerderheid wel een enge, zij het voldoende, basis.

Voor de goede orde: ben ik tegen het doneren van organen? Nee, geenszins: van mij mag alles na mijn overlijden gedoneerd worden. Ik houd er alleen niet van dat de wetgever die keuze voor mij maakt en mij alleen toestaat om bezwaar te maken. Daarvoor hecht ik toch te zeer aan mijn eigen autonomie en zelfbeschikking. Dat laatste hoort ook bij dit soort wetgeving voorop te staan.

  Meer blogs op Law Blogs Maastricht

 

Labels:
  • A.W. Heringa

    Author and editor of numerous books and articles on Dutch Constitutional law, the European Convention on Human Rights, the European Social Charter, comparative constitutional law, US constitutional law, Human Rights and legal education. Author of blogs on the Montesquieu Institute website.

    Meer artikelen van A.W. Heringa