De derde EuCourts master class gaat over de vraag of het fundamentele EU beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd door de nationale rechter moet worden toegepast, zelfs wanneer de bestreden nationale bepalingen niet binnen de werkingssfeer van de Gelijke Behandelings Richtlijn liggen. In het arrest dat we deze keer bespreken stelt de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. De vraag is op welke wijze de Hoge Raad tot zijn prejudiciële vragen komt? Welke ruimte creëert de Hoge Raad in deze zaak voor de ambtshalve toepassing van EU recht? En hoe gaat de Hoge Raad om met de rechtvaardiging van leeftijdsdiscriminatie in het kader van het Europees Verdrag voor de Rechten van Mens, in vergelijking tot de voorgestelde rechtvaardigingen op grond van het EU recht?

>> Download de flyer