17 nov
14:00

Promotie dhr.drs. Theodorus A.R. Lankveld

Promotores: prof.dr. U. Schotten, prof.dr. H.J.G.M. Crijns
Co-promotor: dr. S. Zeemering

"Use of the electrocardiogram for prediction of arrhythmia outcome in atrial fibrillation"

Trefwoorden: boezemfibrilleren, therapie, ECG

Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis. Een deel van de therapie richt zich op het herstellen van sinusritme (het normale hartritme). Het doel van dit onderzoek was het voorspellen van succes van die therapie door middel van het hartfilmpje (ECG). Het ECG is een eenvoudig, niet belastend onderzoek en daarom potentieel een bruikbare voorspeller in de dagelijkse praktijk. Het ECG blijkt het succes van de therapie minstens even goed te voorspellen als andere bekende klinische voorspellers, zoals de duur van de hartritmestoornis en de grootte van het linker atrium van het hart. In combinatie met deze klinische voorspellers kan de uitkomst significant beter voorspeld worden. Het ECG is bruikbaar zowel bij patiënten met kortdurend boezemfibrilleren als bij patiënten met langdurig bestaand boezemfibrilleren. Het ECG wordt op dit moment gebruikt om de diagnose boezemfibrilleren te stellen maar kan in de toekomst wellicht ook gebruikt worden om de therapie van de individuele patiënt met boezemfibrilleren te sturen.