Dit vraagt voortdurende reflectie van de raad op zijn functioneren als geheel en op het functioneren van ieder lid afzonderlijk. Gebeurt dat nu nog binnenskamers, de verwachting is dat gaandeweg ook andere belanghebbenden zich met het functioneren van de RvT/RvC gaan bemoeien; de RvB, de ondernemingsraad en de centrale cliëntenraad. Misschien ook de IGZ en de zorgverzekeraar/zorgkantoor. Bij woningcorporaties ligt die beoordeling bij aantreden en benoeming van een RvC lid (en een RvB lid) nu al in handen van de Woonautoriteit en is er een beweging dat de WA zich ook via tussentijdse evaluaties bemoeit met het functioneren van de RvC. De accreditatieplannen van de NVTZ leiden ook tot bemoeienis van die kant met het functioneren van de RvT als geheel. De NVTZ eist zelfs dat de resultaten van de evaluatie openbaar gemaakt worden, inclusief de leerpunten uit die evaluatie en het actieplan daarvoor.

Evalueren is echter niet zo gemakkelijk. Dat geldt voor iedere groep, maar zeker voor een RvT/RvC die geen dagelijks team vormen. Ook zitten er in ene toezichthoudend orgaan mensen met veel ervaring en veel statuur. Voor sommigen van het is zelfreflectie niet meer zo gemakkelijk en je openstellen voor kritiek in een van je vele functies evenmin. De vraag is dus hoe je zo’n evaluatie goed doet, waar je op moet letten en wat je vooral niet moet doen. Een goede voorbereiding en een zorgvuldig proces helpen zeker.

In de Masterclass Evaluatie en Reflectie van Toezichthouders wordt beschreven hoe een evaluatie het beste toegaat en wat daarvoor komt kijken. We gaan in op verschillende methoden en op randvoorwaarden. Er wordt benoemd wat een zorgvuldig proces is en met welke valkuilen rekening gehouden moet worden. De voorbereiding, de evaluatie zelf en de vastlegging ervan worden behandeld. De keuzen, die de raad daarin zelf kan maken, worden op een rijtje gezet, samen met de maatschappelijke vragen die daarbij spelen. Bij voorbeeld wat het effect is van het publiceren van de inhoud van de evaluatie.

Hans Hoek neemt het eerste deel van de masterclass voor zijn rekening, waarin voornoemde vragen vanuit governance perspectief aan de orde komen. Louis Vroomen vertelt in het tweede deel van de masterclass zijn eigen ervaringen als toezichthouder met evaluaties en relateert dat aan het deel voor de pauze. Deelnemers brengen hun eigen ervaringen en vragen gedurende de hele masterclass in, in dialoog met de docenten.

Dr. Ir. Hans Hoek is governance deskundige voor de gezondheidszorg. Hij stond aan de wieg van de eerste aanbevelingen voor good governance in de zorg (commissie Health Care Governance, 1999) en leverde een inhoudelijke bijdrage aan de Zorgbrede Governancecode 2017 voor de gezondheidszorg. Hij is in 2007 gepromoveerd op Governance in de Gezondheidszorg. Het model dat hij voor zijn dissertatie heeft ontwikkeld blijkt ook goed bruikbaar voor andere semipublieke sectoren. Hans is verbonden aan C3 adviseurs en managers te Leusden. Hij adviseert en begeleidt met regelmaat bestuurders en toezichthouders rond governance vraagstukken en doet onderzoek naar situaties, waarin er problemen in governance zijn (geweest). Hij begeleidt regelmatig evaluaties van raden van toezicht en raden van commissarissen in en buiten de gezondheidszorg. Hans is lid van het netwerk externe evaluatoren van de NVTZ.

Dr. Ir. Louis Vroomen kan bogen op een rijkgeschakeerde ervaring in managementfuncties en rollen in een politiek-bestuurlijke omgeving. Daardoor is een ruime kennis van en ervaring met leiderschap, management, bedrijfsvoering en besluitvormingsprocessen in organisaties verkregen. De mechanismen van het politiek-bestuurlijke bedrijf heeft hij goed leren kennen en er is een adequaat gevoel ontwikkeld voor verhoudingen, bedreigingen en kansen. Vanuit een jarenlange ervaring als toezichthouder bij diverse organisaties met een maatschappelijke doelstelling (onderwijs: Innovo; zorg: Mutsaersstichting, Pergamijn; volkshuisvesting: WVUOW, HEEMwonen) heeft hij bovendien goed zicht gekregen op de (regionale) ontwikkelingen van het maatschappelijk veld en hoe die door vertaald (moeten) worden in complexe omgevingen. Momenteel is hij als programmamanager Projecten & Innovatie verbonden aan de stichting Baandomein, een regionale netwerkorganisatie met als doelstelling het bevorderen van werkzekerheid voor zowel de werkgever als de werknemer.

Aanmelden kan via dhr. Leo Urlings:
super-visie@outlook.com
06-10561378