Verslaving: tussen eigen schuld en hersenziekte in

De promovenda is opgeleid als psycholoog, de promotor is jurist. Anna Goldberg schrijft onder supervisie van bijzonder hoogleraar strafrecht David Roef haar proefschrift over de rol van verslaving in het strafrecht vanuit een neurowetenschappelijk perspectief. Ze hebben veel van elkaar geleerd, vooral doordat ze vanuit verschillende disciplines komen. 

Is verslaving eerder een strafuitsluitingsgrond als dit wordt opgevat als een breinziekte? In haar proefschrift, waarop zij over een jaar hoopt te promoveren, doet Anna Goldberg onderzoek naar verslaving in het strafrecht vanuit een neurowetenschappelijk perspectief. Verslaving is lange tijd voornamelijk als een eigen keuze uitgelegd. Goldberg onderzoekt onder meer of rechters gevoelig zijn voor een visie, waarbij verslaving zou leiden tot minder verantwoordelijkheid en of neurowetenschappelijke argumenten hierbij een rol kunnen spelen. “Het zijn onderzoeksvragen die zijn opgekomen vanuit het onderwijsvak Law and Neurosciences”, vertelt hoogleraar David Roef.

Uit het empirische deel van haar onderzoek komen verrassende resultaten naar voren. Goldberg: "Rechters verwijzen bij de straftoemeting vaak niet expliciet naar de rol van verslaving. Ze behandelen deze vaak integraal met andere problematiek, waarbij ze bijvoorbeeld zwakbegaafdheid of een persoonlijkheidsstoornis laten prevaleren. Verbazingwekkend vond ik dat advocaten verslaving nauwelijks als excuus in hun pleitredes gebruiken." Roef vermoedt dat zij een discussie over eigen schuld willen vermijden en vooral inzetten op stoornissen waar de rechter wel rekening mee houdt. "In Nederland denkt men behoudend over de eigen schuldredenering. Advocaten anticiperen op de simpele en vaak toegepaste redenering dat verslaving uiteindelijk je eigen schuld is."

Capaciteitenbenadering

In haar studie stelt Goldberg twee visies op verslaving tegenover elkaar: het eigen schuldconcept versus verslaving als hersenaandoening. Ze laat zien dat in beide visies dikwijls een stap wordt overgeslagen. "Dit is wat we in de psychologie de capaciteitenbenadering noemen. Wat doet verslaving met je capaciteiten? Welke capaciteiten hoor je minimaal te hebben om verantwoordelijk te kunnen zijn?  Hier kan de neuropsychologie nuttige data leveren. Te denken valt aan vergelijkend hersenonderzoek naar groepen verslaafden en niet-verslaafden of neuropsychologische metingen van verminderde impulsregulatie. Het strafrecht gebruikt zulke informatie om meer begrip te krijgen waarom een delict is gepleegd en welke straf daarom passend en effectief is." Goldberg onderzoekt vervolgens welke rol zulke kennis uit neurowetenschappelijk onderzoek kan spelen in de strafrechtelijke verantwoordelijkheid. In hoeverre is de verslaafde bijvoorbeeld in staat gevolgen te overzien of zijn handelen te controleren?

Schuldvraag

Met haar onderzoek wil Goldberg de discussie over eigen schuld bij verslaving openbreken. Roef: "Ieder weldenkend mens is toch gevoelig voor het argument dat een eenmalige dronkenschap in het weekend dat leidt tot een strafbaar feit niet te vergelijken is met een misdrijf gepleegd door iemand, die al tien jaar aan een verslaving lijdt."

Hans van Vinkeveen (text), Paul van der Veer (photography)
roef goldberg
anna goldberg

Een aanbeveling is om meer nuancering in het eigen schuldconcept aan te brengen. Dat kan bijvoorbeeld de eis van een bepaalde mate van voorzienbaarheid zijn. Goldberg: "Dat maakt het mogelijk om preciezer naar verslaving te kijken. Kon je voorzien dat je een misdrijf zou plegen als je dronken of high werd? Als dat niet zo is, kun je dan iemand nog verantwoordelijk houden?"

Reductionisme

Een heikel punt is of de neurowetenschap uiteindelijk het strafrecht niet ondermijnt? Als de mens - populair gezegd - alleen maar brein is, is er dan nog een ruimte voor vrije wil en verantwoordelijkheid? Roef legt uit dat dit vooral een filosofische discussie is. "Anna's onderzoek gaat over de praktische inzetbaarheid van neurowetenschappelijke expertise in het strafrecht. Je sluit ook geen DNA-onderzoek uit in een strafzaak als alles wat we doen door onze genen zou zijn gedetermineerd. De waarde van de neurowetenschappen in het strafproces is er ontegenzeggelijk, zonder dat we alles tot het brein moeten reduceren."

Die filosofische discussie moet volgens hen overigens wel worden gevoerd. Roef: "Elke discipline beschouwt de mens vanuit de data en kennis van die discipline. Achter zulke inzichten en conclusies gaat altijd een risico van reductionisme schuil. Daarom is interdisciplinair onderzoek cruciaal." Ook wat dit betreft heeft het onderzoek van Goldberg een meerwaarde. "De vraagstelling van dit onderzoek is waardevol voor veel interdisciplinaire studies. Enerzijds stellen de neurowetenschappen vast hoe het brein werkt en wat de consequenties zijn. Het is anderzijds aan het recht en de politiek om een discussie over deze data te voeren en een belangenafweging te maken. De behoefte aan zekerheid en data mag er niet toe leiden dat deze ondergesneeuwd raakt."

Worsteling

roef

Beide wetenschappers hebben veel van elkaar geleerd, met name door het interdisciplinaire karakter van de studie. Goldberg: "Voor mij is de juridische manier van kijken nieuw en waardevol. Die is eerder normatief, terwijl we bij de opleiding psychologie meer empirisch en experimenteel kijken. David vraagt eerder naar hoe zou het moeten zijn? Wat is het doel van het strafrecht? Met kale data kun je weinig. De juridische vraag is: hoe willen we daarmee omgaan? Wat gaat de maatschappij hiervan vinden? In het begin van onze samenwerking was dit voor mij wel een worsteling. Ik dacht dat we het over hetzelfde hadden, maar ontdekte achteraf dat dit niet zo was."

Roef: "Door Anna heb ik meer inzicht gekregen in de capaciteitenbenadering. Het recht is geconcentreerd rond de kernvraag: wanneer ben je verantwoordelijk voor je daden? Een kind begrijpt dat dit bepaalde capaciteiten impliceert. Een demente bejaarde stellen wij niet verantwoordelijk. Vanuit de neurowetenschappen vloeit de discussie voort: wat doet verslaving met capaciteiten? Zulke data kunnen tot een andere normstelling leiden in het recht. Als mensen problemen hebben met capaciteiten eist het strafrecht dan juist teveel of te weinig van hen?"

Lees ook

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...

  • Vaatchirurg en bijzonder hoogleraar Clinical Engineering Lee Bouwman houdt zich bezig met de implementatie van baanbrekende technieken in de gezondheidszorg. Hiervoor is samenwerking tussen technische en klinische deskundigen onontbeerlijk. Met inmiddels een waaier aan gezamenlijke innovaties als...

  • Dani Shanley en Joshi Hogenboom over synthetische data, de voors en tegens van interdisciplinariteit, en waarom AI er waarschijnlijk niet voor zal zorgen dat we kunnen stoppen met het bestuderen van de wereld waarin we leven.