Eerste lichtpuntjes in werkeloosheidscijfers schoolverlaters

Eerste lichtpuntjes in werkeloosheidscijfers schoolverlaters

Voor het eerst sinds 2008 laat het ROA-onderzoek onder de gediplomeerde schoolverlaters voor een aantal groepen een daling in het werkloosheidspercentage zien. Onder de afgestudeerden van het hbo (voltijdopleidingen) is de werkloosheid (najaar 2014) tegenover de meting in 2013 met 1%-punt (Van 8% naar 7%) gedaald en ook onder de gediplomeerden van het mbo-bol niveau 3 is een daling zichtbaar (van 13% naar 11%). Ondanks deze daling geldt dat in vele opzichten ook 2014 een moeilijk jaar was voor starters op de arbeidsmarkt. Het werkloosheidspercentage in 2014 is met 8.8% nog steeds drie keer zo hoog als in 2008 (2.8%). Ook het percentage jongeren dat –als ze werk vinden- genoegen moet nemen met een functie die qua niveau en richting niet aansluit bij de gevolgde opleiding, is met 18% nog steeds uitzonderlijk hoog. 

Dat en meer blijkt uit het rapport ‘Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2014’, van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Het ROA voert jaarlijks een onderzoek uit onder schoolverlaters. Dit rapport gaat over de gediplomeerde schoolverlaters en de voortijdig schoolverlaters van het schooljaar 2012/2013, die eind 2014 werden geënquêteerd. De resultaten hebben betrekking op bijna de volle breedte van het onderwijs: VMBO, voltijds MBO (BOL), MBO ‘leren en werken’ (BBL), HAVO, VWO en HBO (voltijd). Enkele conclusies op een rij:

Gediplomeerde schoolverlaters

  • Gemengd beeld bij werkloosheid: Ondanks een lichte stijging van het werkloosheidspercentage onder de totale groep van gediplomeerde schoolverlaters en afgestudeerden lijkt voorzichtig licht aan het einde van de tunnel van een lange economisch moeilijke periode in zicht te komen. Voor het eerst sinds jaren is er namelijk ook sprake van dalende werkloosheidscijfers binnen bepaalde onderwijsniveaus.
  • Jongeren tevreden met gemaakte opleidingskeuze: 80% van de gediplomeerde schoolverlaters / afgestudeerden geeft aan dat zij achteraf bezien wederom dezelfde opleiding zouden kiezen.  
  • Meerderheid tevreden over de basis van de opleiding voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden: Van alle mbo gediplomeerden vindt 57% dat de gevolgde opleiding een goede basis vormt voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden. In het hbo ligt dit percentage op 63%.
  • Minderheid vindt de opleiding een goede basis om te starten op de arbeidsmarkt: In het mbo (43%) en in het hbo (47%) vindt iets minder dan de helft de gevolgde opleiding een goede basis om te kunnen starten op de arbeidsmarkt. De recente economische crisis laat wat dit aspect betreft nog steeds haar sporen zien.
  • Jongeren kritisch wat voorlichting over beroepsmogelijkheden betreft: Slechts 31% van de afgestudeerde hbo’ers is (zeer) tevreden over de voorlichting over de beroepsmogelijkheden die tijdens de hbo-opleidingen geboden is. Ook de gediplomeerden van het mbo zijn op dit punt kritisch. Bij hen is zo’n 40% (zeer) tevreden over de geboden voorlichting.
  • Vmbo’ers tevreden over aansluiting met vervolgopleiding maar kritisch over voorbereiding op vervolgopleiding: 80% van de vmbo’ers vindt dat de aansluiting met de gekozen vervolgopleiding redelijk of zelfs goed is. Wat de voorbereiding betreft zijn de vmbo’ers kritischer: 51% is van mening dat het vmbo hen voldoende of goed voorbereid heeft op de vervolgopleiding.

Voortijdig schoolverlaters (vsv)

  • School-/opleiding gerelateerde redenen blijven de belangrijkste oorzaak van uitval: 40% van de ‘ongediplomeerde’ vsv’ers geeft aan door een school-/opleiding gerelateerde reden met de opleiding en het onderwijs gestopt te zijn. Dit percentage is de afgelopen jaren licht gedaald.
  • Twee op de tien ‘ongediplomeerde’ vsv’ers geeft aan met niemand te hebben gesproken over de beslissing om met de opleiding te stoppen. Deze groep lijkt dan ook relatief geruisloos het onderwijs verlaten te hebben. 
  • Een derde van de vsv’ers (32%) geeft ongeveer anderhalf jaar later aan inmiddels te zijn teruggekeerd in het onderwijs. Vooral vsv’ers afkomstig van het vmbo en het avo kennen een hoge kans om binnen anderhalf jaar terug te keren in het onderwijs.

Nieuwe definitie werkzame beroepsbevolking

Met ingang van 2015 heeft CBS besloten om zijn nationale statistieken te gaan baseren op de definitie van de beroepsbevolking die is opgesteld volgens de richtlijnen van de International Labour Organisation (ILO). Dit betekent dat ook het ROA zijn definiëring van de beroepsbevolking heeft aangepast en in zijn arbeidsmarktstatistieken met ingang van kalenderjaar 2015 uitgaat van deze internationale definiëring. Alle cijfers, tenzij anders vermeld, die gepresenteerd worden in het rapport ‘Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2014’ zijn daarmee gebaseerd op de nieuwe definitie.

De website 'Kerncijfers  Schoolverlatersonderzoeken’  biedt de mogelijkheid om alle cijfers afkomstig van de schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) op een eenvoudige manier op te vragen. De website biedt naast een overzicht van de meest actuele resultaten ook een overzicht van de cijfers afkomstig van eerdere metingen onder de gediplomeerde schoolverlaters van het Nederlandse onderwijs.

Lees ook